Zevende zondag door het jaar
Die valt mee!
Er is een
nieuw meisje in de klas van Bas en Boris gekomen. De tweeling vindt het
meisje
niet aardig; ze is veel te stil en de broertjes vinden haar maar
achterbaks. Die
Anne is vast hartstikke stiekem, zegt Bas tegen Boris. Dat geloof
ik ook, ;zegt Boris, ze doet haar mond bijna niet open; alleen aan
de meester geeft ze gewoon antwoord, maar tegen ons zegt ze niks. Eddy,
Bert en Ron hebben het ook niet op de nieuwe begrepen. Je
weet niet wat je aan haar hebt, zegt Eddy. Dat zie je toch
zó, vindt Ron; dat is een snertgriet! Hanneke en Fatima horen
wat de jongens beweren en vinden het niet eerlijk om zó over Anne te
praten. Jullie
kennen haar helemaal nog niet, zegt Hanneke, misschien is ze gewoon
heel verlegen. Welnee, zegt Bas, Anne heeft het veel te
hoog in haar bol en ze is stiekem! Ik geloof daar niets van, zegt
Fatima, kom, Hanneke, we gaan eens met Anne praten. Dan
komen jullie van een koude kermis thuis, Anne doet haar mond toch niet
open, voorspelt Boris. Monique, Suzan, Helga en Willeke zijn het met
Hanneke en Fatima eens.
De meisjes spreken af dat Fatima als eerst zal
proberen
om met Anne te praten. Als Anne echt verlegen is, is het heel moeilijk
om
direct met een groep te moeten praten, vindt Hanneke. Fatima zit wel
bij
Anne in de klas, maar ze zit aan de andere kant van het lokaal. In de
pauze
gaat Fatima naar Anne toe, die alleen tegen de muur staat te hangen.
Hoi, zegt Fatima, heb jij je brood al op? Ik heb geen brood bij
me, zegt Anne. Heb jij dan geen honger? vraagt Fatima
verbaasd. Ja,, dat heb ik wel, maar mijn moeder had gisteren geen tijd
om
brood te halen en er was niet genoeg in huis, om brood mee naar school
te
kunnen nemen, antwoordt Anne. Kon jouw moeder dan niet even brood
halen en jou wat brengen, vraagt Fatima. Nee, mijn moeder moet
werken en ik heb geld meegekregen; als ik uit school kom, moet ik even
naar de
bakker gaan, zegt Anne. Fatima komt er langzamerhand achter wat er bij
Anne thuis aan de hand is: haar vader en moeder zijn gescheiden en
daarna is
Anne met haar moeder naar Overloon verhuisd. Anne vindt het heel
vervelend dat
ze nu naar een nieuwe school moet, want het is altijd heel moeilijk om
vriendjes te maken; ze vindt het ook heel naar dat er straks niemand
thuis is,
als zij uit school komt. Jij bent dus gewoon een beetje verdrietig en
daarom ben je zo stil, zegt Fatima, de jongens denken dat je niks
met hen te maken wil hebben. Dat wil ik wel, zegt Anne, maar ik vindt
die Bas en Boris zulke griezels; die zien er zo woest uit,
met die rare ragebollen op hun hoofd. Fatima legt Anne uit dat Bas en
Boris er alleenmaar een reuze hekel aan hebben om naar de kapper te
gaan; die twee knippen zelf hun haren een beetje bij, als het erg lang
wordt. Intussen zijn ook de andere meisjes bij Fatima en Anne komen
staan
en Fatima vertelt hun gelijk wat er aan de hand is. Als ik 's middags
alleen thuis ben, ga ik altijd bij Bas en Boris eten, vertelt Hanneke,
dat is heel gezellig. Ga jij vanmiddag maar met mij
mee, stelt Fatima voor, alleen thuis zitten is niet leuk. Vindt
jouw moeder dat dan goed? vraagt Anne, die er niets van begrijpt.
Natuurlijk
vindt ze dat goed, antwoordt Fatima, mijn moeder is altijd thuis en
ze hoeft alleen maar voor de kinderen te zorgen, dus dat kan best.
