Drieëndertigste zondag door het jaar.
De Bas en Boris-sekte!
Bert heeft op de televisie een programma gezien waarin verteld werd
over sektes.
"Wat zijn dat?" vraagt Bas.
"Heeft dat iets met sex te maken," wil Boris weten.
"Nee," antwoordt Bert, "dat schijnt iets met geloof te maken te
hebben."
"Zijn wij dan ook zo'n sekdinges, als we misdienaar in de kerk zijn?"
vraagt Bas.
"Nee," zegt Hanneke, die het programma ook gezien heeft, "dat is iets
heel anders; een sekte is een geloof dat door iemand uitgevonden wordt,
die daar meestal zelf heel rijk van wordt."
Heel rijk worden is iets dat Bas en Boris zeer aantrekkelijk vinden en
's avonds in bed praten ze nog een poosje over die rare sekdingesen.
"We kunnen zelf wel zo'n sekgeval verzinnen," stelt Bas voor, die
ineens weer klaarwakker is.
"Dan moeten we wél goede regels maken," vindt Boris.
"Kom, dat doen we nú even, dan kunnen we morgen op de school die regels
uitdelen; misschien doen al onze vriendjes dan wel mee," zegt Bas, die
het licht aan heeft gedaan en op het randje van zijn bed zit.
"In die regels moeten we gelijk vertellen wat iedereen moet geloven,"
vindt Boris.
De tweeling zoekt een stuk papier en een potlood.
"Eerste regel," zegt Bas: "Bas en Boris zijn de baas en iedereen moet
hun veel snoepjes geven!"
Ook Boris vindt dit een goede regel en schrijft hem op.
"De volgende," zegt Boris," weet ik wel: jullie moeten veel spelen,
want dat is reuze gezellig."
Bas vindt dat wanneer je veel moet
spelen, je
ook ervoor moet zorgen dat je veel speelgoed hebt en een heleboel vrije
tijd; dat wordt de derde regel.
"Nu moeten we nog iets over papa en mama zeggen," vindt Boris.
"Dat is niet moeilijk," antwoordt Bas, "van je vader en moeder moet je
je niet al te veel aantrekken, want die zijn al een beetje oud; ze zijn
wel handig als je weggebracht wil worden met de auto; daarom moet je
toch wel aardig voor hen zijn."
"Ik weet er nog een," zegt Boris: "je mag niemand om zeep helpen, maar
als iemand erg vervelend is, mag je hem wel een een blauw oog meppen."
"Nu weer iets over vaders en moeders," vindt Bas, "o, ja,: vaders en
moeders moeten zoveel mogelijk bij elkaar blijven, want dat is voor
kinderen veel handiger."
"Maar als een vader een moeder slaat," bedenkt Boris, hoe moet dan
dan?"
"Dan mag een andere vader, die vader een blauw oog meppen; dan leert
hij dat wel af," antwoordt Bas.
De tweeling vindt dat hun regels aardig kloppen en ze besluiten nog
maar een paar regeltjes te verzinnen.
"Je mag geen geld jatten," zegt Boris, "maar als je erg veel zin in een
snoepje hebt, mag je dat wel pikken."
"Je mag ook niet liegen," bedenkt Bas, "maar als je anders vreselijk op
je kop krijgt, mag je wél een heel goede smoes verzinnen."
"Je mag ook elkaars vriendjes niet afpakken; dat is héél gemeen," zegt
Boris.
"Ik weet nog een heel goede," kondigt Boris aan, "je mag niet jaloers
zijn, wanneer andere kinderen meer zakgeld krijgen."
"Nu hebben we tien regels,"zegt Bas, "laten we nu maar gaan slapen."
De broertjes kruipen in bed en doen het licht uit.
"We moeten nog iets verzinnen om mee te dreigen, als onze vriendjes
geen lid willen worden van ons sekgeval," zegt Bas.
"We vertellen gewoon dat als ze geen lid worden de aarde uit elkaar
valt en dat we allemaal op kleine stukjes aarde moeten wonen," stelt
Boris voor.
"Dan is ons stukje aarde het grootst en daar mogen alleen mensen op
wonen die lid zijn van ons sekdinges; de anderen kieperen we er gewoon
af," stemt Bas in met het voorstel.
De volgende morgen op school vertellen Bas en Boris aan hun vriendjes
dat ze lid moeten worden van de Bas en Boris sekdinges, omdat de aarde
uit elkaar gaat knallen.
