Wie Jezus eigenlijk is!( Lucas 9,18-22)
Wie is Jezus eigenlijk? Een van de profeten? Nee, zegt Petrus, Hij is
de Zoon van God. Jezus vraagt zijn leerlingen dit voorlopig geheim te
houden.
De kinderen leren dat het belangrijk is om te kunnen zwijgen en een
geheim te bewaren. Soms mag je zaken niet doorvertellen om anderen niet
te kwetsen. Sommige dingen die je in vertrouwen worden verteld, mag je
nooit doorvertellen.
In dit stukje evangelie (stukje evangelie heet officieel:
evangelie-pericoop), voorspelt Jezus zijn eigen dood. Dit doet hij om
zijn leerlingen hierop voor te bereiden. ( net zoals de meester de
kinderen voorbereid op zijn verandering van functie) .
Elia was een profeet uit het Oude Testament. Hij was een heel belangrijke, en er staat beschreven dat hij niet gestorven is, maar met een wagen met vurige paarden ervoor naar de hemel is gegaan. Daarom dachten sommige Joden, dat Jezus Elia was, die teruggekomen was uit de hemel. Wil je meer weten over Elia, kijk dan in " God preekt tot zijn kinderen", nummer 30, 31 en 32. Dit is best een leuk verhaal om voor te lezen.
Petrus treedt voor het eerst hier op als woordvoerder van de apostelen. Zijn tekst is profetisch!!! En best moeilijk. De Joden geloven (ook nu nog) dat er een Messias, dit is een door God gestuurde afgezant, zal komen, om hen te bevrijden. Jezus is die door God gestuurde persoon, hij is de zoon van God. Hij is gekomen om de mensen te bevrijden en hen zijn blijde boodschap te brengen. (evangelie betekent letterlijk "blijde boodschap") .
Dat er een Messias zou komen, was voorspeld door de profeten, heel
veel van die voorspellingen zijn in het leven van Jezus uitgekomen.
Omdat de Joden - al voordat Jezus leefde - vaak vervolgd zijn, in
ballingschap zijn geweest in Babylonië , in Egypte, vervolgd zijn door
de Assyriërs , hoopten zij dat die Messias hen zou redden van alle
volkeren die hen bedreigden in hun bestaan. In Jezus zagen zij dan ook
iemand, die hen van de Romeinen zou kunnen bevrijden, want dat waren
toen degenen die hun land bezetten. Dat ook de christenen mee zouden
gaan doen aan het vervolgen van de Joden, is natuurlijk een kwalijke
zaak. Het maakt het des te belangrijker om begrip voor elkaar ideeën en
opvattingen te krijgen.
Uiteindelijk is ons geloof voortgekomen uit het Jodendom en hebben wij
er heel veel aan te danken. (bijv. het Oude Testament, het Onze Vader -
wat een Joods gebed was, dat Jezus aangepast heeft - veel van onze
kerkelijke feesten hebben een Joodse oorsprong.). Maria was een joods
meisje, Jezus was een Jood, dat vergeten we wel eens.
1. Dat je een geheim ook niet moet doorfluisteren is eenvoudig duidelijk te maken door : Zet de kinderen in een kring en fluister een kind, iets in het oor. Dit kind fluistert wat ze gehoord heeft bij haar buurtje in het oor en zo gaat het de kring rond. Waarschijnlijk is dan de hele boodschap veranderd. De boodschap mag maar een keer gezegd worden en het laatste kind zegt het hard op. (mooi woord hiervoor: Hottentottententententoonstellingportierspetje. Dit wordt gegarandeerd een ramp!)
2. Ook zonder woorden kun je kontact zoeken met elkaar, het is veel moeilijker om dit te ontdekken : Spelletje : Telefoontje. Zet de kinderen in een kring. Laat ze elkaar de hand geven, zet een kind in het midden. Een kind zegt:" Ik telefoneer met........( noemt een naam van een kind in de kring), door onmerkbare kneepjes in de handen wordt het "telefoontje" door gegeven. Het kind in het midden moet proberen op te merken wanneer er geknepen wordt, als ze dat ziet, is degene die knijpt af en moet in het midden.
