Driekoningen

Veertien koningen!

Bas en Boris hebben een leuk ideetje: ze willen voor de drie koningen gaan spelen. De andere kinderen van het 14 Oktoberplein vinden dat ook wel leuk en er ontstaat een enorm gebekvecht, want iedereen wil een koning zijn. "Zullen we maar loten," stelt Hanneke voor. "Welnee," zegt Fatima ineens, "we gaan dit jaar gewoon als veertien koningen; dan kan er ook een rode, een gele en een eskimokoning bij zijn." "Ik wil een cowboykoning zijn," zegt Bert, die gek is op cowboys. De kinderen ontdekken dat ze ook kamelen moeten hebben, want de echte drie koningen reden op kamelen. "We maken gewoon kamelen," zegt Monique. Iedereen kijkt Monique vol verwachting aan. "Dat is heel gemakkelijk," legt Monique uit, "we moeten gewoon een heleboel grote dozen hebben; die doen we plat en daar teken ik kamelen op; Hans kan die mooi uitzagen en dan beschilderen we die." "Maar daar kan je toch niet opzitten," zegt Ron. "Nee," zegt Monique, "maar je kan er wel ín zitten en dan teken ik benen op de kameel, dan lijkt het net echt." "Ja, dat kan heel goed," zegt Maaike, die direct begrijpt wat Monique bedoelt; "ik help wel mee met tekenen en schilderen."
Gelukkig zijn er in de supermarkt, van Rons vader, altijd grote dozen te vinden. De dozen worden naar de hut gebracht, waar Hans ze met een scherp mes doorsnijdt en plat legt. Nu kunnen Monique en Maaike aan het werk. Monique heeft een plaatje van een kameel meegebracht en dat tekent ze zorgvuldig na; het lukt heel goed. Ook Maaike blijkt prachtige kamelen te kunnen tekenen. Langzamerhand begrijpen alle kinderen wat Monique bedoeld heeft. "Er moeten ook leidsels aan die kamelen," zegt Suzan, "bij mij thuis liggen nog een heleboel linten, die worden nergens voor gebruikt." Suzan rent weg en komt even later terug met een grote zak, die vol gekleurde linten zit.
Nu hebben de kinderen echt alles wat ze nodig hebben, om kamelen te maken, want iedereen heeft thuis alle restjes verf opgezocht en die meegebracht. Onder leiding van Hans snijden de jongens de kamelen uit en de meisjes mogen ze schilderen. Aan het eind van de middag zijn er veertien kamelen klaar en kunnen de kinderen niet meer lopen in de hut: die ligt helemaal vol met halve kamelen!
De volgende dag is de verf droog en kunnen de kamelen afgewerkt worden. Met stukjes ijzerdraad maakt Hans twee helften aan elkaar; de meisjes doen de leidsels aan de kop vast en van twee linten worden bretels gemaakt; zó kan de kameel op de schouders van een kind blijven hangen en heeft die toch zijn handen vrij. Bas en Boris moeten voor paspoppen spelen; het lijkt net echt, want de benen zitten op de goede plaats. "Hort, sik," roept Bas en hij loopt, in de kameel, door de hut. "Hoe moet dat nu met die kameel van Maaike," vraagt Helga, "want zij kan niet lopen in zo'n ding." "Dat is geen probleem," antwoordt Hans, "we maken gewoon tweehelften aan de kar vast, dan lijkt het of Maaike in de kameel rijdt."
De kinderen vinden dat ze mooie liedjes moeten zingen, maar daar zijn Bas en Boris het niet mee eens. "Iedereen zingt liedjes," zegt Bas. "We kunnen toch veel beter op onze zakkammetjes gaan spelen, dat is veel leuker," stelt Boris voor. "We moeten nog een ster hebben," bedenkt Hanneke ineens. "Die is zó gemaakt," zegt Eddy, "we nemen gewoon zo'n Sint Maarten lichtje en doen daar een grote ster omheen." "Die ster kan Maaike mooi vasthouden," vindt Monique. Eindelijk is het Driekoningen en de kinderen van het 14 Oktoberplein kunnenbijna niet wachten tot het donker wordt; ze willen dolgraag op pad. Van tevoren hebben de kinderen de rollen verdeeld en iedereen komt verkleed naar het huis van Bas en Boris.
