Water is heerlijk om in te spelen, maar kan ook gevaarlijk zijn!
Een dagje vissen.
Het is zaterdagmorgen en tien uur. Vera, Bart, Magda en Marja zijn al
bij de vijver. In de verte zien ze Peter en Jan al aankomen. Jan heeft
een rood hoofd van het trappen. Een beetje buiten adem stapt hij af.
"Pfft, hé, hé, nu mogen jullie helpen. Die boot is veel zwaarder dan ik
had gedacht. " Ze maken het karretje open en halen de keurig opgevouwen
boot eruit. Gelukkig heeft Jan aan de voetpomp gedacht. Bart en Peter
gaan aan het werk, om de beurt pompen ze, net zo lang tot de boot op
een echte boot lijkt. De meisjes schuiven de roeispanen in elkaar en
Jan haalt de rest van zijn spullen uit de kar. Jawel hoor, al zijn
visspullen heeft hij bij zich en een enorme zak met boterhammen. Ze
besluiten eerst te gaan roeien, want het is nu nog lekker rustig op de
vijver en de boot is zo groot dat ze er met zijn zessen in kunnen. Jan
schuift de boot een stukje het water in en laat de anderen instappen.
Erg makkelijk gaat dat niet, want de boot wiebelt. Magda en Marja
vinden het eigenlijk best een beetje griezelig, maar Peter zegt dat het
goed gaat, dus dat geloven ze maar. Nu staat alleen Jan nog op de kant,
hij geeft de roeispanen aan Peter en Bart en dan geeft hij een flinke
duw tegen de boot.
De boot schiet naar voren, weg van de kant. Jan springt, nee, hij duikt
in de boot, met zijn gezicht pardoes in de schoot van Vera. Die grijpt
hem bij zijn armen en trekt hem naar binnen. Peter en Bart beginnen te
roeien, maar dat gaat niet zo best, het lijkt of ze niet vooruit komen.
"Ik denk dat jullie tegelijk de peddels in het water moeten steken.
Zoiets heb ik mijn vader wel eens zien doen," zegt Vera. De jongens
proberen het; en na een boel gespetter lukt het inderdaad !
Ze varen steeds verder de vijver op. "Kijk eens," zegt Marja, "daar is
een eilandje, zullen we daar eens heen gaan ?".Magda heeft intussen
naar de lucht zitten kijken en ze ziet hele donkere wolken aankomen.
"Jongens, ik denk dat we terug moeten, want er komt een regenbui aan."
"Dat is niet erg", zegt Peter," we zijn nu toch al nat, laten we nog
maar een stukje verder gaan. Misschien kunnen we op dat eiland wel
schuilen." Peter heeft dit nog niet gezegd of de bui breekt los. Het
wordt heel donker en het begint te plenzen. De kinderen zijn in een
paar minuten kleddernat en koud. Bovendien begint 't ook nog te waaien
en de boot schommelt verschrikkelijk! Peter en Bart hebben de grootste
moeite om te roeien. Jan zit te rommelen onder een bank. Hij haalt daar
oranje plastic lappen vandaan. "Gelukkig," zegt hij, "we hebben
zwemvesten aan boord." Hij geeft de meisjes ieder een zwemvest dat ze
moeten opblazen. Zelf blaast hij er eerst een voor Peter op. Vera die
klaar is, geeft dat vest aan Bart en helpt het hem aandoen, want hij
mag de roeispaan niet verliezen.
Ze voelen zich nu wél een beetje veiliger, maar
Magda en Marja zijn nog
steeds heel bang. In de verte komt een grote boot aanvaren. Vera ziet
hem het eerst. "Als die maar niet tegen ons aanvaart," denkt ze en
wordt nu ook bang. Het lijkt wel of de grote boot recht op hen af komt.
De twee jongens peddelen uit alle macht, maar veel helpt dat niet, want
de golven worden steeds groter. De grote boot mindert vaart en vlak bij
de kinderen ligt hij stil. Er komt een man uit de kajuit en die roept
iets.
Jan snapt 't direct en let heel goed op, want de man gooit een dik touw
naar hen toe. Jan vangt het touw op en houdt het heel goed vast ! Vera
grijpt ook het touw en samen trekken ze hun bootje naar de andere boot
toe. Een vrouw hangt een touwladder over de reling en Jan pakt die
vast. "Magda en Marja, kom hierheen," roept hij. Magda en Marja komen
heel voorzichtig naar de andere kant van het bootje en grijpen de
touwladder. Nu moeten ze om de beurt naar boven klimmen.
Dat is erg griezelig, want alles beweegt ........maar het lukt. Ze
worden de kajuit in gebracht en dan is 't de beurt van Peter en Bart.
Die willen de roeispanen meenemen en dat gaat nog goed ook ! Dan volgt
Vera. Nu is alleen Jan nog in het bootje. De man zegt dat hij het touw
aan het bootje vast moet knopen. Jan doet dat en dan moet hij naar
boven klimmen. De man trekt 't bootje aan 't touw omhoog
en.........laat de lucht eruit lopen. In de grote boot hebben ze niet
veel last van de wind en de regen.
De man brengt de kinderen naar de jachthaven, die is gelukkig niet ver
van de plaats waar ze hun spullen hebben laten staan. De kinderen zijn
blij dat ze gered zijn en nadat ze de man en vrouw heel, heel hartelijk
hebben bedankt, gaan ze naar huis om droge kleren aan te trekken. Ze
spreken wél nog even af dat ze de volgende dag bij Vera bij elkaar
zullen komen. Wat ze dan gaan doen; dat zien we de volgende keer !!!!