Tijdens de lessen zit de tweeling ijverig te schrijven, want alle
vriendjes moeten de regels krijgen.
In de pauze worden de briefjes uitgedeeld en het nieuwtje is snel op de
hele school bekend.
Een paar kinderen, die geen lid van de club zijn, willen heel graag lid
worden van de sekdinges, want het lijkt hun maar eng als de wereld uit
elkaar knalt.
Het is die ochtend heel onrustig in de klas en de meester begrijpt er
niet veel van; hij hoopt dat, na een vrije woensdagmiddag, de kinderen
weer wat beter opletten.
Wanneer de school uit is, vindt Hanneke dat ook opa Matje, Svetlana en
Achim lid moet worden van de sekte, anders komen die misschien op een
ander stukje aarde terecht en dat zou niet leuk zijn.
Hanneke gelooft het verhaal van Bas en Boris wel niet helemaal, maar je
kunt nooit voorzichtig genoeg zijn.
Die middag fietst de hele club naar opa Matje.
"Opa Matje, "roept Bas, zo gauw hij in de keuken staat, "wordt u ook
lid van onze sekdinges?"
"Van jullie... hoe je noem dat beestje?" vraagt opa Matje verbaasd.
"Van onze sektoestand," verduidelijkt Boris, "kijk, hier zijn de
regels," en hij geeft aan opa Matje een papiertje.
Opa Matje leest aandachtig wat er op het papier geschreven is en begint
dan te bulderen van het lachen; Achim en Svetlana, die ook in de keuken
zitten, willen het papier ook lezen.
"Dit zijn de regels voor onze sekdinges," zegt Bas nog een keer, "en
als u daar geen lid van wordt, knalt de aarde misschien uit elkaar en
dan komt u op een ander stukje wereld terecht."
"Ja, ja," zegt opa Matje, "jullie kunnen de mensen aardig voor de gek
houden."
Intussen hebben Svetlana en Achim ook veel plezier.
"Jullie hebben gewoon de tien geboden een beetje aangepast," zegt opa
Matje, "alleen die eerste regel, daar klopt echt niets van."
"Nee," zegt Eddy, "dat dacht ik ook al, met Bas en Boris als baas van
zo'n sekgedoe wordt het beslist een reuze puinhoop."
"Dat wordt echt geen puinhoop," zegt Bas verontwaardigd, "daarom hebben
wij regels gemaakt."
"Als iedereen zou doen wat jullie zeggen, loopt straks half Overloon
met blauwe ogen," merkt Achim op, "dat lijkt me niet zo leuk."
"Een potje vechten is af en toe best fijn hoor," vindt Boris.
"Als julle zo nodig moeten uitkuren," merkt opa Matje op, "dan kom je
maar mee naar de stal, want er moet weer een heleboel mest opgeruimd
worden en blijf verder maar gewoon katholiek; dat lijkt mij veel
veiliger."
"Ja," zegt Hanneke, "want de pastoor dreigt tenminste nooit dat de
wereld uit elkaar zal knallen."
Bert heeft intussen allang spijt, dat hij over het programma dat over
sektes ging, verteld heeft en hij zegt: "Het komt gewoon door die
sektes op de televisie."
"Dat was geen leuk programma," is Hanneke het met Bert eens.
"Sektes zijn gevaarlijk," vindt opa Matje, "want dan mag je nooit echt
denken en doen wat je wilt."
"Ben je dan niet vrij meer," zegt Bas verbaasd.
"Nee, dan moet je precies doen wat iemand anders zegt," antwoordt
Achim, "en je mag niet tegensputteren."
"Dan doen we maar geen sekgeval," zegt Bas, "want ik wil wel gewoon
alles kunnen zeggen."
"Stel je voor dat iemand zou zeggen dat we naar de kapper moeten gaan,"
bedenkt Boris ineens, "dat kan dus echt niet."
De jongens gaan met opa Matje mee naar de stal
en de meisjes vermaken zich prima bij Svetlana, want zij mogen met de
kleintjes spelen.
De volgende dag vertellen Bas en Boris op school dat de wereld niet uit
elkaar gaat knallen en dat niemand lid hoeft te worden van de
sekdinges.
Veel kinderen vinden dit toch wel een grote opluchting en de meester
denkt dat de vrije woensdagmiddag goed geholpen heeft, want in de klas
is het weer heerlijk rustig.