We zijn in de wereld om elkaar te helpen.

Hulp bij een ongeluk!

Ja, Peter en Bart zitten boven in de boom, op een dikke tak. Ze zijn van plan om een brug te gaan bouwen naar een andere boom, zodat ze een "vluchtweg" hebben. Peter zegt:"als we een touw spannen van deze boom, naar die toe, dan hebben we alvast verbinding." "En dan een touw, van die tak, naar die tak daar; en eentje van deze naar die tak", zegt Bart. "Dan hebben we gelijk leuningen om ons vast te houden", snapt Jan "Dan moeten we die touwen ook weer met elkaar verbinden dan hebben we een stevige brug, zoals je wel eens ziet bij overlevingstochten". Bart klimt naar beneden, hij zal in de andere boom gaan zitten om de touwen op te vangen, die door de anderen jongens overgegooid worden. Bart klimt omhoog, maar omdat hij alleen maar aan de brug denkt, kijkt hij niet goed uit waar hij zijn voeten neerzet. Hij stapt op een dode tak. De tak breekt af als het volle gewicht van Bart erop komt en de jongen tuimelt naar beneden. Gelukkig kan hij zich vóór het op de grond smakt nog grijpen, maar hij komt met zijn ene voet wél raar terecht. Au,au, dat doet pijn. Kermend en een beetje snuffend, blijft hij zitten. In een oogwenk zijn alle kinderen bij hem. Marja probeert Bart te troosten en aait hem over zijn hoofd. Vera, die wat praktischer is, kijkt naar de voet van Bart. Ze trekt zijn schoen uit. O,o, dat ziet er niet best uit, de enkel van Bart wordt helemaal dik. "kun je, je tenen bewegen", vraagt ze. Bart probeert het en Vera kijkt gespannen of hij met al z'n tenen kan wiebelen. Gelukkig dat gaat. Dan valt het wel mee, want dan is er niets gebroken. Dat heeft ze bij de jeugd-E.H.B.O. geleerd. Volgens Vera is de enkel van Bart verstuikt en....daar hoort dus een lapje om. Magda heeft een leuke, rode sjaal in haar haren en die geeft ze om Bart te verbinden. Vera maakt een vrolijk pakketje van de voet van Bart, dit staat heel geinig, maar het doet wél zeer. Bart kan er niet goed op staan. Naar huis gaan en de rest van de middag op een stoel zitten, daar heeft hij geen zin in. Maar meehelpen met de brug, dat gaat ook niet. Voorlopig blijft hij maar gewoon op de grond zitten, even bijkomen. Jan loopt intussen naar boven te kijken, het ziet eruit of hij iets uitbroedt. "Weet je," zegt hij, "een brug is natuurlijk heel erg leuk. Maar misschien kunnen we dat touw wel gebruiken om een soort lift te maken, dan kunnen we Bart naar boven hijsen. Dan kan hij ook in de boomhut." "Dat lijkt me héél moeilijk", zegt Magda. "Welnee," antwoordt Jan, "ik zal het je laten zien. Hebben we een stukje papier en een potlood ergens ?" Dat is natuurlijk niet te vinden. Geen nood, Jan pakt een stokje, veegt de grond een beetje glad en begint met het stokje in het zand te tekenen.
"Kijk,"zegt hij,"dit is die ronde stok boven in de hut. Als we daar twee touwen overheen hangen, boven het gat in de bodem. Dan maken we aan de touwen een plankje vast, net als een schommel. Dan gaat Bart op dat plankje en wij trekken aan de andere kant van de touwen, dan komt hij vanzelf boven.""Dan ga ik vast naar boven om die touwen over de balk te hangen", zegt Vera. "Blijf daar dan wachten tot Bart eraan komt, dan kun je hem helpen met afstappen," vindt Peter. Vera klimt de boom in en neemt de uiteinden van twee touwen mee. Ze hangt ze over de balk en laat ze weer zakken. Peter vangt ze op. Jan heeft intussen vier gaten in de plankje gemaakt. Dit wordt aan het touw bevestigd. Het lijkt echt net een schommel. Ze leggen de plank precies onder het gat in de hut. Bart moet er op gaan zitten. Dan gaan de vier kinderen uit alle macht aan het touw trekken, Het lukt, Bart zweeft al omhoog. Vera hangt uit het gat en pakt Bart vast. Na nog even trekken is Bart in de hut. Vera helpt hem van het plankje af. De andere kinderen komen ook naar boven, trots dat ze nu een lift hebben."Dat is eigenlijk nog leuker als een brug", zegt Peter, "nu kunnen we zware vrachten boven krijgen""Bijvoorbeeld, mijn pak boterhammen", zegt Jan. "Of een trommel koekjes waar jij genoeg aan hebt", antwoordt Vera.