Ron is een eskimokoning; Monique een indianenkoning, zij heeft zich helemaal rood geschminkt en een indianentooi opgezet. Hanneke is een Chinese koning en is mooi geel. Fatima en Eddy wilden geen zwarte koningen zijn, want ze zijn altijd al zwart, nu willen ze eens een keertje witte koningen zijn. Eddy is een Russische koning en heeft een bontmuts op; Fatima is een Mexicaanse koning en heeft een grote hoed op met een brede rand. Het heeft wel wat moeite gekost om Fatima en Eddy blank te schminken, maar het is prachtig gelukt. "Ik vind jullie er zonder die troep veel leuker uitzien," zegt Bas. "Het lijkt wel of jullie een beetje verschoten zijn," vindt Boris.
Dat laatste kan hij van Edwin, Maaike en Hans niet zeggen, want deze drie hebben zich pikzwart gemaakt. Vooral Maaike vindt het enig om eens een keertje voor zwarte koning te spelen. Bas heeft een groot rood hart op zijn gezicht geschilderd en Boris loopt met een zwarte schoppen rond. "Wij zijn de koningen van de kaarten," legt Boris uit. Ook Bert en Ron blijken van kaarten te houden: Ron heeft een klavertje op zijn gezicht en Bert een ruit. "Ik dacht dat jij zo graag een cowboykoning wilde worden," zegt Hanneke tegen Bert. "Nee hoor," antwoordt Bert, "dat is Suzan nu." Suzan heeft een grote snor geschilderd en woeste wenkbrauwen; ze heeft een cowboyhoed op en een riem met een klappertjespistool aan.
Het wachten is nu alleen nog op Helga en Willeke; die komen er al aan en hebben zich verkleed als prachtige oosterse vrouwen. "Wij zijn geen koningen, maar koninginnen," legt Helga uit. "We hadden geen zin in al dat mannen gedoe, vrouwen kunnen toch ook de baas van een land zijn," zegt Willeke. Maaike wordt in de kar gezet en Hans zal haar rijden. De andere kinderen lopen achter de kar aan; want ze moeten natuurlijk de ster volgen. Het is nog moeilijk om met de kamelen te lopen, maar nadat ze even geoefend hebben, lukt ook dat. De kameel van Hans past precies over de fiets heen en zo is het net of er twee kamelen achter elkaar lopen. Overal waar de kinderen aanbellen, moeten ze eerst uitleggen waarom ze veertien koningen zijn. Bij ieder huis spelen de kinderen een mooi liedje op hun zakkammetjes; dat het niet altijd een echt driekoningenliedje is, is niet zo erg. Na een uur hebben de kinderen een grote zak snoep en fruit bij elkaar gespeeld. "Laten we nu maar naar opa Matje gaan," stelt Bas voor. "We moeten ook voor Svetlana en Achim spelen," is Boris het helemaal met zijn broertje eens. De kinderen gaan terug naar het huis van Bas en Boris om hun fietsen te halen. Nu worden alle kamelen over de fietsen gedaan. "We moeten wel uitkijken," vindt Hans, "want het licht doet het zo niet erg best." "Als jij voorop rijdt, ziet iedereen de ster toch," antwoordt Hanneke, "dat moet lukken."
Zonder ongelukken komen de kinderen bij het huis van opa Matje. Svetlana en Achim weten niet wat ze zien en genieten van het concert. Wanneer de kinderen naar huis gaan, vindt opa Matje het toch veiliger dat de kamelen een nachtje in de stal blijven. "Die beesten zullen nu wel moe zijn," zegt opa Matje, "kom die morgen maar halen, dan hebben jullie nu tenminste goed licht op jullie fietsen."
Het is een geluk dat ze de kamelen niet mee teruggenomen hebben, want wanneer de kinderen bijna thuis zijn, rijdt er net een politieauto voorbij. "We waren er gloeiend bij geweest, met die kamelen," zegt Helga. Monique neemt de zak snoep en fruit mee naar huis; die gaat morgen mee naar de hut; daar kunnen de kinderen nog een poosje plezier aan beleven. De moeder van Edwin en Maaike heeft deze avond een voor haar heel nieuwe ervaring: zij mag een badkamer schoonmaken, die onder de zwarte schmink zit!