Als vader en moeder op reis gaan . . .

De vader van Vera moet vaak voor zijn werk naar het buitenland. Deze week moet hij naar Parijs. Moeder gaat met hem mee en een tante - de jongste zus van moeder - zal een weekje bij Vera in huis komen. Vader en moeder gaan 's morgens heel vroeg weg, want die dag heeft vader een belangrijke afspraak. Tante zal 's middags komen, als Vera uit school komt.
Als Vera die middag thuis komt, is het doodstil in huis, Vera begrijpt er niets van, tante is er niet. Vera denkt eens na en gaat dan maar eens telefoneren waar tante blijft. Die blijkt die ochtend heel ziek geworden te zijn. Ze kan echt niet komen en ze hoopt dat Vera iemand anders kan vinden, die een paar dagen bij haar wil blijven. Vera zegt dat dat wel zal lukken, legt de hoorn van de telefoon neer en gaat op een stoeltje zitten. Wat moet ze nu doen. Ze weet het niet zo gauw, dus gaat ze eerst maar wat eten en dan terug naar school. Daar vertelt ze aan haar vriendjes wat er gebeurd is. Die reageren heel opgewekt. Peter zegt: "Joh, dan is er toch niets aan de hand, wij komen gewoon die week bij jou slapen. Met z’n zessen hoef je niet bang te zijn in een huis. Dan kan er niets gebeuren!" Ze praten er wat over door en zullen direkt na school aan al hun ouders vragen of het mag.
Gelukkig vinden die het allemaal goed, Vera mag om de beurt bij een van de vriendjes thuis warm komen eten. Iedereen brengt z’n slaapzak mee en een paar luchtbedden. Marja en Magda slapen bij Vera op de kamer en de jongens hebben hun luchtbedden maar in de huiskamer gelegd. Zij zullen daar de inbrekers wel opvangen! De moeder van Jan komt 's avonds nog even kijken of het allemaal wel gaat en vertrekt dan met een gerust hart. Dit gaat beslist goed. De kinderen vinden het net vakantie, wel wat spannend en ook wel erg leuk! Nadat ze nog een poosje hebben liggen kletsen, vallen ze toch in slaap.
De volgende morgen rammelt al vroeg de wekker. Dan is het een gedrag van jewelste, want ze willen wel even douchen. Ze spreken af, in de badkamer alleen maar te douchen en hun tanden in de keuken te poetsen, dan gaat het wat vlugger. Intussen heeft Vera een grote pot thee gemaakt en een pak melk op de keukentafel gezet. Gelukkig is er nog brood genoeg in huis, maar ze zullen wel nieuw moeten halen, want de jongens hebben flinke trek. Gelukkig komt de moeder van Bart even kijken hoe het die nacht gegaan is en ze vraagt of er eten genoeg in huis is. Vera laat haar zien wat ze nog hebben, de moeder van Bart maakt een lijstje en belooft de boodschappen te zullen doen, want daarvoor hebben de kinderen eigenlijk geen tijd, want ze moeten ook voor het huis zorgen. De plantjes moeten water hebben, er moet gestoft worden en ze moeten al hun eigen rommel netjes opruimen.
Jan ontdekt dat de tuin ook bijgehouden moet worden; dat zal hij wel organiseren. De kinderen weten dat het dan wel goed komt. 's Middags na school, duiken de drie jongens de tuin in en de meisjes gaan in het huis aan de slag. Lang kunnen ze dat niet doen, want ze moeten ook hun huiswerk maken. Dat doen ze samen in de huiskamer. Een paar aan de tafel en een stel op de grond.
De vader en moeder van Vera zullen donderdag weer thuis komen. Woensdag is het zalig weer en besluiten de kinderen naar de boomhut te gaan, want in het huis hoeven geen karweitjes meer te gebeuren. Alles is keurig en de luchtbedden liggen klaar voor de laatste nacht.
De vader van Vera was eerder klaar met zijn werk in Parijs en omdat moeder best naar haar dochter verlangt, gaan ze een dag eerder terug. Ze stappen hun huis binnen en verwachten daar, opgewacht te worden door de zus van moeder. Nee dus, niemand thuis. In de huiskamer liggen drie luchtbedden met kussen en drie slaapzakken. Wat is dat nu en....waar is Vera? Ze snappen er niets van. Dan bedenken ze dat het woensdagmiddag is en dat Vera wel eens met haar vriendjes bij de boomhut zou kunnen zijn. Ze rijden met de auto naar de vijver, waar de boomhut is.
Van een afstand zien ze de kinderen al druk aan het spelen. Er wordt gevoetbald en Jan zit aan de waterkant met een hengel. Vera is keeper en duikt net naar een bal, als ze de auto van haar vader ziet. ‘Hé," roept ze," daar heb je mijn vader." De kinderen stoppen met voetballen en rennen naar de auto toe. Vera vliegt haar ouders om de hals, want ze heeft ze best een beetje gemist. Dan vertelt ze wat er gebeurd is . Ze vertelt ook dat tante al weer bijna beter is, want ze heeft haar af en toe opgebeld. Ze heeft haar maar niet vertelt wie er op haar gepast hebben deze week. Vader schudt zijn hoofd, maar is van binnen best een beetje trots op de kinderen, die niet gauw voor een gat gevangen zitten. Hij neemt zich wel voor de ouders van de andere kinderen even te gaan bedanken, want die hebben het goed in de gaten gehouden. Moeder neemt zich voor, nooit meer de deur uit te gaan voordat de "oppas" er is. Ze zegt dat ook tegen Vera, maar Peter komt er gelijk tussen: "Helemaal niet nodig, we passen wel op elkaar, dat kunnen we heel goed!"
Vrolijk gaan ze allemaal naar het huis van Vera, de slaapzakken worden in de hoezen gedaan, de meubels rechtgezet en de luchtbedden laten ze leeglopen. Vannacht slaapt iedereen weer lekker in zijn eigen bed.

