Dromen zijn soms geen bedrog.
Vera ligt in haar bed en slaapt lekker. Nou nee, niet zo lekker: ze heeft een hele nare droom. Vera droomt dat haar oma, die in een verzorgingshuis woont, heel hard zit te roepen. Oma zit midden in een kamer, het lijkt wel of die kamer steeds maar groter worden. Oma zit daar helemaal alleen, op een stoel en verder staat er niets in de kamer. De vloer is nat, glinstert, het lijkt wel of er steeds meer water komt te staan. Oma kijkt naar het water, dit komt omhoog. Oma zit nu al tot haar middel in het water. Oma roept steeds harder en het water stijgt maar. Het water staat nu tot de kin van oma. Vera wordt er helemaal bang van en draait en woelt in haar bedje. Het water stijgt nog hoger en dan..........wordt Vera met een gil wakker.
Even weet ze niet waar ze is. Waar is oma? Gelukkig, het is maar een droom geweest. Vera gaat even uit bed en loopt naar de badkamer om een beetje water te drinken. Brrrrr, wat was dat een enge droom. Oma, die bijna verdronk. Vera moet er niet aan denken, oma is altijd zo aardig, die mag beslist niet verdrinken. Ze gaat terug naar bed en rolt zich lekker in de dekens, dan slaapt ze verder en als ze de volgende morgen wakker wordt, denkt ze eerst niet meer aan die nare droom ‘s Middags, na school, als ze met haar vriendjes in de boomhut aan het spelen is, denkt ze ineens weer aan wat ze gedroomd heeft die nacht.
Ze vertelt haar droom aan Marja en Magda. Die vinden het een heel vervelende droom en Marja zegt: "Moet je nu niet eens even bij oma gaan kijken? Dan zie je tenminste dat ze het goed maakt en dan droom je vannacht zeker niet meer zo akelig." Magda is het met dit advies volkomen eens, ze roept Peter, Jan en Bart en vertelt hun wat er aan de hand is. Peter zegt: "Laten we dan samen naar de oma van Vera gaan." "He, ja," zegt Bart, "misschien heeft ze wel weer van die lekkere koekjes!" "Jij denkt ook alleen maar aan lekker eten," zegt Jan, "ik hoop dat ze limonade heeft." "Laten we maar gaan," zegt Vera, "anders wordt het veel te laat en dan moet oma gaan eten."
De kinderen pakken hun rugzakjes en klimmen uit de boomhut naar beneden. Ze pakken hun fietsen en rijden naar het verzorgingshuis. Ze rennen daar de trap op naar boven, naar de kamer van oma. Vera roffelt op de deur en doet het direct open. Oma zit in haar stoel bij het raam en heeft de kinderen buiten al zien aankomen, dus erg verrast is ze niet, maar wel blij met hun bezoek. Dat vindt ze altijd reuze gezellig.       Nadat iedereen oma uitbundig begroet heeft, ploffen ze op een paar stoelen, voor wie er geen stoel meer is, die gaat gewoon op de grond zitten. Oma heeft kussens genoeg liggen en dat zit ook lekker.
Dan zegt Marja: "Vera, vertel oma eens wat jij vannacht gedroomd hebt." Vera doet dat, een beetje aarzelend, want het is toch wel gek, om iemand te vertellen dat die bijna verdronk. Oma vindt het niet zo vreemd en reageert heel anders als dat de kinderen verwacht hebben. Ze zegt: "die droom van jou, was gisterenavond bijna uitgekomen. Het was hier echt nat. Kijk daar maar eens in de hoek van de kamer, daar is de vloerbedekking nog nat."
