Bij de dertiende zondag door het jaar
Daarvan kom je "bij"!
Hanneke is ziek; niet een klein beetje ziek, maar ze ligt in het
ziekenhuis en ze slaapt de hele tijd. Hanneke is van de keldertrap
gevallen; ze wilde een grote pan met een restje soep erin beneden
zetten om daar af te koelen, want oma zegt altijd dat er geen warme
soep in de koelkast mag. Elly heeft Hanneke gevonden, toen zij kwam
poetsen. Hannekes moeder was aan het werken en haar vader zit ergens in
het buitenland. Elly heeft de dokter gebeld en die liet direct een
ambulance komen. Nu ligt Hanneke al drie dagen in ziekenhuis. Iedereen
vindt het maar griezelig dat Hanneke nog niet wakker is geweest.
Die middag besluiten Bas en Boris eens polshoogte te gaan nemen. De
tweeling heeft hun oma die in het dorp woont, wel eens horen vertellen
over Lourdeswater. Dat water zou voor allerlei kwaaltjes helpen. "Dat
is dus een soort wondermiddeltje," zegt Bas, "dat zouden we eens aan
Hanneke moeten geven; misschien wordt ze dan wel wakker." "Hoe komen we
daaraan," vraagt Boris. "We moeten het aan iemand vragen die in Lourdes
is geweest," zegt Bas. "Hé, oom Jan vertelde laatst dat hij met zijn
vrouw in Lourdes is geweest," zegt Boris, "alleen heeft dat niet veel
uitgehaald, want zijn vrouw ging toch dood." "Misschien heeft oom Jan
nog wel een beetje Lourdeswater," vindt Bas, "kom we gaan het hem
gewoon vragen."
De broertjes rennen naar het huis waar oom Jan woont. Oom Jan is
heel verwonderd wanneer Bas vraagt of hij Lourdeswater heeft en wil
weten waar Bas dat water voor nodig heeft. "Voor Hanneke," antwoordt
Bas, "want die is héél ziek!" Gelukkig heeft oom Jan nog een grote
jerrycan vol van dat spul. Bas en Boris mogen het water best hebben;
hij gebruikt het toch niet meer. Blij gaan Bas en Boris met hun schat
naar huis. Ze stoppen de jerrycan in een fietstas en rijden naar
Venray, waar ze precies op tijd voor het bezoekuur aankomen. Bij de
receptie vragen ze waar Hanneke ligt. Ze moeten een heel eind door het
ziekenhuis lopen en eindelijk komen ze op de goede afdeling. Boris
kijkt naar de nummers op de deuren en al snel heeft hij het kamertje
gevonden waar Hanneke ligt. Er is geen ander bezoek, want Hannekes
moeder moet werken en die komt ’s avonds pas.
"Dit komt goed uit," vinden Bas en Boris. De
broertjes schrikken wel wanneer ze hun vriendinnetje zien; Hanneke ziet
heel wit en overal zitten slangetjes: een zit er in haar neus; dat is
een gek gezicht. Er staan allelei apparaten die piepen en waar allerlei
lichtjes op te zien zijn. "Hoi Hanneke," zegt Bas. Hanneke reageert
niet en slaapt door. "Hé, oehoe, wakker worden," roept Boris, "wij zijn
er!" Het helpt niets, hoe hard de broertjes ook roepen. "Dan moeten we
het maar met Lourdeswater proberen," zegt Bas. "Hoe wilde jij dat
doen," zegt Boris, "oom Jan heeft gezegd dat je het water moet
drinken." "Dat gaat niet," zegt Bas en hij kijkt wat beteuterd. "Als we
het nu eens over haar hoofd gieten, misschien werkt het dan ook wel,"
stelt Boris voor. Dat lijkt de oplossing, maar hoe kunnen ze er nu voor
zorgen dat het bed niet nat wordt. "Kijk, daar hangen twee handdoeken
en in dat apparaat zit een bende papieren handdoekjes, wanneer we die
eerst onder haar hoofd doen, wordt er niets nat," zegt Bas. De jongens
halen alle papieren handdoekjes uit de houder en leggen die onder het
hoofd van Hanneke. De twee gewone handdoeken leggen de broertjes om
Hannekes hoofd; zó kan er niets nat worden. Boris pakt een glas, dat op
de wastafel staat en vult het met Lourdeswater. Voor alle zekerheid
houdt Bas ook een handdoekje boven Hannekes ogen en dan giet Boris het
water over Hannekes hoofd. "Hè, bah, koud..........," mompelt Hanneke
en zo waar, ze doet een oog open.
