Maria tenhemelopneming
Een moeder om te zoenen!
Op de school van Bas en Boris zal een rommelmarkt gehouden worden. Het
hoofd van de school heeft bedacht dat er op de speelplaats wat
schommels en klimtoestellen neergezet moeten worden om het zó voor de
kinderen leuker te maken in de pauze. Bas en Boris vinden dit een
geweldig plan en willen er alles voor doen om zoveel mogelijk geld bij
elkaar te krijgen. Alle kinderen van het 14 Oktoberplein zijn al weken
druk bezig om zoveel mogelijk spullen te verzamelen.
Bas en Boris nemen iedere keer, wanneer zij op strooptocht het dorp
ingaan, een kruiwagen mee, om de grote spullen te kunnen vervoeren. "Ik
hoop wel dat we onze eigen spullen mogen verkopen," zegt Bas. "Dat zal
beslist wel mogen," denkt Boris, "misschien krijgen we er iemand bij
die ons kan helpen, want we hebben wel vreselijk veel." "We moeten er
zelf leuk uitzien," vindt Bas, "dan komen de mensen direct naar ons en
dan verkopen we het meest."
De broertjes besluiten dat zij zich, die dag, als clowns zullen
schminken; dan zien ze er heel vrolijk uit en wil iedereen weten wat
zij verkopen. Eindelijk is het zover; vandaag wordt de rommelmarkt
gehouden. Bas en Boris zijn vroeg op en hebben veel werk om zich mooi
als clowns te schminken. Hun haren maken ze, met een spuitbus,
knaloranje. "Gaat dat goedje er wel uit?" vraagt Boris. "Natuurlijk,"
zegt Bas, "dat kunnen we er gewoon uitwassen." "Dan moeten we er ook
nog een beetje groen in doen," vindt Boris, "dan wordt het nog mooier."
Wanneer de tweeling in de keuken komt om te ontbijten, weet hun moeder
niet wat ze ziet. "Gaan jullie zó naar school?" vraagt moeder.
"Natuurlijk," antwoordt Boris, "zó verkopen wij vandaag vast de meeste
spullen." Bas en Boris eten een grote stapel boterhammen op, want als
je wilt gaan verkopen, moet je wél goed gegeten hebben; anders krijg je
last van een rammelende maag en dat staat heel raar, vinden ze.
Op het schoolplein is nog niet veel te doen, want Bas en Boris zijn
vreselijk vroeg bij de school; de meester is er wel en hij helpt de
tweeling met het uitstallen van al hun spulletjes. "Ik denk dat jullie
wel een hulpje kunnen gebruiken," zegt de meester, "jullie hebben wel
erg veel om te verkopen." "We vragen Fatima en Eddy of ze ons komen
helpen," antwoordt Boris, "die hebben niet zo veel en als we het samen
doen, lukt het best."
Intussen zijn de meeste kinderen aanwezig en iedereen is druk bezig met
het uitstallen van zijn spullen. Fatima en Eddy vinden het een leuk
idee om Bas en Boris een handje te helpen. "Jullie moeten gewoon de
mensen lokken, dan kunnen wij alles verkopen," zegt Fatima. Bas gaat in
de klas een bankje halen, want wanneer je mensen naar jouw spullen moet
lokken, moeten ze jou wél goed kunnen zien. Ook voor Boris brengt Bas
een bankje mee. Omdat de eerste klanten er al zijn, klimt Bas direct op
zijn bankje en begint te kletsen: "Mensen, hier moet je zijn; wij
hebben de mooiste spullen!" "Zoiets heeft u nog nooit gezien," roept
Boris aan de andere kant van hun plekje. De broertjes fantaseren er
vrolijk op los en... trekken veel bekijks. Fatima en Eddy hebben het
reuzedruk en verkopen heel veel, want de mensen trappen er echt in en
geloven dat Bas en Boris de mooiste spullen hebben.