EVANGELIEVERHAAL.

Jezus spreekt over het einde van de tijd.

Voorbereiding
Informatie voor de begeleiding.

De advent is de voorbereidingstijd voor Kerstmis. Net zoals de Vasten dat voor Pasen is. Het is een tijd om na te denken. Ook over wat er na ons leven gebeurt. Daarom gaan de evangeliën deze vier weken vaak over wat Jezus gezegd heeft over het einde van de wereld. Dan zal hij terugkomen en daar moet je goed op voorbereid zijn.

In de eerst lezingen horen we wat de profeten gezegd hebben over de Messias. Joël, Amos, Jeremia en Johannes de Doper. De voorspellingen die zij gedaan hebben en die zijn uitgekomen toen Jezus geboren werd, worden voorgelezen.

Omdat Jeremia een nogal langdradige manier van praten had, noem je soms een zanik- en zeurverhaal wel een "jeremiade!" [ Hij heeft ook klaagzangen geschreven en die horen in de Goede Week. Deze klaagzangen heten "Lamentaties" , wanneer iemand veel zeurt en klaagt noem je dat ook wel " gelamenteer".]

Wat deze eerste drie profeten geschreven hebben, staat in het Oude Testament. Hun werk wordt een boek genoemd, en al deze boeken samengebundeld, met nog veel meer werken, vormen het eerste deel van de Bijbel.

Door Jezus hebben wij er een tweede deel van de Bijbel bij gekregen : het Nieuwe Testament. ( Testament betekent gewoon getuigenis = ooggetuigenverslag. Niet alle verhalen zijn echt zó gebeurd. Vaak wilden de mensen iets aan iemand duidelijk maken en om het zo goed mogelijk te kunnen onthouden, hebben ze een verhaal verzonnen.

Er is lang gedacht dat alles wat in de Bijbel stond echt was gebeurd op de manier waarop het beschreven staat. Bijvoorbeeld: het scheppingsverhaal. Lang is gedacht dat God in één week de hele wereld en de mens geschapen heeft. Dit klopt dus niet bepaald met alles wat de wetenschap ontdekt heeft over de evolutie. Maar.......de volgorde klopt wel! De bijbel is dus vooral een boek met een BOODSCHAP! )

Voor de Joden is het Oude Testament het heilige boek.

De christenen hebben daarbij het Nieuwe Testament gekregen en dit is voor hen het allerbelangrijkste.

De Moslims hebben naast het Oude Testament en het Nieuwe Testament ook nog de Koran.

Met de Advent begint ook een nieuw Kerkelijk Jaar. Dit kan niet gelijk met het wereldlijk nieuwe jaar vallen, omdat het eerste wat er gebeurde de geboorte van Jezus was. Dus moet het kerkelijk jaar beginnen voor de geboorte van Jezus; met de voorbereiding daarop.

Onze jaartelling begint bij de geboorte van Jezus. Het jaar dat Hij geboren werd is het jaar 0. Daarvoor wordt er teruggeteld.

Omdat Jezus voor de Joden niet belangrijk is, want ze geloven niet dat hij de Messias is, hebben zij een andere jaartelling. In oktober 1997 is het voor hen het jaar 5758. Het Joodse nieuwjaarsfeest heet: Rosj Hasjana. Het valt gewoonlijk in de herfst in september of oktober. Op deze dag wordt herdacht dat Abraham zijn zoon Israël aan God wilde offeren op de berg Moria.

Veel volkeren vieren Nieuwjaar op een andere dag. Want alleen in de westerse wereld is Jezus zo bepalend geworden voor ons dagelijks leven.

Onze voorbereiding op het Kerstfeest lijkt veel op de Joodse voorbereiding op hun nieuwjaar. We denken na, over een toekomst en.... over wat we goed en fout hebben gedaan. Op ons Nieuwjaarsfeest, maken we vaak ook goede voornemens.

