Bij de vijftiende zondag door het jaar
Er op uit!
Bas en Boris hebben op de televisie iets leuks gezien: een stel jonge
mensen werd erop uitgestuurd zonder geld, zonder eten en andere
gemakkelijke dingen. De jongens en meisjes moesten zoveel mogelijk
kilometers reizen en proberen hun reis te betalen door onderweg te
werken. Er moest zelfs geprobeerd worden om geld over te houden; dat
zou dan voor arme kinderen in Zuid Amerika zijn. Bas en Boris vinden
dit een leuk idee, zij willen ook zoiets eens proberen.
In de pauze op school vertelt de tweeling het plan aan de andere
kinderen. "Mag je dan helemaal geen geld meenemen," zegt Fatima. "Niet
eens een kwartje om te bellen wanneer je niet meer verder kunt," zegt
Monique. Bas en Boris denken eens na en Bas zegt : "Die mensen op de
televisie mochten zelfs geen kwartje meenemen, maar dat lijkt mij ook
maar niks." "We doen het gewoon een beetje anders," zegt Boris, "wij
nemen allemaal één kwartje mee, dat is veel veiliger." "Wat doen we met
het geld dat wij verdienen," vraagt Suzan. "Dat geven we aan Svetlana
en Achim," zegt Bas, "die hebben veel geld nodig voor hun kinderen."
"Ik ga niet lopen," zegt Hanneke, "dat kost veel te veel tijd en dan
verdienen we niks." "Dat doe ik ook niet," zegt Eddy, "daar word ik
veel te moe van."
Afgesproken wordt dat de kinderen met de fiets erop uit zullen gaan.
Woensdagmiddag is het zover. De kinderen hebben een kaart van Overloon
en spreken af welke kant ze opgaan. Suzan en Monique gaan Merselo
onveilig maken. Fatima en Hanneke gaan de kant van Oploo uit; Bert en
Eddy gaan naar St. Anthonis; Helga gaat met Ron naar Boxmeer; Willeke
gaat met Hans naar Venray. Voor Bas en Boris blijft er maar één
mogelijkheid over: de kant van Vierlingsbeek op. "Dan kunnen we ook
naar Maashees, Holthees en Smakt gaan," zegt Bas. "Mogelijkheden
genoeg," vindt Boris.
De kinderen hebben thuis verteld dat ze niet voor het avondeten thuis
zijn; ze hebben beloofd, vóór het donker begint te worden, terug te
zijn. De meeste ouders vinden het niet geweldig wat de kinderen van
plan zijn, maar wanneer ze beloven te bellen als er iets misgaat en een
kwartje laten zien, mag het. Opgewekt fietsen Bas en Boris naar
Vierlingsbeek. Ineens ziet Bas iemand bezig met een kruiwagen. De man
staat bij een grote berg grint en leunt op een schop.
"Die heeft vast een klusje voor ons," zegt Bas. "Mijnheer," roept
Boris, "zullen wij u even helpen?" De man kijkt op en ziet twee
ondeugende jongenssnuiten die hem vol verwachting aankijken, "Kunnen
jullie dat," vraagt hij, "dit is heel zwaar werk." "Ja hoor," zegt Bas,
"wij zijn heel sterk!" "Wij slepen altijd met zware dingen, dat zijn we
gewend," vult Boris aan. "Waar moet dat grint naar toe," vraagt Bas.
"Dat moet achter in de tuin komen; mijn vrouw wil daar een heel aparte
tuin aanleggen, waar allerlei paadjes doorlopen; daar is het grint
voor." "Waarom helpt uw vrouw dan niet mee," vraagt Boris. "Die moest
vanmiddag weg en ik wil haar verrassen," antwoordt de man. "Heeft u nog
een schop," vraagt Boris.
De man gaat achter het huis nog een schop
halen. Intussen schept Boris de kruiwagen halfvol. "Dat is wel genoeg,
anders krijgen we hem nooit weg," vindt Bas. Boris pakt de kruiwagen en
rijdt naar achter. De man komt net aanlopen met een schop. "Mijnheer,
als u nu even vertelt waar we heen moeten, dan brengen wij het grint
wel naar u toe; dan kunt u het mooi verspreiden," stelt Boris voor. Dat
ziet de man wel zitten, want hij is al een uur grint aan het rijden en
het lijkt of de berg niet kleiner wordt; hij is echt een beetje moe.
