"Hela," roept Bart, "als we noordoost willen
rijden, moeten we hierin!"
Hij wijst op een smal zandweggetje dat een bos in draait. Volgens Vera
klopt dit echt en dus fietsen de kinderen het pad in. Met een potlood
tekent Marja op kaart waar ze zitten en waar ze heen gaan, dan kunnen
ze in ieder geval de weg terugvinden.
De
vader weet zelfs al een toepasselijke naam voor het beestje : Hannesje,
omdat hij in het water gedoopt is. Als laatste gaan ze naar Vera
en....gelukkig ook daar is een hondje welkom. "Die kan straks mooi ons
huis bewaken," zegt Vera’s vader, "dan kunnen er nooit meer stiekem
vreemde figuren rond ons huis sluipen." "Ik zal wel zorgen dat hij die
vreemde figuren die u bedoelt, goed kent," zegt Vera, die snapt dat
haar vader haar vriendjes bedoelt. "Morgen gaan we even met het hondje
naar de dierenarts, want hij moet wel zijn inentingen hebben", zegt
vader, "daar moeten de anderen ook aan denken." "Ik zal het morgen op
school gelijk zeggen," belooft Vera. "Sjoerd kan maar het beste met ons
meegaan, want zijn vader en moeder zullen wel geen tijd hebben." De
volgende dag is Sjoerd reuze blij met dit aanbod, want hij heeft wel
geld gekregen voor de dierenarts, maar moet er alleen heen en dat vindt
best griezelig.
Het doopsel van Johannes. (Lucas 3,1-18).
Johannes
riep mensen op zich te bekeren van hun slechte gewoonten en praktijken.
Ze moeten anders gaan leven en dat voornemen geven ze gestalte in het
doopsel in de Jordaan.
Doel: De kinderen laten zien dat een door een "Doopsel" iets verandert, en wel heel radicaal. Je hele manier van in het leven staan verandert erdoor.
De vergelijking is misschien een beetje raar, maar door het
doopsel
wordt je "kind van God," en de hondjes werden na hun onderdompeling,
het huisdier van een nieuwe baas.
In beide gevallen is het een verandering ten goede en krijgen ze nieuw
kansen: beginnen ze een nieuw leven.
Wat het doopsel is, is al eerder uitgelegd. We gaan er nu wat nader op in.
Het doopsel is het enige sacrament, dat niet per se door een priester toegediend hoeft te worden. Iedere gelovige mag dopen. Vroeger werd dit veel vaker gedaan dan tegenwoordig, omdat men er vast van overtuigd was, dat een baby, die ongedoopt stierf, niet in de hemel kwam. Daarom gaf men een kindje dat in stervensgevaar was een "nooddoop". Een beetje water over het hoofdje en tegelijkertijd de woorden: "Ik doop u in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest", was voldoende. Belangrijk was (en is) dat dit gelijktijdig gebeurt. Omdat de protestanten dit soms niet gelijktijdig doen, worden sommige protestanten die katholiek worden overgedoopt!
In de meeste gevallen is het protestante doopsel, ook voor de katholieken geldig. Wanneer een protestant met een geldig doopsel, katholiek wil worden, krijgt hij/ zij alleen het "vormsel" en wordt zo opgenomen in de katholieke kerk.
Bij het doopsel krijg je ook een doopnaam, dit kunnen er meerdere zijn. Het zijn vaak namen van heiligen, , de bedoeling is de bijzondere bescherming van die heiligen aan te roepen.
Zacharias was een priester en deed dienst in de tempel. Priesters bij de Joden mochten trouwen, zoals trouwens nu nog de priester bij de Orthodoxe katholieken van de Griekse en Russische ritus en.....de angelikaanse priesters.