3. Na een van deze spelletjes, of allebei want je hoeft het niet zo lang te doen, bespreek je met de kinderen wat ze gezien en geleerd hebben. De bedoeling is dat ze in de gaten hebben dat een geheim, dat je doorfluistert, een hele andere inhoud kan krijgen ........zo komen dus geruchten in de wereld. Door het telefoontje kun je aan tonen, dat als is er nog zulk voorzichtig kontact, het kan toch opgemerkt worden . De conclusie moet dan ook zijn : als je een geheim wilt bewaren moet je er echt over zwijgen.
4. Geheimen zijn nogal eens aanleiding tot geruchten en geruchten kunnen roddels worden. Er bestaat een hele industrie om roddels financieel uit te buiten, neem als illustratie eens een paar roddelbladen mee : Story, Privé! Wat vinden de kinderen hiervan. Laat ze in een blad eens een artikel op zoeken, waarvan ze echt niet geloven dat het waar is. Zouden zij het leuk vinden als er over hen in zo’n blad geschreven werd, over over hun vader of moeder?
5. Geheimen hebben is ook best spannend, en wanneer ze samen een geheim hebt, heb je ook een bepaalde band met elkaar. Jezus maakt in dit stukje evangelie gebruik van dit verschijnsel. Er zijn ook nu groepen die , door geheimen, hun leden binden, soms zijn die geheimen zo sterk, dat de leden niet de kans krijgen om bij de groep weg te gaan, en soms kan het hun zelf het leven kosten. Dit soort groepen kunnen heel gevaarlijk zijn. Praat hier ook eens met de kinderen over en denk samen na over voorbeelden van dit soort groepen . [ Maffia, drugsbenden, en........sommige sektes. Probeer aan te sluiten bij de aktualiteit, neem eventueel krantenartikelen mee om het duidelijker te maken.]
6. Maak eens een grote doos, laat ieder kind daar een geheimpje, op een velletje papier geschreven in doen, en ga samen met de groep, de doos zo goed dichtmaken dat deze niet meer open kan. Als iedereen vindt dat de doos beslist niet meer open gemaakt kan worden, haal dan een scherp mes ( Stanley-mes bijvoorbeeld) te voorschijn en snijdt de doos open. Schudt de papiertjes met de geheimen op tafel, zodat de kinderen zien, dat een geheim opschrijven erg gevaarlijk. Ga nu met ze naar buiten en verbrand daar de briefjes. [ misschien kun je eerst hier met ze over praten en ze zelf op het idee laten komen om de briefjes te gaan verbranden.
7. Een mogelijkheid om een roddel duidelijk te maken: Geef ieder
kind papier en pen. Jij gaat een verhaaltje vertellen en de kinderen
moeten steeds hun antwoorden hierbij opschrijven.
Mevrouw Pietje Puk, gaat zondag naar de kerk. Ze heeft die zondag een
groene jurk aan want ze zal wel......... [ laat de kinderen op
schrijven, waarom mevrouw P.P. een groene jurk aan heeft]
Haar haren zitten heel mooi , dus ze zal wel..........[ kinderen op
laten schrijven waarom haar haren zo mooi zitten].
Ze gaat naast een heer zitten, die zal ze wel........[ aanvullen door
de kinderen] .
Ze loopt met de heer de kerk uit en ze stappen samen in een
auto.......[ ze zullen wel..........]
Als ze wegrijden, zwaait mevrouw P.P. naar een dame, dat zal
wel.......[aanvullen].
Vergelijk nu wat de kinderen opgeschreven hebben. Daar zitten beslist
verschillen in. Van te voren, moet je zelf ook een invulling van het
verhaal hebben en dat lees je dan voor.