Bas besluit er nog een schepje bovenop te doen en haalt een balletje
uit zijn zak. Hij zegt: "dit balletje kan u niet kopen, dit is een
wonderballetje; zó is het er en zó is het weg." Bas gooit vlug het
balletje naar Boris, die het maar net op kan vangen; bijna valt Boris
van het bankje af. Het balletje wordt een paar keer heen en weer
gegooid en de tweeling maakt de gekste gebaren en heeft veel moeite om
iedere keer de bal te vangen. "Wat doen die jongens dat ongelooflijk
leuk," zegt een mevrouw die staat te kijken, "hun moeder zal wel heel
trots op hen zijn." "Ja," antwoordt haar vriendin, die zelf geen
kinderen heeft, "het lijkt me heerlijk om de moeder van zulke jongens
te zijn."
Bas heeft dit gesprek gehoord en vindt het maar zot geklets. "Wij zijn
heel zielige jongens," begint Bas te vertellen en stopt het balletje in
zijn zak, " onze moeder is heel blij dat ze vandaag van ons verlost
is." Boris begrijpt onmiddelijk wat Bas van plan is en gaat verder:
"ja, nu heeft mama het heerlijk rustig en kan ze eindelijk eens wat
geld gaan verdienen; dat heeft ze heel hard nodig, want wij zijn reuze
arm." "Onze moeder heeft niet eens geld om een klimrek hier op school
te betalen," gaat Bas weer door," daarom moeten wij heel hard ons best
doen, anders krijgen we nooit fijne schommels en een klimrek." "Dan
moeten we altijd voetballen," verzint Boris, "en dat vinden we heel erg
saai." "Als u onze spullen koopt, vinden wij u nog veel liever dan onze
moeder," maakt Bas het nog een beetje bonter. "Wie iets koopt, krijgt
gratis een zoen van Bas," verkondigt Boris. Fatima en Eddy staan te
stikken van het lachen want Bas en Boris hebben hun monden knalrood
geverfd en de verf loopt nu al een beetje uit. Een mevrouw koopt een
schemerlampje; Boris springt van zijn bankje en geeft de mevrouw een
dikke klapzoen. "Bedankt mevrouw, heel hartelijk bedankt," roept Bas.
Op de wang van de mevrouw staat nu een grote rode mond afgedrukt en
iedereen moet erg lachen. Nadat Bas en Boris vier dames te pakken
hebben gehad, komt de meester een eind aan dit spelletje maken:
jongens, stop daar eens mee, jullie smeren iedereen vol schmink." "Dat
geeft toch niets," vindt Bas, "dat spul kun je er heel gemakkelijk
afwassen." "Straks komt er niemand meer bij jullie kopen," voorspelt de
meester, "want niet iedereen wil vies worden."
Bas en Boris vinden dat minder leuk en ze nemen zich voor om iedereen
maar een hand te geven; daar wordt niemand vies van. Iedereen, die iets
koopt, wordt nu uitvoerig bedankt; Boris zwengelt de armen van argeloze
kopers net zolang op en neer, totdat zij hun hand lostrekken. Ineens
ziet Bas zijn moeder staan. "Hoi mama, kom je ook wat kopen," gilt Bas.
"Je krijgt er gratis twee zoenen bij," vult Boris aan, die vindt dat
zoiets bij hun moeder best kan. "Die geven jullie mij dan vanavond
maar, als jullie onder de douche zijn geweest," antwoordt moeder, die
een leuk beeldje heeft zien staan en dat graag wil hebben. "Wat flauw,"
zegt Boris, "zoenen met schmink op ons gezicht is veel leuker dan
wanneer we schoon zijn." Moeder betaalt vlug het beeldje aan Fatima en
maakt dat ze wegkomt. Boris rent zijn moeder achterna en vliegt haar om
haar hals. Nu ziet moeder er ook gekleurd uit en tevreden gaat Boris
terug naar zijn bankje.
De streken van de tweeling hebben wel succes, want wanneer het hoofd
van de school zegt dat de rommelmarkt afgelopen is, staan er bij het
plekje, waar Bas, Boris, Fatima en Eddy bezig zijn, nog maar een paar
dingen; dat is echte rommel die niemand wil hebben. Fatima geeft trots
haar doosje met geld aan de meester, die er heel blij mee is. Bas en
Boris moeten thuis direct onder de douche, want moeder vindt hen nu
toch wel heel smerig. Wanneer de tweeling weer schoon tevoorschijn komt
uit de badkamer, wil moeder van Bas toch nog de zoen hebben die hij
haar beloofd had.