EVANGELIE
Storm op het meer (Lucas 8 22-25, Matheüs 8 23-27, Marcus
35-41)
De apostelen zijn doodsbang omdat de golven al over hun bootje slaan.
Voorbereiding
a. de kinderen laten zien dat bang zijn niet kinderachtig is, want
ook volwassenen
(stoere mannen, de apostelen) zijn soms bang.
b. ontzag hebben voor natuurverschijnselen is heel verstandig, want
alleen God heeft daar macht over.
Door dit hoofdstuk te behandelen is het mogelijk de kinderen te
leren over angsten en bang zijn te praten. Maak dit "praten" niet te
lang en niet te zwaar , gewoon een paar voorbeeldjes is genoeg!
Zorg tijdens het gesprek dat je alle kinderen kunt zien en dat ze jou
kunnen zien, dus nooit in rijen achter elkaar, waak ervoor dat er geen
schoolssfeertje ontstaat, want ze hebben de hele dag al op school
gezeten.
Het meer van Galilea, wordt ook wel het Meer van Tiberias
genoemd.
Tiberias is ook de grootste stad aan dit meer en al heel oud. Hij ligt
op de westelijke oever van het meer. Het meer is groot maar je kunt wel
de oever aan de overkant zien. De "storm" is een natuurverschijnsel dat
ook nu nog dagelijks voorkomt. Deze storm steek n.l. iedere middag rond
4 á 5 uur op en veroorzaakt grote golven. De vissers weten dit en gaan
na die tijd het meer niet meer op.
De Jordaan stroomt door het meer, in het noorden erin en in het zuiden
eruit. Op de plaats waar de Jordaan uit het meer stroomt is een
"Doopplaats" , hier kunnen mensen in de rivier gedoopt worden ( d.w.z.
koppie- onder) er zijn kleedhokjes en in het water zijn leuningen waar
men zich aan vast kan houden.
In het water van de Jordaan zwemmen meervallen die wel een meter lang
kunnen zijn. Er zwemmen ook z.g. Petrusvisjes, dit zijn baarzen en die
kun je in restaurants eten.
Langs de weg op de oostelijke oever van het meer staan eucaliptusbomen.
Wanneer je halverwege het meer bent kom je bij een plaats waar een
kudde zwijnen zich van een rots gestort zou hebben, toen daar de
duivels in gegaan waren die Jezus uit een bezeten man gedreven had. (
dit verhaal staat ook in het evangelie!).
Rondom het meer zie je bergen. De bergen op de oostelijke oever behoren
tot de Golan Hoogvlakte. Doordat er water uit het meer van Galilea bij
de hand is, is deze vlakte nu vruchtbaar.
Deze informatie hoef je niet aan de kinderen te vertellen, maar het is
altijd handig als je zelf net iets meer weet.
Verwerken
Opdrachten / vragen / suggesties
1] Wat vinden jullie van het evangelieverhaal ? Wie kan 't in het
kort vertellen ?
2] Hoe zou jij 't vinden om in 'n bootje in een storm op een meer te
zitten ?
3] Zou je durven zeggen dat je bang bent/was ?
4] Zijn volwassen oftewel grote mensen ook wel eens bang en waarvoor ?
5] Vind je het kinderachtig als anderen bang zijn ?
6] Wat denk je dat het verstandigste is: stoer doen,
of zeggen dat je iets griezelig vindt en niet alleen kunt of durft ?
7] Waarom zou Jezus vaak op, of bij een meer zijn ?
8] Hoe klinkt geluid bij en over het water ?
Ter informatie
Water zowel een bron, als een meer of rivier was vroeger een
leef/was/ontmoetings-plaats van mensen.
Bij een meer of bij het water is het geluid veel beter, het water
draagt het geluid verder, (water is een geluidsversterker, vroeger had
je geen microfoons !)
- Heb je wel eens in een put geroepen ?
- Kijk eens op de landkaart voorin waar dit verhaal zich afspeelde,
waar het meer van Galilea ligt, zoek eventueel wat foto's van dit meer.
- Je kunt dit vinden in de bibliotheek in boeken over Israel.
In bijbels voorin staan ook vaak landkaarten, kijk maar eens.
- Zie je verschil tussen het oude en nieuwe Europa ?
Suggestie:
Wandel met de groep naar bijvoorbeeld het Schaartven en laat ze
vanaf tegenovergestelde oevers iets naar elkaar roepen.
Heb je hier geen tijd voor, stel aan de kinderen voor om eens met hun
familienaar het water toe te gaan.
Laat ze dit dan een volgende keer vertellen hoe ze dit ervaren hebben !
Creatieve suggestie !
Knoop een visnet !!!!!
Benodigdheden: bol witte katoen. (of een andere kleur) en een heleboel
frunnikvingers.
Of de knopen allemaal goed zitten is niet belangrijk.
Wél belangrijk is dat ze het samen oplossen !
Het eindresultaat kan bij een eventuele versiering in de kerk gebruikt
worden.
Platte knoop: links over rechts, rechts over links, 10 cm. etc platte
knoop 2 stukken draad van 1 of 2 meter lengte
Weet je waar het woord boeten vandaan komt ???
De vissers deden de netten boeten, dat wil zeggen heel maken !!!!