Elisabeth was al oud en eigenlijk kon ze geen kinderen meer krijgen, iets wat nooit bij haar gelukt was. Daarom geloofde Zacharias niet dat hij vader zou kunnen worden toen een engel dit hem kwam vertellen. Als straf - dat hij dit geloofde - werd hij stom totdat zijn zoon Johannes geboren was. Het eerste wat hij toen weer kon zeggen, was de naam van het kind.
Johannes leefde in de woestijn, at sprinkhanen
(helemaal geen slecht voedsel, want deze insecten bevatten veel eiwit
en ook nu nog worden ze gegeten). Hij kleedde zich in een kleed van
kamelenharen. (gewoon een soort wol, maar wel ruw en stug.)
Men denkt dat hij lid is geweest van de beweging van de Essenen, die
bij de Dode Zee woonden, in Qumran, waar archeologische vondsten zijn
gedaan die een licht werpen op hun leven. Het was een soort commune,
waarin de mensen niet mochten trouwen en geen kinderen mochten krijgen.
De Essenen leefden erg sober, hielden niet van verzieringen en toen zij
later het Paleis van Herodes de Grote in gebruik namen , verwijderde ze
alle versiering en bedekten de mozaïeken op de vloer met een laagje
pleister.
De Dode Zee is het laagste punt op de aarde, 300 meter onder de zeespiegel. Hier stroomt de Jordaan in uit. Het is er bloed heet en daardoor verdampt het water. Doordat in water altijd een heel klein beetje zout zit en dit niet verdampt, wordt de Dode Zee steeds zouter. Je kunt er niet echt zwemmen, je blijft drijven.
Omdat er maar weinig water via de Jordaan in de Dode Zee stroomt,
wordt deze steeds kleiner, nu zijn er feitelijk twee zeeën, die door
een - door mensen gegraven - kanaal met elkaar verbonden zijn. Het
ontzettende zoute water, zou erg gezond zijn voor mensen met
huidaandoeningen (psoriasis) , er is een Kur-plaats. Ook het insmeren
met modder uit de Dode Zee zou erg goed voor je huid zijn.(Dit spul is
te koop bij de Hema!!!!!!!! Als je de kinderen dit verhaal wilt
vertellen, kun je ze misschien ook die modder eens laten proberen.
Schrik niet, die modder stinkt gewoon naar modder!!!!)
In het water van de Dode Zee zitten ook heel veel mineralen en.....veel
magnesium. Dit wordt gewonnen en gebruikt voor de industrie want
hiervan kan men een metaal maken, dat nog lichter is als aluminium en
veel sterker.
De meest bekende badplaats is Engedi, daar is ook een zoet water bron
en groeien palmbomen.
Massada is een hoge rots, waarop het paleis van
Herodes de Grote was. Toen Israël uiteindelijk helemaal door de
Romeinen onderworpen werd, was hier een grote groep Joden, die zich tot
het laatste toe verdedigd heeft.
De Romeinen hebben de burcht Massada heel belegerd (de omtrekken van de
Romeinse kampen zijn nu nog te zien). Uiteindelijk hebben ze de burcht
in genomen door een wal op te hogen tegen de westelijke muur aan. Vanaf
de andere kant was het onmogelijk om op Massada te komen. Hier is
alleen een smal pad dat naar boven voert, het zg. Slangenpad. Op
Massada waren grote verzamelbekkens voor water, de zg "cisternen". Deze
kun je nu nog bekijken.
Koning Herodes had er zelfs en zwembad. Er was ook een Romeins
badhuis, met warme en koude baden. (soort sauna) . De warme baden
heette het "frigidarium" en de koude het "calendarium" . De warmte werd
vastgehouden door een soort holle bakstenen. Nu kun je met een
kabelbaantje naar boven, en daar de ruines bekijken. Het is er
vreselijk warm!!!!!!
Toen de Romeinen uiteindelijk Massada innamen, was die niemand meer in
leven.