Fatima
gaat, als het speelkwartier afgelopen is, naar de meester en vraagt of
ze van
plaats mag wisselen; ze wil naast Anne zitten. De meester vindt het
direct
goed, want hij heeft zich ook al een beetje zorgen gemaakt over dat
nieuwe,
stille meisje. Bas en Boris kijken heel verwonderd wanneer Fatima haar
spulletjes pakt en naast Anne gaat zitten. Fatima steekt haar tong eens
uit
tegen Bas, die daarop reageert met een lange neus. Krijg jij nu ruzie
met
Bas en Boris, vraagt Anne een beetje angstig. Welnee, antwoordt Fatima,
ik kan met die twee de vloer aanvegen! Fatima
gaat met haar nieuwe vriendin eerst even naar de bakker en neemt haar
dan mee
naar huis. Eddy zet grote ogen op, wanneer Fatima met Anne binnenkomt.
Fatima
vertelt aan haar moeder het hele verhaal en die vindt het direct goed
dat Anne
blijft eten. Wij eten altijd warm tussen de middag, zegt Fatima's
moeder. O, dat is heerlijk, zegt Anne, dan eet ik vanavond
wel een boterham, dan hoef ik eens een keertje geen patat te eten.
Kookt
jouw moeder dan niet, vraagt Eddy. Daar is mama meestal veel te moe
voor als ze gewerkt heeft en dan moet ik patat halen, legt Anne uit.
Hebben
jullie thuis een magnetron, vraagt Fatima's moeder. Die is er wel bij
Anne thuis, maar die wordt bijna nooit gebruikt. Dan hebben jullie vast
wel magnetronschaaltjes, zegt Fatima's moeder, breng die morgen
maar mee, dan kook ik een beetje meer en dan kan jij dat eten 's avonds
voor
jouw moeder warm maken; altijd patat gaat ook vervelen. Eddy ontdekt
dat
Anne eigenlijk heel aardig is vooral wanneer ze met Elja en Aziza zit
te
spelen, vindt Eddy Anne een heel lief meisje.
Eddy gaat Anne verdedigen
tegenover de andere jongens. Bas en Boris geven zich niet zo gauw
gewonnen,
maar wanneer Eddy hun vertelt dat Anne hen een stelletje griezels
vindt,
krijgen de twee broertjes in de gaten dat het toch een beetje oneerlijk
is om iemand
zomaar te beoordelen. Wij zijn toch geen griezels, ; zegt Bas. Zo
zien jullie er soms wel uit, zegt Bert. Maar wij zijn juist heel
lief, vindt Boris. Jullie zien eruit als een stelletje
bosduvels, zegt Bert, en dat zijn griezels. Ga eens een
keertje naar de kapper, stelt Eddy voor, misschien vindt Anne
jullie dan geen griezels meer. Er bestaat geen grotere griezel dan
een kapper, zegt Bas, daar gaan we echt niet naar toe. O,
nee, zegt Boris, daar zijn we pas geweest en toen knipte hij ons
hele hoofd kaal. Dat ze hun haren als verfkwasten hadden gebruikt,
vergeten de broertjes maar voor het gemak.
We gaan wél met Anne
praten, zegt Bas, maar we gaan echt niet naar de kapper. Misschien
kunnen jullie Anne zó ook wel laten zien dat jullie geen griezels zijn,
grinnikt Ron. Bas en Boris slenteren naar Anne, die met de andere
meisjes van
het 14 Oktoberplein aan het touwtje springen is. Laat ons maar
draaien, zegt Bas, we willen meedoen. Anne vindt het eventjes
heel eng, dat Bas en Boris gaan draaien, maar dan ontdekt ze dat de
tweeling heel
fijn draait nu kan zij veel beter springen. Dat gaat lekker, zegt
Anne. Ja, we kunnen wel wat hoor, zegt Boris, en wij zijn
echt geen griezels! We hebben alleen maar een reuze hekel aan de
kapper, legt Bas uit. En we zijn gek op rode truien; daarom dragen
we geen andere kleur, voegt Boris eraan toe.
Ga jij vanmiddag mee
naar de hut, vraagt Bert aan Anne. Anne weet niet wat haar overkomt; zó
ben je helemaal alleen dan heb je ineens een heleboel vriendjes en mag
je mee
naar een hut. Als jij bij onze club hoort, zegt Ron, moet je
wel met je handen leren praten, anders verstaan Edwin en Maaike jou
niet, want
die zijn doof. Die middag gaat Anne voor het eerst mee naar de hut en
ze
is nu toch heel blij dat ze in Overloon is komen wonen. misschien komt
nu toch
alles weer goed.