Bas en Boris nemen de tweede schop mee en samen scheppen ze het grint
in de kruiwagen. Om de beurt brengen de broertjes de kruiwagen naar
achter. Zo schiet het lekker op. Na anderhalf uur is de hele berg grint
weg; alles ligt op de plaats waar de man het spul wil hebben. Bas en
Boris staan nu te puffen en te hijgen. "Willen jullie een glas
limonade," vraagt de man. Daar hebben Bas en Boris wel zin in, gelukkig
geeft de man er ook een grote koek bij. "Nu moeten we weer gaan," zegt
Bas, "want we gaan nog meer klusjes doen vanmiddag." "Waarvoor doen
jullie dat," vraagt de man. Bas en Boris leggen uit dat vrienden van
hen een beetje weinig geld hebben; daarom doen zij deze middag klusjes,
misschien verdienen ze er wel iets mee. De man pakt zijn portemonnee en
haalt daar een briefje van vijftig gulden uit. "Alsjeblieft," zegt de
man, "dat is het mij wel waard. Jullie hebben mij echt geholpen en ik
vind het een fijn idee dat jullie op deze manier jullie vrienden
helpen." Verheugd pakt Bas het geld aan en stopt het in een
portemonneetje dat met een koordje om zijn hals hangt. Hij stopt het
portemonneetje weer onder zijn trui. "Zo," zegt Bas, "daar zit het
veilig."
De jongens stappen weer op hun fiets en gaan verder het dorp in.
Wanneer ze een mevrouw zien die buiten de ramen aan het wassen is,
vragen de broertjes ze of ze haar mogen helpen. De mevrouw vindt dat
wel prettig, want ook de ramen van de tweede verdieping moeten gedaan
worden; daarvoor moet ze op een hoge ladder en dat durft ze niet zo
goed.
Bas klimt met een emmer en een
spons naar
boven en wast het raam. Boris houdt de ladder goed vast. Samen
verzetten de broertjes de ladder en zo doen ze alle ramen die hoog
zitten. Voor hun hulp krijgen ze ieder vijf gulden. "Het gaat goed zo,"
vindt Bas. "Dat moeten we vaker doen," zegt Boris. Intussen is het al
zes uur geworden. Bas en Boris hebben een reuze honger. "We doen nog
één klusje en dan gaan we naar huis," zegt Bas. Boris is het daar
helemaal mee eens. Bij een grote tuin zien ze een man die de heg aan
het knippen is. "Mijnheer, heeft u voor ons soms een klusje," vraagt
Bas. "Wat zeg je," reageert de man, "ik heb geen tijd, want ik moet het
gras ook nog maaien." "Dat willen wij wel even voor u doen," zegt
Boris. "Kunnen jullie dat," vraagt de man. Natuurlijk kunnen Bas en
Boris het gras maaien, ze harken het ook keurig aan en de man is reuze
blij met hun hulp. "Wanneer jullie me ook helpen met schoffelen en
harken geef ik jullie vijfentwintig gulden," zegt de man.
Intussen hebben Bas en Boris hem verteld waar ze mee bezig zijn en de
man vindt het veel gezelliger om met z'n drieën de tuin te doen, dan
alleen. Voordat de tweeling naar huis fietst krijgen ze ook nog een
dikke boterham. Opgewekt rijden de broertjes terug naar Overloon.
"Zouden de anderen ook zoveel verdiend hebben," vraagt Bas zich af.
"Misschien wel, dan hebben we veel geld voor Svetlana en Achim," zegt
Boris. Bas en Boris zijn de laatsten die terugkomen.
De andere kinderen zitten op hen te wachten op
het muurtje voor de kerk. Het is een druk gekwebbel, want iedereen
heeft echte avonturen beleefd. Er is op kinderen gepast; de was is
opgehangen en er zijn straatjes geveegd; Helga en Eddy hebben schoenen
moeten poetsen. Het was een druk middagje. Al het geld wordt bij elkaar
gelegd en het blijkt dat ze bijna vierhonderd gulden verdiend hebben.
Monique mag al het geld mee naar huis nemen; haar vader is
politieagent, dus daar zal het geld wel veilig zijn! Nu gaan de
kinderen snel naar huis, want ze zijn allemaal een beetje moe!