EVANGELIELEZING:

"Jezus geneest een verlamde man."(Marcus 2 1-12, Matteus 9 1-8, Lucas 5 17-26)
Die lamme heeft goede vrienden die hem naar Jezus brengen, ook al kost dat veel moeite.

Voorbereiding

Leerdoel:

    Mensen zijn niet alleen maar verantwoordelijk voor zichzelf maar ook voor elkaar.
    Als je voor elkaar verantwoordelijk bent, moet je elkaar ook helpen wanneer er een noodsituatie is.

    Jezus laat ons weer eens een praktische noodsituatie zien, waarin op een zéér creatieve manier hulp geboden wordt

    In de tijd van Jezus was het normaal dat zieken naar priesters gingen om genezen te worden.

    Het hand opleggen (zegening) werd beschouwd als een genezende handeling. Dit is in de eerste eeuwen van het Christendom gebruikt, pas in de Middeleeuwen genas een priester niet meer, maar bad hij alleen maar voor de ziel van de mens. Wat we dus tegenwoordig zien bij zog. "healings" is niets nieuws onder de zon.

    In bedevaartplaatsen zie je ook nu nog de oude vorm: het zegenen van zieken om zo voor genezing te bidden.

    Het evangelie verhaal speelt weer in Kafarnaum, dit was een belangrijke stad!

Verwerking
Opdrachten/vragen/suggesties

1] Wat vinden jullie van het Evangelieverhaal ? Wie van jullie kan 't in 't kort navertellen ?

2] Kan alleen een dokter helpen als iemand ziek is ?

3] Als mensen helemaal geen raad meer weten zoeken ze soms hulp bij "wonderdoeners".

Weet jij er een paar (Jomanda etc.)

4] Soms gaan mensen ook naar plaatsen toe waar wonderen gebeurd zijn, weet jij waarheen ? (Lourdes etc.)

5] Als mensen heel ziek zijn wordt de pastoor er soms ook bij gehaald. Hij bidt dan en zalft de mensen met olie. Hoe heet dat en waarom doet hij dat ?

6] Soms zijn kinderen bij een Sakrament van de zieken geweest, laat ze daar over vertellen.

Suggestie: Laat ze de verlamde man eens spelen. Een draagbed is eenvoudig te maken met twee stevige palen/latten, oude deken of lakens. Zorg dat het stevig is, controleer dat zelf ! En hoe zou jij dat vinden als je ineens beter was ? Leef je maar eens in !

Suggestie: Laat de kinderen een huisje maken zoals dat er uitzag in de tijd van Jezus, dus met een losse dakbedekking. Misschien bouw je zó een stadje.
(leuk om te gebruiken bij een kerststal, vooral als je er lichtjes in aanbrengt en gekleurd papier voor de raampjes doet !)

Er zijn 7 sakramenten/zegeningen die Jezus ons geleerd heeft, namelijk:

1] Doopsel 2] Heilige Communie 3] Vormsel 4] Huwelijk 5] Priesterwijding 6] Ziekenzalving en 7] Biecht.

Kennen de kinderen dit allemaal ? Leg het eventueel uit.

7) Welke sakramenten hebben jullie al ontvangen ?

8) Wanneer gebruikt een priester nog meer (olijf) olie en waarom ? (bij 1], 3], 5] en 6])

Misschien wel leuk om te weten, de olie wordt met Pasen gewijd door de bisschop, door de dekens (hoofd van de pastoors) uitgedeeld aan de pastoors.

Ieder jaar krijgt de pastoor nieuwe olie, vraag het maar eens aan meneer Pastoor.

Iedere bisdom heeft een bisschop dat is er een per provincie, en boven de bisschop staat als hoofd/baas een kardinaal en boven de kardinaal is de paus !