"Hoi," zegt Bas, "het werkt!" "Hallo Hanneke, ook goedemorgen," zegt
Boris. "Wat is er, heb ik me verslapen," vraagt Hanneke, die er
werkelijk niets van begrijpt. "Ja," antwoordt Bas, "we zitten allemaal
op jou te wachten." Nu doet Hanneke allebei haar ogen open en kijkt om
zich heen. "Maar ik lig niet in mijn eigen kamer," zegt Hanneke, "hoe
kan dat nu." "Je bent in de kelder gedonderd," zegt Boris. "Toen heb
jij je kop gestoten," vult Bas aan. "Nu lig je in het ziekenhuis en je
wilde maar niet wakker worden," probeert Boris Hanneke uit te leggen.
Intussen is een verpleegster binnengekomen;
die kijkt heel blij wanneer ze ziet dat Hanneke wakker is. "Hoe hebben
jullie dat voor elkaar gekregen," vraagt ze aan Bas en Boris. "Gewoon,"
zegt Bas , "met een plonsje Lourdeswater." "Dat doet wonderen,"
verduidelijkt Boris. "Jullie hebben er wel een rommeltje van gemaakt,"
zegt de verpleegster die de handdoekjestroep eens bekijkt; "dat zal ik
maar gauw opruimen, voordat dat water in het kussen trekt." "Dat is
fijn," zegt Boris, "dan hoeven wij het niet te doen." De verpleegster
ruimt de natte rommel op en droogt met een schone handdoek de haren van
Hanneke. "Dat was koud," zegt Hanneke. "Dat zal wel," antwoordt Boris,
"oom Jan bewaarde het water in de koelkast en de koelkast is bijna
bevroren, want de werkster van oom Jan heeft geen tijd om dat ding te
ontdooien." "Dat was ook niet erg goed voor de jerrycan," zegt
de verpleegster die eens naar de vloer kijkt, waar de jerrycan in een
grote plas water staat. Jullie hebben, geloof ik, voor Klein Duimpje
gespeeld en een spoor water achtergelaten," zegt de verpleegster. "Dat
droogt wel weer," zegt Bas, "we hadden toch genoeg, want het was wel
tien liter." "Misschien worden er nog wel meer mensen beter, wanneer ze
door dat Lourdeswater lopen," fantaseert Boris. "Goh," zegt Bas, "toch
wel leuk, nu hebben we weer een wondermiddeltje ontdekt." "Dit is lang
zo smerig niet als die wonderolie," vindt Boris.
De verpleegster heeft intussen het laatste restje Lourdeswater in een
glas gedaan en gaat nu een dokter halen. Bas maakt van de gelegenheid
gebruik en geeft Hanneke het glas. Omdat ze heel zwak is, houdt Bas het
glas toch maar zelf vast en hij laat haar drinken. "Dat is lekker,"
zegt Hanneke, "ik heb zo’n dorst." "Heb je geen honger," vraagt Boris,
"want als je honger hebt dan ga ik wel even een zak frites halen."
Dat hoort de dokter net wanneer
hij
binnenkomt. "Daar zou ik maar even mee wachten, heren; Hanneke heeft
een paar dagen niet gegeten en dus lijkt me frites niet zo’n goed
idee." De dokter wil Hanneke onderzoeken en de tweeling wordt de gang
opgestuurd. "We gaan naar huis," zegt Boris tegen Hanneke, "want we
moeten iedereen gaan vertellen dat jij wakker bent." "Dat zal iedereen
heel fijn vinden," zegt Bas. Opgewonden rent de tweeling naar hun
fietsen. In een recordtijd zijn ze in Overloon, waar ze snel de andere
kinderen gaan vertellen dat het veel beter gaat met Hanneke. De kapotte
jerrycan zetten Bas en Boris op hun kamer; dan vergeten ze nooit meer
dat je met Lourdeswater wonderen kunt doen!