De Boomhutverhalen


De verhalen rond "de boomhut" zijn bedoeld voor de catechese tussen de eerste communie en het vormsel.
Na de eerste communie werden de kinderen uitgenodigd mee te gaan doen met de zogenaamde Stap-voor-stap-groepen in onze parochie. Het is de opzet dat zij drie keer per jaar een drietal bijeenkomsten hebben. Eén keer per jaar mondt dat uit in een gezinsviering.

De verhalen zijn gekoppeld aan een evangelieverhaal.

Onder "Voorbereiding" is uitleg vooraf te vinden voor de (gast-)ouders en onder "Verwerking" zijn opdrachten, vragen en suggesties te vinden, van alles dat zij met de kinderen kunnen doen.

Tekst en tekeningen ©zr Christa Hijstek


Hieronder staat het inleidende verhaal.

De school is uit. Heerlijk! Vera loopt opgewekt naar buiten. Ze zwaait met haar jas, want het is veel te warm om die aan te doen. In haar rugzak zitten de spulletjes voor school, die heeft ze voorlopig niet meer nodig. Het is zomervakantie. Daar komen haar vriendjes en vriendinnetjes ook naar buiten.
Peter met zijn rode haren, die hij nooit netjes kamt; Jan, die leren op school maar moeilijk vindt, maar die met zijn handen heel handig is; Bart, die altijd zin in kattenkwaad heeft. Een stukje achter hun lopen Magda en Marja, die de M. en M.'s genoemd worden, want ze zijn altijd bij elkaar, zie je de een, dan is de andere meestal vlak in de buurt. Vera staat op hen te wachten want ze gaan samen naar huis. Ze wonen allemaal in dezelfde buurt aan de rand van het dorp, waar iedereen elkaar kent. Eerst moeten ze hun fietsen halen want lopen is te ver.
De jongens rennen naar hun fietsen en halen allerlei dolle streken uit. "Pas op," zegt Vera "straks vallen jullie!" Maar het is al te laat: Jan is tegen Bart aan gereden en samen liggen ze op de grond. Gelukkig is er niets ergs gebeurd, maar de sturen staan wél scheef. Jan denkt niet lang na, neemt een voorwiel tussen zijn been en zet het stuur van zijn eigen fiets recht. Bart probeert het ook, maar dat lukt niet zo erg.
Jan zegt: "Houd jij mijn fiets even vast, dan zal ik het eens proberen." Bart pakt de fiets van Jan en snel is ook het stuur van Bart zijn fiets weer in orde. Vrolijk pratend en lachend rijdt het groepje het schoolplein af. Ze zijn allemaal blij dat het vakantie is, want het is een heel druk schooljaar geweest en ze hebben dit jaar ook hun eerst communie gedaan. Daarvoor hebben ze veel moeten doen. Nu voelen ze zich echt groot en ze horen er helemaal bij. Dat is ook een fijn gevoel. "Hé jongens, wat gaan jullie doen in de vakantie," gilt Marja. "Weet ik nog niet," zegt Peter, "misschien gaan we naar een camping, maar dat weten we nog niet zeker."
Na wat gepraat is het duidelijk dat zeker de eerste week van de vakantie iedereen gewoon thuis is. "Dan kunnen we toch samen vakantie houden," zegt Vera, die het niet zo leuk vindt haar vriendjes zolang te moeten missen. "Ja," zegt Jan, "dat lijkt mij ook wel wat, want samen kun je veel leukere dingen doen, dan alleen." Als we eens afspreken dat we morgen om tien uur bij de vijver zijn, dan maken we daar nieuwe plannen," zegt Marja. Gelukkig hebben ze het afgelopen jaar allemaal hun beide zwemdiploma's gehaald, zodat ze er wel alleen heen mogen van hun ouders! Bart die dol is op vissen, ziet onmiddellijk mogelijkheden: "neem je visspullen mee!" "En eten en drinken" zegt Vera, "dan kunnen we de hele dag weg blijven!" "Wij hebben thuis een opblaasboot," zegt Jan, "ik vraag of ik die mee mag nemen, dan kunnen we ook gaan varen." Blij en opgewonden door het vooruitzicht op een fijne dag gaan de kinderen naar huis.

Wat er die volgende dag gebeurt, dat hoor je een volgende keer als je naar een Stap voor Stap bijeenkomst komt.