Peter gaat eens wat dichtbij kijken en voelt aan de vloerbedekking. Hij gelooft nooit alles zomaar. Ja, het is er inderdaad nattig. "Hoe komt dat?" vraagt hij. "Mijn bovenbuurvrouw, die af en toe een beetje vergeetachtig is," zegt oma, "had de kraan van het bad open laten staan ." "Dat kan toch geen kwaad," zegt Jan, "in een bad zit toch zo’n spleetje waar het water ook door kan, als het te hoog komt!" "Daar had ze een washandje overheen hangen," antwoordt oma, "zo kon het water niet weg en liep het bad over." "En toen drupte het bij u naar beneden," zegt Peter die het snapt. "Maar waarom heeft dat zo lang geduurd, want er moet heel wat water naar beneden gekomen zijn, die vloerbedekking is echt klieder!" "Ja, ik heb natuurlijk gelijk gebeld om een verzorgster, maar die kwamen niet. 's Avonds zijn er altijd maar twee verzorgsters aanwezig en die hadden het vreselijk druk, want op de gang hier wat verderop, had een mijnheer een hartaanval gehad. Daar waren ze heel druk bezig: de dokter moest gebeld worden, toen kwam de ambulance en pas toen die mijnheer naar het ziekenhuis gebracht werd, hadden zij mijn belletje in de gaten." "En toen was het hier al kletsnat," zegt Jan, "wat een pech!" "Toen zijn ze boven gaan kijken en ontdekte daar dat de hele badkamer van mijn boven-buurvrouw onder water stond." "Oei, oei," zegt Magda, "dat werd dus dweilen!" "Dat viel wel mee, ze hebben hier gelukkig zo’n stofzuiger, waarmee je ook water op kunt zuigen. Pas toen boven alles droog was, kwamen ze bij mij. Hier was ook alles nat. Ik wist me geen raad. Ze hebben hier ook het ergste opgezogen en de rest moet nu drogen." "Dus nu zit u met een natte vloer," zegt Marja, "dat is ook niet leuk!" "Kunt u daar niets aan doen," vraag Vera. "De verwarming wat hoger zetten," zegt oma, "dat is de enige methode," "Maar dan wordt het hier zo verschrikkelijk benauwd." "Dat is dus niks," zegt Peter, die diep na zit te denken. "Heeft u geen föhn?" "Een föhn," zegt oma, "ja, die heb ik. Hij ligt daar in dat kastje." Ze wijst naar een kast en Peter haalt er de föhn uit. Hij zoekt even naar een stopkontakt en........ zet de föhn op de hoogste stand en begint de vloerbedekking droog te föhnen. "Oma, als u nu het raam een beetje openzet, dan wordt het wat minder warm hier," zegt Vera, "en zo droogt het toch." Jan zegt: "Als we nu nog een föhn hadden, ging het nog vlugger." "Ik zal de buurvrouw even vragen of ze er misschien ook een heeft," zegt Vera en rent de deur uit. Ze komt even later terug, met twee föhns. "De buurvrouw had er een en de overbuurvrouw ook," zegt ze, "nu moet het nog vlugger drogen." Jan pakt ook een föhn en Vera de derde.
Intussen mag Marja limonade inschenken en Bart mag de koekjestrommel pakken. Om de beurt föhnen ze en drinken ze limonade. Na een half uurtje is de vloerbedekking zogoed als droog. Je kunt er niets meer van zien. "Zie zo," zegt Peter, "als u ons toch eens niet had." "Dat had ik nog lang met de nattigheid kunnen zitten," zegt oma. "Wat een geluk, dat jij die nare droom had Vera," zegt Marja, "anders waren we vandaag niet hierheen gegaan." "Soms", zegt oma, "brengen dromen je op een goed idee! Een heel enkel keertje vertelt een droom, wat je moet doen." "Dan is het dus toch niet zo stom om een schoolboek onder je hoofdkussen te stoppen," zegt Bart, die niet dol is op huiswerk. "Dat zou ik maar niet al te hard geloven, leren moet je zelf doen, daar helpt dromen niet bij," lacht oma, die heel erg blij is dat de kinderen haar zo goed geholpen hebben. "We moeten nu weer gaan, want het is tijd om te gaan eten en thuis weten ze niet dat we hier zijn," zegt Peter, die eens op zijn horloge gekeken heeft. "Komen jullie dan gauw nog eens terug, dan kunnen we samen een spelletje doen," zegt oma, "ik heb een heel leuk nieuw spel gekocht: met biggen en een balletje." "O, wat leuk," zegt Bart, "kunnen we dat nu niet even doen." "Nee, dat duurt veel te lang," zegt oma. "We komen zondag," zegt Vera, "u hebt ons helemaal nieuwsgierig gemaakt." Dat wordt afgesproken en de kinderen gaan gauw naar huis om daar te vertellen dat dromen soms heel nuttig kunnen zijn.  