De Jordaan is een zeer smal riviertje, volgens onze begrippen eigenlijk niet meer als een beek. Toch is de Jordaan van levensbelang voor Israël, want met het water uit deze rivier wordt veel dor land weer tot leven gebracht. Zo brengt het water van de Doop een mens tot nieuw leven.
1. Inventariseer eens de doopnamen van de kinderen van de S.v.S.-groep en zoek eventueel de heiligen op die bij deze namen horen. (Hierover staat al een stukje bij de inleiding!). Soms is het best moeilijk om de goede heiligen te vinden, want er zijn er soms meerdere met dezelfde naam.
2. Weten de kinderen waarom ze deze namen van hun ouders gehad
hebben?
Vaak zijn doopnamen, namen die veel in een familie voorkomen, kennen de
kinderen andere familieleden met dezelfde namen? Als ze het niet weten,
laat het ze dan thuis eens navragen en het de volgende bijeenkomst
vertellen.
3. Namen zijn belangrijk! Wanneer je elkaars naam kent en elkaar bij
de naam noemt, is de eerst vorm van contact gelegd. Meestal wordt je
niet genoemd bij je doopnaam, maar bij je roepnaam. Wat is daar het
verschil bij.
Ga ook dit een praktisch na met de kinderen.
Je hebt ook bij-namen. Daarvan kennen de kinderen vast ook wel
voorbeelden, misschien van op school, maar ook vanuit het dorp. Vooral
in dorpen waar dezelfde combinaties van voor- en achternamen voorkomen,
wordt nogal eens een bijnaam gebruikt.
Er zijn ook schuilnamen, wanneer worden die gebruikt en door wie???
(oorlog, mensen die beschermd moeten worden e.d.)
4. Ook bij de doop van Jezus, wordt hem een naam gegeven: hij wordt
de " geliefde Zoon" genoemd.
Werk dit met de kinderen eens uit als een geboortekaartje. Je kunt het
klein doen, maar ook heel groot, om bv. bij een viering te gebruiken.
5. In veel landen (vooral de zuidelijke) is het gebruikelijk om niet
je verjaardag te vieren, maar je "naamdag" , dit feest vindt dus plaats
op de dag dat het feest van jouw heilige in de kerk gevierd wordt.
Met dit gegeven kun je met de groep misschien een alternatieve
verjaardagskalender opstellen. (Van te voren wel opzoeken wanneer die
heilige feesten zijn.)
6. Er is ook een heilige die de patroon is van alle dieren: de heilige Franciscus van Assisie. Daarom is het op 4 oktober wereld dierendag. Dit kennen de kinderen vast wel, laat ze eens vertellen wat ze dan voor hun huisdieren doen.
7. In Nederland is een organisatie die voor de dieren zorg en voor
het rechten opkomt: de Dierenbescherming. Met deze instantie had degene
die de jonge hondjes probeerde te verdrinken, vast te maken gekregen.
In ons land zijn er wetten die de rechten en plichten van mensen
regelen, maar er zijn ook wetten die de rechten van dieren regelen.
Waar wordt bijv. opgelet???????
Laat de kinderen eens wat voorbeelden bedenken, wat er met dieren niet
mag gebeuren.
Waar kunnen dieren die nergens meer terecht kunnen naar toe? ( asiel)
Weten de kinderen er een?
[Wanneer je nu het idee krijgt om in een dierenasiel met de kinderen te gaan kijken, dan moet je dit van te voeren god regelen, vooral met de ouders van de kinderen, want die willen vast en zeker een zielige hond of een zielige poes hebben. Dit kan nogal wat toestanden geven. Bezint eer ge begint!]
[Een andere mogelijkheid is een bezoek brengen aan een dierenarts en die eens laten vertellen wat er allemaal komt kijken als je aan een huisdier begint.]
8. Een hondje of poesje maken, is ook een leuke mogelijkheid. Bijv. van pompoenen (van die wollen!) of van een washandje. Met deze technieken is het mogelijk in een bijeenkomst er mee klaar te komen.