Zestiende zondag door het jaar

Dat is leuk voor de gasten!

Hannekes oma heeft beloofd dat zij op bezoek in de hut zal komen; ze wil wel eens zien hoe die er nu uitziet. Deze woensdagsmiddag het is zo ver; helaas moet Fatima op haar broertje en zusjes passen, want haar moeder moet met Joy naar het consultatiebureau. "Dan breng jij jouw broertje en zusjes toch mee," vindt Hanneke; alle kinderen vinden dat een goede oplossing. Ook Monique moet op Mark passen en zij zal haar broertje ook meebrengen. Voordat oma komt, hebben de meisjes de hut grondig opgeruimd en zelfs de vloer netjes aangeveegd. De jongens moesten het vloerkleed naar buiten brengen en uitkloppen.
De kleintjes beginnen direct te spelen als zij in de hut zijn. Bas en Boris zoeken alle spelletjes, die in de kast liggen, op en geven die aan de kleintjes, die op het vloerkleed zitten. De meisjes hebben het reuze druk met de voorbereidingen van het bezoek: de bekers moeten afgeveegd worden, want die zijn een beetje stoffig; er moeten snoepjes in schaaltjes gedaan worden en er wordt een grote kan limonade klaargemaakt.
Wanneer alles bijna klaar is, komt oma de trap af; ze heeft een grote tas bij zich en Hans pakt de tas aan, zodat oma gemakkelijk naar beneden kan komen. Oma kijk de hut eens rond en ziet dat de vloer nu blauw is in plaats van geel en dat alle kistjes roze zijn geschilderd; vooral de paarse tafels vindt oma prachtig.
Oma krijgt een kistje met een kussen erop; ook de andere kinderen gaan zitten en vertellen honderd uit over hun hut. De kleine kinderen spelen intussen fijn door en....maken een reusachtige rommel: alle legostenen liggen op de vloer; de spelletjes zijn uit de dozen gehaald en liggen kris kras door elkaar. Fatima, Hanneke en Willeke spelen voor gastvrouwen en schenken limonade in; oma heeft ook een traktatie bij zich en uit haar tas komt een grote trommel met boterkoek. Fatima vindt dat haar broertje en zusjes niks mogen hebben, voordat zij de rommel hebben opgeruimd. Monique is even streng als Fatima voor haar broertje. De kleintjes wachten tot hun grote zussen niet meer kijken en...spelen vrolijk verder. Oma vraagt: "Hebben jullie hier een boekenkast?" "Een boekenkast," herhaalt Bas, "we hebben hier geen boeken, want we hebben helemaal geen tijd om hier te lezen." "Dan wordt toch tijd dat jullie een boekenkast aanschaffen," vindt oma, "ik heb een cadeautje voor jullie allemaal en dat is een boek." Oma haalt een heel dik, rood boek uit haar tas. "Geen wonder dat die tas van u zo zwaar was," zegt Hans. Het boek blijkt een sprookjesboek te zijn: "De Sprookjes van Grimm." "Sprookjes moeten eigenlijk voorgelezen worden," zegt oma, "dan zijn ze nog mooier." "Lees dan eens een sprookje voor?" vraagt Boris, "dat lijkt me best leuk."
Oma zoekt het sprookje van Repelsteeltje; ze zet haar bril ervoor op en begint te lezen. De kleintjes zijn dichterbij geschoven, want als er een verhaaltje voorgelezen wordt, willen zij dat ook wel horen. Wanneer oma halverwege het sprookje is, ziet Fatima ineens de speelgoedrommel, die nog niet opgeruimd is. Fatima stoot Monique eens aan en de twee meisjes staan op en beginnen de spelletjes uit te zoeken. Hoewel de meisjes het zachtjes proberen te doen, stoort het getik van pionnen, die in dozen gegooid worden, erg bij het voorlezen. "Wees eens stil," zegt Bas, "ik versta niks." "Wij helpen straks wel met opruimen," vindt Boris, "kom nu maar luisteren." Oma is even gestopt met voorlezen en kijkt eens wat er aan de hand is. "Ik vind het niet gezellig, dat jullie opruimen, terwijl oma leest," zegt Hanneke. "Maar het is zo'n rommel," antwoordt Fatima, "dat is niet leuk voor gasten." "Volgens mij is een beetje rotzooi juist wél leuk," zegt Bas, "dan voelen gasten zich gelijk thuis." "Kom er nu maar bij zitten," zegt Boris tegen Fatima en Monique; "wij hebben al dat speelgoed aan de kleintjes gegeven, dus wij ruimen dat straks heus wel weer op." "Wilden jullie mij soms laten zien hoe netjes het hier heel af en toe is," vraagt oma aan Fatima en Monique. "Ja," antwoordt Fatima, "en we hadden nog zó afgesproken dat er geen spelletjes rond mochten slingeren." "Nu is het toch een troep," vult Monique aan, "en dat wilden wij niet." "Moesten de kleintjes dan stil blijven zitten," vraagt oma verbaasd.