Om te laten zien dat het leven eigelijk een cirkel is, hangen we de adventskrans in de kerk. Dit is ook een symbool van het jaar.

De vier kaarsen worden ontstoken op de vier zondagen, eerst een, dan twee, etc. Het kerstfeest werpt zijn licht al een beetje vooruit en het wordt steeds vrolijker in de kerk. Maar ook thuis kunnen we natuurlijk een adventskrans neerzetten. Tegenwoordig wordt dit niet zo veel meer gedaan, meestal wordt in deze periode de kerstboom al opgetuigd. Eigelijk hoort dit niet, maar wel horen er de kaarsen van de Advent te branden.

Steeds meer zie je dat er op de voordeuren een versierde krans gehangen wordt. Oorspronkelijk is dit een teken van gastvrijheid. Wanneer er een krans op de deur hangt wil dat zeggen dat gasten welkom zijn!!!! In het bijzonder die ene gast: het kerstkindje.

Een andere methode of gewoonte erbij is de kerststal al op de eerste zondag in de kamer te zetten. Deze dan een week leeg te laten staan.

De tweede zondag de dieren er in, dan is het gewoon een stal met beesten.

De derde zondag laat je dan de herders eens naar hun dieren komen kijken; dan kun je ook wat engeltjes ophangen, die zijn dan terrein aan het verkennen en de vierde zondag zet je Jozef en Maria er in. Pas op Kertavond komt het kindje in de stal. De Driekoningen zet je een flink eind van de stal vandaan, want die zijn onderweg. Ze mogen iedere dag een stapje dichterbij komen om met Driekoningen in de stal te arriveren.

Je hebt ook Adventshuisjes, met raampjes die je open kunt maken; achter het raampje staat een kaarsje of zit een snoepje. Ze moeten iedere dag opengemaakt worden.

Verwerking
Opdrachten, vragen en suggesties

1. Maak samen met de kinderen eens een adventskrans. Ideeën daarvoor kun je in vrijwel alle tijdschriften in deze tijd van het jaar vinden!

2. Laat de kinderen eens de boeken van de profeten opzoeken. (Staan ook in de kinderbijbel!!!!!!) Lees een klein stukje voor van wat zij geschreven hebben.

3. Laat de kinderen eens de vier profeten tekenen of kleuren. Ze staan als kleurplaat beslist in de boeken van de kindernevendienst. Die vergroten en fotokopiëren zodat je kleurplaten hebt.

4. Ook leuk is 4 stevige (stomp-) kaarsen te beschilderen. Deze kunnen gebruikt worden voor de adventskrans. Dit gaat prima met Decorfin. De verf hiervoor niet verdunnen met water, anders loopt het weg. De kaars van tevoren even met een papier afvegen, zodat het ergste vet eraf is.

5. Je kunt ook een adventspel met de kinderen gaan spelen. Een soort "Reis om de wereld". Hierbij ga je op reis naar Bethlehem en je komt onderweg van alles tegen: een bedelaar, iemand die heel zware koffers bij zich heeft en aan het einde van zijn Latijn is; iemand die zijn been bezeerd heeft; een heel hoge berg, waar je overheen moet; een stuk mul zand waar je door moet ; een rivier waar je over heen moet; een tollenaar die je alleen laat doorgaan na het beantwoorden van een vraag. Het is dus een soort speurtocht, waarbij de weg gewezen wordt door kaarsjes. Kan buiten gespeeld worden, maar ook binnen ( dan laat je het mulle zand maar weg. )
Leuke opdracht is: een heel gevaarlijke tocht: geblinddoekt over brandende kaarsen, die in flessen staan. Je laat de kinderen zien waar de kaarsen staan, doet ze de blinddoek voor, je blaast de kaarsen uit en laat ze over de gedoofde kaarsen heen stappen. (Bij deze opdracht heb je voor de veiligheid minimaal twee volwassenen nodig).

6. Maak samen met de kinderen een adventskalender. Hierop kunnen ze dan thuis bijhouden wat zij die dag gedaan hebben als voorbereiding op het kerstfeest. Bijv. een boodschap zonder eerst tegen te sputteren!!!!!

7 Advent is natuurlijk een tijd van wachten, van "verwachting". Het is eigenlijk heel vreemd dat we nooit beeldjes zien, waarop Maria in verwachting is. Toch bestaan die, want in Portugal in de 14e eeuw hebben er een heleboel beeldjes bestaan waarop Maria afgebeeld werd met een dikke buik. Er zijn er nog een paar over en die zij nu natuurlijk heel kostbaar. In de schatkamers van een (niet afgebouwde) kathedraal in Batailla in Portugal kun je ze zien. Je kunt natuurlijk met de kinderen samen ook een Maria in verwachting maken. Zoiets is dan weer bruikbaar bij een viering. [ Hoe je zoiets aanpakt staat bij Kerstmis beschreven.]