Evangelieverhaal.

(Mattheus 1.)
"Hij heet Immanuël - God met ons - ."

Voorbereiding.
Informatie voor de begeleiding

Doel: De kinderen het een en ander leren over de figuur "Sint Jozef" en over het verschijnsel "dromen" zoals dat nogal eens voorkomt in de bijbel.

Bij de Joden was een verloving veel meer bindend dan bij ons. Als bij ons een verloving verbroken wordt, is er wettelijk niets aan de hand. In de tijd van Jezus wel! Men moest dit officieel laten vaststellen.

Je kunt het enigszins vergelijken met het uitgehuwelijkt worden zoals dat in sommige oosterse landen beoefend wordt. Ouders maken een afspraak, wel kind met wie gaat trouwen. Dit gaat vaak met huwelijkskadoos en andere financiële regelingen gepaard. Dit soort huwelijken wordt pas echt een feit als beide partners op een "huwbare leeftijd" zijn gekomen.

Dit is veel jonger als bij ons, het meisje is huwbaar als ze voor het eerst de menstruatie gehad heeft. Voor een jongen is het meestal iets ouder. Jongens zijn bij de Joden man, op 13 jarige leeftijd (ook nu!) .

Jozef wordt meestal afgebeeld als een oudere man, maar het is veel waarschijnlijker dat hij gewoon een jonge man was. Maria was waarschijnlijk een jaar of 14 of 15.

Over Jozef hoor je veel praten als "de voedstervader van Jezus."

Men gelooft dat hij niet de biologische vader van Jezus was. Of hij dat nu wel of niet was, doet natuurlijk aan zijn grootsheid niets af. Hij heeft voor een bijzonder kind moeten zorgen en dit grootgebracht. Jozef wordt meestal vereerd om deze zorg en gelovige mensen vragen hem, om bescherming en hulp wanneer ze in een moeilijke situatie verkeren.

Het kortste gebedje dat er bestaat tot St.Jozef is: "Sint Jozef, zorg!!!!!!" Dit is een zogenaamd " schietgebedje.

Het heeft net zoveel waarde als een ellenlang gebed.

De maand maart is in het bijzonder aan St.Jozef toegewijd. Op 19 maart viert de kerk zijn feestdag.

Verwerking
Opdrachten, vragen en suggesties.

1. Vlak bij is de enige echte Sint Jozef bedevaartplaats in Nederland: SMAKT.

Het doel van een bedevaart hierheen, was vroeger het vragen om een goede echtgenoot. Dit gebruik is nu wat op de achtergrond geraakt, maar je kunt het natuurlijk altijd nog proberen.

Ga eens met de kinderen kijken in Smakt, de bedevaartplaats is niet de grote kerk, maar het kleine kapelletje.

Vraag eventueel van tevoren meer informatie bij de Rector van Smakt, want er hoort natuurlijk een heel verhaal bij.

2. In het kapelletje, zal je zien, dat ook daar veel kaarsen branden. Kaarsen worden

als een offergave gebrand, maar ook, en dat komt steeds meer voor, door mensen die bidden maar moeilijk vinden, in plaats van veel woorden, kun je dan een kaarsje op steken, dat is ook een gebedje.

3. Wil je niet helemaal naar Smakt gaan, ga dan eens kijken in de kerk bij het beeld van St.Jozef. Waarschijnlijk zijn de kinderen er al vaak langs gerend, zonder te weten wie het is. Ze kennen hem vast wel van de kerststal!!!

De kerk in Overloon heeft twee kerstgroepen, vraag eens aan de koster of jullie van iedere groep het St Jozef beeld mogen zien. Laat de kinderen eens de leeftijd van Jozef schatten, zoals hij in dat beeld is weergegeven.
Welk beeld klopt nu het best??????

4. Jozef droomde in het evangelieverhaal. Er zijn wel meer mensen die dromen en die hun dromen opschrijven. Soms worden dan die dromen heel beroemd. Bij voorbeeld: de droom van Martin Luther King: "I have a dream......."

Hij droomde van een betere wereld, waarin blank en zwart gelijk zouden zijn.

Hij zei dus eigenlijk: Ik zou zo graag willen dat........."

Dit worden "wensdromen " genoemd. Vaak worden van dit soort wensdromen liedjes gemaakt, kennen de kinderen hiervan een paar voorbeelden.

Neem zelf wat muziek mee: "I have a dream.." van Abba: Heal the world van Michael Jackson. Zo zijn er nog veel meer.

5. Maak eens een collage met de wensdromen van de kinderen. (Die kun je in een viering ook gebruiken om er de voorbeden van te maken.) Neem een "droomkussen" mee en laat ze hierop de wensdromen prikken.

6. Waag je niet op het glibberige pad van " droom-uitleggingen " , want meestal is het nog steeds zo: "Dromen zijn bedrog, en als je het in bedje doet, dan vind je het ‘s morgens nog!" Je kunt de kinderen wel vertellen, dat dit veel gedaan wordt en dat nogal wat mensen daar een dik belegde boterham mee verdienen.

7. Laat de kinderen eens een Jozef tekenen, kleien, kleuren , frutselen van draad, lapjes, wol en piepschuimbolletje.

Je kunt natuurlijk ook samen een groot beeld maken, dan moet je er geen ijzerdraad onderstoppen, maar met kippengaas, dat werkt veel gemakkelijker.

Dit beeld zou je voor een viering in de kerk kunnen gebruiken om iedereen te laten zien, hoe de kinderen Jozef zien. Niet al te hard sturen, dan kan het heel verrassend worden.