Dat was wel de bedoeling van Fatima geweest, maar ze begrijpt toch dat het niet zo slim van haar was om te denken dat de kleintjes dat braaf zouden doen. "Ik vind het veel gezelliger als iedereen lekker speelt," zegt oma, "maar eerst ga ik verder met dit verhaaltje." Oma leest verder, tot groot plezier van iedereen; Fatima en Monique laten het speelgoed maar liggen, want ze krijgen toch geen gelijk. Als het sprookje uit is, zegt Suleiman: "Nog eentje." "Ik krijg zo'n droge keel van dat lezen," zegt oma. "Ik kan ook wel voorlezen," biedt Ron aan, die met zijn loopgips in de hut zit; Hans heeft hem de trap afgedragen en nu zit Ron prinsheerlijk met zijn been op een kistje. Oma geeft het boek aan Ron en zegt: "Zoek er zelf maar eentje uit."
Ron vindt een mooi verhaaltje over een prinses met heel lange haren, die opgesloten zit in een toren; dat lijkt hem een spannend verhaal. Ron kan goed lezen en iedereen luistert ademloos. Edwin en Maaike vinden luisteren maar moeilijk en zij zijn achter Ron gaan zitten; zó kunnen ze meelezen, dat is voor hen veel eenvoudiger. Na Ron is Hanneke aan de beurt om een sprookje voor te lezen. Alle kinderen van het 14 Oktoberplein moeten om de beurt een sprookje voorlezen; terwijl iedereen luistert vult Suzan de bekers nog een keer met limonade en geeft ook de kleintjes wat te drinken. De schaal met snoepjes wordt doorgegeven en alle kinderen kauwen heel tevreden.
Wanneer er veertien sprookjes voorgelezen zijn, kijkt oma op haar horloge; ze schrikt, het is al vijf uur. "Kinderen, ik moet naar huis," zegt oma, "het is bijna tijd voor het avondeten." Ineens heeft iedereen het heel druk, want nu moet er echt opgeruimd worden: de bekers worden afgewassen en Bas en Boris stoppen, zo goed en kwaad als het gaat, alle spelletjes in de dozen. "Die zoeken we later wel eens netjes uit," zegt Bas. "Ja," vindt Boris, "wie damstenen wil hebben, zoekt ze gewoon even in alle dozen." "Zijn jullie nu al klaar met die spelletjes uitzoeken," vraagt Fatima verwonderd. "Ja hoor," antwoordt Boris, "dat was helemaal niet zoveel werk." Fatima vertrouwt het niet helemaal, maar omdat ze naar huis moet, lijkt het haar beter om haar mond maar te houden. Hans brengt Ron naar boven en komt dan Maaike halen.
Het vervoermiddel van Maaike heeft een rustige middag gehad; het ezeltje van Bas en Boris heeft lekker uit kunnen rusten en heeft zijn buikje rond gegeten, want ook in het bos staan pollen gras. Hans zet Maaike in de kar en Ron mag op haar schoot zitten. Het ezeltje trekt de kar en zo gaat de hele karavaan weer naar het dorp. Eerst wordt Ron naar huis gebracht en Maaike is blij als ze zijn gewicht van haar schoot kwijt is. Ook Maaike wordt thuisgebracht en dan mag het ezeltje even lekker hard lopen. In de schuur bij Bas en Boris wordt de ezel uitgespannen en Bas brengt het dier naar de wei. Hans vindt het een geluk dat de tweeling nu een ezel heeft, want twee kinderen in de kar met zijn fiets trekken, lijkt hem toch een heel zwaar karwei.
De tweeling heeft die middag wel ontdekt dat Ron veel beter kan voorlezen dan dat zij dat kan. "We moeten maar eens gaan oefenen," zegt Bas, "dan leren wij ook goed voorlezen." "Dan gaan we toch de konijnen voorlezen," bedenkt Boris, "en misschien houdt de ezel ook wel van sprookjes." "Dan doen wél als niemand het ziet," vindt Bas, "anders denken zij dat wij ons uitsloven." De broertjes moeten nu rennen om op tijd aan tafel te zijn en ze kletsen hun vader en moeder de oren van het hoofd, want alle sprookjes van die middag moeten nog een keer verteld worden.