Geen woorden maar daden, daar gaat het om!
Sjoerd in het ziekenhuis.
Sjoerd ligt in het ziekenhuis met een gebroken been. Zijn been hangt in
een katrol en hij kan zich niet bewegen zoals hij dat zou willen. Hij
verveelt zich verschrikkelijk, want het lezen hangt hem al ellenlang de
keel uit. Gelukkig dat zijn vriendjes regelmatig tijdens het bezoekuur
komen, anders was het helemaal niet om uit te houden geweest. De
verpleegsters vonden het in het begin wel vreemd, dat hij alleen maar
kinderen op bezoek kreeg en maar weinig volwassenen. Eigenlijk waren ze
daar niet zo blij mee en toen er een nieuwe hoofdzuster kwam, die een
tijdje op vakantie was geweest, vond deze dat kinderen helemaal niet op
bezoek mochten komen, want dan zou er zo'n rommel gemaakt worden, en
zo'n herrie.
Nu daar heeft Peter snel een oplossing voor bedacht: hij is naar de
hoofdzuster toegegaan en heeft haar uitgelegd dat de ouders van Sjoerd
helemaal geen tijd hebben om regelmatig op bezoek te komen. Als zij -
zijn vriendjes - niet mogen komen, krijgt Sjoerd helemaal geen bezoek
en dat zou toch niet eerlijk zijn. Bovendien dreigde hij : "Als ze niet
toe zou staan dat er ieder bezoekuur twee kinderen voor Sjoerd mochten
komen, dan zouden ze ieder bezoekuur met z'n zessen onder het raam van
de kamer waar Sjoerd ligt gaan zitten. Dan zouden ze pannendeksels en
toeters meebrengen en een heleboel herrie schoppen om zo Sjoerd een
beetje lol te bezorgen."
De hoofdzuster wist niet wat haar overkwam, zo'n pittig jochie heeft ze
nog niet vaak ontmoet. Ze heeft ook nog niet meegemaakt dat een kind
het zo voor zijn vriendje opneemt en.....ze vindt dat Peter gelijk
heeft. "Komen zijn ouders echt zo weinig," vraagt ze aan Peter. "Ja,"
zegt deze, "ze zijn er in de twee weken dat Sjoerd hier nu ligt pas
twee keer tien minuten geweest."
Voor alle zekerheid kijkt de
hoofdzuster het
even na in het verslag dat op de zusterspost ligt en ziet dat Peter de
waarheid vertelt. Dan besluit zij ook maar toestemming te geven dat de
kinderen er ieder bezoekuur zijn. "Komt zijn meester van de klas wel
eens," vraagt ze aan Peter. "Ja die komt af en toe en brengt dan
huiswerk mee, maar die kan eigenlijk niet onder bezoektijd want die
woont in een ander dorp en hij moet er helemaal voor terugkomen". "Je
moet maar tegen de meester zeggen dat hij gerust iedere dag , direct na
school even langs mag komen. Anders komt Sjoerd veel te veel achter met
zijn schoolwerk."
Peter belooft dat hij die boodschap over zal brengen en gaat nu naar
Sjoerd toe, die al ongeduldig op hem ligt te wachten. "Hoe was het bij
de majoor," vraagt hij. "Bij de wat????," zegt Peter. "Bij de
hoofdzuster bedoel ik, die noemen we allemaal de "majoor", want die is
zo vreselijk precies en die wil dat wij ons zo vreselijk netjes
gedragen, het lijkt wel of ze ons drillen wil voor het leger," zegt
Sjoert. "Nu bij de luchtmobiele brigade maak jij voorlopig toch geen
kans, want met dat been kun je niet uit een helicopter naar beneden
komen," zegt Jan, die intussen ook binnen is gekomen. "Maar die majoor
valt best mee, hoor," zegt Peter, "je kan heel goed met haar praten en
ik mag tegen de meester zeggen dat die iedere dag even langs mag komen,
met het huiswerk." "Hoi, hoi, dan zijn wij van dat les geven af," zegt
Jan, die het liever over iets anders heeft als over schoolse zaken.
"Maar jullie helpen me toch wel als ik iets niet begrijp," schrikt
Sjoerd een beetje. "Natuurlijk," zegt Peter, "maar nu kunnen we ook
eens iets anders gaan doen."
Die avond komen Bart en Marja en.....ze brengen een leuk kadootje mee
voor Sjoerd; een kratje vol met een zakje aarde, een zakje mos, wat
dennenappels, wat paddestoelen, wat bloemen en wat takjes. Ze hebben
ook een paar bakjes meegebracht, nu kan Sjoerd ook een herfst-stukje
maken, want de meester heeft nog niet besloten welk stukje het mooiste
is.
Een verpleegster die ziet wat er troep er binnen gebracht is en
opgevangen heeft wat de bedoeling heeft, haast zich om gauw een stuk
plastic te zoeken. Dit legt ze over het bed van Sjoerd opdat dat niet
merig wordt. Dan kunnen de kinderen fijn aan de slag en als het
bezoekuur voorbij is, zijn er drie herfststukjes gefabriceerd Die
worden weer in de krat gestopt en Bart belooft ze morgen op school in
te zullen leveren. Voordat ze de stukjes er in doen, kijkt Sjoerd nog
eens goed in het kratje en ziet dat daar nog iets in zit. Het blijkt
een groot pak. "Wat is dat," vraagt hij?" "O, dat is ook voor jou, dan
hoef je je voorlopig niet meer te vervelen als wij er niet zijn," zegt
Marja, "mijn vader had dit een keertje gekocht, maar hij heeft er toch
geen tijd voor." Vlug pakt Sjoerd het pak uit en er zit een bouwpakket
voor een vliegtuig in. Daar wordt hij helemaal stil van. "O, wat mooi,"
zegt hij. "Zit daar echt alles in wat ik nodig heb," vraagt hij. "Joh,
kijk dan in de doos," bromt Bart. Sjoerd doet dat en ziet dat alles er
bij is: lijm en zelfs penseeltjes en verf. O, wat schitterend, hij is
dol enthousiast. "Morgen zullen jullie zien dat ik al een heel eind
ben," zegt hij. "Morgen zijn Magda en Vera aan de beurt En 's avonds
komen mijn ouders, " zegt Bart.
De volgende dag gaat het echt veel beter met Sjoerd: hij verveelt zich
niet meer. Dat vliegtuigbouwen is een heel ingewikkeld karwei. Gelukkig
is de hoofdzuster heel handig, ze vertelt aan Sjoerd dat zij vier
broers heeft die ook vaak bouwpakketten hadden. Zij mocht vaak helpen
en dus kent ze dit ook. Ze heeft zelfs een oud tafeltje voor Sjoerd
gehaald zodat hij niet steeds alles hoeft op te ruimen. Dit is toch wel
heel erg fijn. En als dan de meester ook nog komt, zomaar buiten
bezoektijd, dan is het echt veel fijner in het ziekenhuis. Alleen
Sjoerd moet nu veel meer huiswerk maken en eigenlijk komt hij nu tijd
te kort!!!! Hij neemt zich voor om de hoofdzuster nooit meer de
"majoor" te noemen, want eigenlijk heeft zij er voor gezorgd dat hij
zich niet meer verveelt.
EVANGELIEVERHAAL:
Wat je voor een ander doet, doe je voor God.( Mattheus , 25,
31-45)
Jezus vertelt de gelijkenis van het laatste oordeel, waarmee hij
duidelijk maakt dat wat iemand doet aan de geringste van zijn broeders,
hij dat doet voor God en Die zal het hem belonen.
Voorbereiding
Informatie voor de begeleiding.
Doel: De kinderen leren hoe belangrijk Jezus "gewone" dingen vindt"
wat voor een ander over hebben: op bezoek gaan bijvoorbeeld
De titel van dit hoofdstuk is wel duidelijk, je zult iets voor je
medemens moeten doen, wil God tevreden over jou zijn. Met alleen bidden
kom je er niet.
Misschien is het met dit verhaal aan de kinderen duidelijk te maken,
dat geloven niet iets is, wat je alleen maar in de kerk doet, maar dat
je dat ook in dagelijkse leven moet toepassen.
God beoordeelt wat je gedaan hebt, en niet wat je allemaal van plan was
en waarover je zat na te denken. Dat goede dingen doen niet altijd
gemakkelijk is, is duidelijk. Daarom ga je naar de kerk, om weer een
beetje frisse moed te krijgen en........op goede ideeën gebracht te
worden. Daarbij kun je dan God ergens om vragen, vooral om iets waar
jij zelf niet uitkomt en.........je kunt hem bedanken.
Dit is best een moeilijk onderwerp om met de kinderen te bespreken,
maar je moet het wel doen, want dit is erg belangrijk, anders vergeten
ze dat geloven je hele leven omvat.
Jezus praat veel over zijn vader in de hemel. Hij bidt ook tot
hem. Je zou deze bijeenkomst eens kunnen beginnen door samen een "Onze
Vader" te bidden. Dan moet je daarbij wel een doel aangeven, een
kwestie of iemand die het moeilijk heeft waarvoor je dit bidt. Of
gewoon, omdat het een moeilijk onderwerp is om God te vragen te helpen
met goede ideeen.
Verwerking
Vragen, opdrachten en suggesties.
1. Zijn de kinderen wel eens bij iemand op bezoek geweest in het
ziekenhuis? Hoe vonden ze dat? Wat hebben ze voor de zieke meegenomen?
Weten ze iemand in het dorp die al lang ziek is? Zijn ze daar wel eens
op bezoek geweest?
2. Maak eens een lijstje van een paar zieke mensen, die weinig
bezoek krijgen. Vraag dit eventueel aan de ziekenwerkgroep of informeer
bij de Thuiszorg.
Maak samen met de kinderen iets leuks voor deze zieken en spreek
af wie het gaan brengen. Niet teveel tegelijk, maar wel voor de
volgende bijeenkomst, opdat de kinderen dan hun ervaringen kunnen
vertellen.
Wat kun je maken: een tekening, een bloemstukje, iets lekkers.
Misschien hebben de kinderen nog veel betere ideeën.
[ Als er kinderen ziek zijn, ga dan daar op de eerste plaats bij hen op
bezoek.]
3. Jezus zegt ook dat je bij gevangenen op bezoek moet gaan. Dat is
nogal wat.
Maar toch hebben gevangenen vaak veel behoefte aan kontakt met mensen
die hen serieus nemen. Sommige mensen werken voor een organisatie die
probeert om gevangenen weer een goede plaats in de maatschappij te
geven. Dat heet " de reclassering".
Wij zeggen heel vaak: "een keer gestolen, is altijd een dief," is
dat eigenlijk wel eerlijk? Geven we mensen die een fout hebben gemaakt
dan wel weer een echte kans? (Dit kan dus weer een oeverloze diskussie
worden, houdt het in de hand. Zorg dat je eventueel geïnformeerd bent
over het werk van de reclassering, opvragen bij de bibliotheek
of....... bij de "Maasheggen")
4. Laat de kinderen zelf eens een verhaaltje bedenken, waarin
duidelijk wordt dat je goed moet zijn voor mensen, want dat je daarin
Jezus kunt ontmoeten. Maak daar een toneelstukje van. Er zijn
toneelstukjes over geschreven, maar soms is het veel leuker om zelf
iets in elkaar te flansen. Kinderen hebben vaak een heleboel fantasie.
Zo'n toneelstukje kun je eventueel voor een viering gebruiken.
5. Maak een bouwpakket van goede dingen: lege dozen, waarop je een
goed ding vermeldt, van die dozen kun je dan een huis bouwen waarin
mensen veilig kunnen wonen. (ook bruikbaar voor een viering).
6. Mensen zeggen soms alleen maar tegen elkaar wat ze vervelend
vinden. Geef ieder kind eens een velletje papier en laat ze opschrijven
wat ze goed vinden van het kind dat naast hen zit. Ze mogen dat briefje
mooi versieren, zodat het kind dat het krijgt, het boven zijn/ of haar
bed kan hangen.
7. Spreek met de kinderen af, dat ze tot de volgende bijeenkomst
goed op zullen letten, of ze ook echt iets goeds voor anderen doen.
Misschien zelf een dagboekje daarover bij houden. Ze hoeven dit
naderhand niet te vertellen, anders krijg je dat ze tegen elkaar op
gaan bieden. Ze moeten dit gewoon voor zichzelf in de gaten houden.
Je kunt samen met hen zo'n dagboekje maken en de kaft leuk
versieren.