Bij het feest van Hemelvaart
Uitzwaaien!
Vandaag is het zover: tante Els gaat naar Australië. De spulletjes van
tante Els die met haar meegaan, zijn in een grote container gepakt en
die gaat met een schip naar Australië. De kinderen hebben hard moeten
werken om alles op tijd klaar te krijgen en gelukkig hebben de moeder
van Fatima en Eddy en die van Bas en Boris meegeholpen, anders was het
nooit gelukt om het huis helemaal leeg te krijgen. De kinderen hebben
ook hulp gehad van een paar vaders en...van Svetlana en Achim. Tante
Els heeft heel zware meubels en daarmee konden de kinderen, alléén,
niet overweg.
Opa Matje heeft geholpen om alles wat niet mee naar Australië ging,
naar de schuur bij Bas en Boris thuis te brengen. De tweeling verheugt
zich op de eerstvolgende rommelmarkt; dan hebben ze spullen genoeg om
te verkopen; dat kan leuk worden; het geld dat ze daarmee gaan
verdienen, mogen ze houden van tante Els. De kinderen van het 14
Oktoberplein hebben gisteravond al afscheid genomen van tante Els; ze
hebben gezegd dat ze het veel te moeilijk vonden om afscheid te nemen
wanneer tante Els in het Schipholbusje zou stappen. Tante Els is daar
keurig ingetrapt en wanneer zij in het busje gaat zitten, vindt ze het
helemaal niet raar, dat er géén van de kinderen te zien is.
Intussen is de club allang op weg naar Schiphol; ze zijn met de eerste
trein 's morgens vertrokken. Voor al hun hulp heeft tante Els de
kinderen flink wat geld gegeven; dat geld komt goed van pas; daar
hebben ze treinkaartjes voor gekocht en ze hebben zelfs genoeg over om
op Schiphol iets te gaan eten en drinken. "Is het echt zo gevaarlijk op
Schiphol," vraagt Willeke, die zich een paar fraaie verhalen van Bas en
Boris herinnert. "Het is er reuze gevaarlijk," zegt Bas, "we moeten ons
geld heel goed verstoppen, anders wordt het gepikt!" "Ik heb een
portemonneetje onder mijn kleren," zegt Hanneke, "dat is heel veilig."
"Dan doen we daar toch allemaal ons geld in," zegt Helga, "dan kan
niemand eraan komen." "Dan beschermen wij met z'n allen Hanneke heel
goed," stelt Bert voor, "dan gebeurt er niets! "Omdat de kinderen zo
snel mogelijk op Schiphol willen zijn, stappen ze steeds in de eerste
trein die de goede kant opgaat; dat betekent wél dat ze vier keer
moeten overstappen.
Het is iedere keer een renpartij om zo vlug mogelijk op het goede
perron te komen en de kinderen zijn heel blij wanneer ze eindelijk op
Schiphol zijn. "Nu moeten we wachten tot tante Els komt," zegt Bas,
"laten we maar buiten gaan staan; dan zien we haar aankomen." "Dan
nemen we gelijk een bagagewagentje mee voor haar koffers," zegt Boris,
"dan hoeven we daar tenminste straks niet naar te zoeken."
Wanneer tante Els een uur later aankomt met
het busje, weet ze niet wat ze ziet; daar staat de hele groep kinderen
op haar te wachten. "Dacht u nu echt dat we u zomaar lieten gaan,"
vraagt Boris. "Het duurt nog een paar uur voordat het vliegtuig
vertrekt, dan is het toch veel leuker om samen te wachten," zegt
Hanneke, "de balie waar u in moet checken is nog niet eens open; ik heb
net gekeken." "Nu zijn alle winkels open," zegt Bas, "dat is leuk, nu
kunnen we die eens gaan bekijken." De kinderen kijken hun ogen uit;
Schiphol lijkt wel een echt winkelcentrum. "Waar zijn die vliegtuigen
nu," vraagt Fatima. "Daar gaan we straks naar kijken," antwoordt Boris,
"dat is nog veel leuker." Met een lift gaan ze naar een restaurantje in
de vertrekhal; daar is het intussen erg druk.
Tante Els is wél een beetje zenuwachtig; ze vindt het fijn dat ze
afleiding heeft en niet helemaal alleen moet wachten. Eindelijk is de
balie open. Hanneke en Helga zijn af en toe eens gaan kijken, want
tante Els mag dit vliegtuig niet missen. Tante Els geeft haar bagage af
en krijgt haar instapkaart; over anderhalf uur uur moet ze bij de gate
zijn. "Moet u nog boodschappen doen," vraagt Hanneke. Dat is tante Els
wél van plan, want wanneer ze door de douane is, kan ze een aantal
dingen heel voordelig kopen en ze wil voor haar familie in Australië
graag wat cadeautjes meenemen. "Dan gaat u nu toch door de douane,"
stelt Monique voor, "dan heeft u tenminste genoeg tijd." "Doe dat
maar," zegt Hanneke, "want mijn vader zegt altijd dat het nog heel ver
lopen is naar de gate." "Dan schrijft u ons wel een brief, hè," vraagt
Bas. "We willen weten hoe het gegaan is," vult Boris aan. Tante Els
belooft vaak te zullen schrijven, maar dan moeten ook de kinderen haar
regelmatig een briefje sturen. "We schrijven u alle nieuwtjes van
Overloon," belooft Ron, die brieven schrijven best leuk vindt. "Is een
kaart ook goed," vraagt Boris, die een brief niet zo ziet zitten. Tante
Els zegt dat ze ook blij is met een kaart. Nu wordt er echt afscheid
genomen; dat is best moeilijk, want de kinderen houden veel van tante
Els.
Wanneer tante Els bij de douane komt, ziet ze er niet zo netjes meer
uit dan toen zij op Schiphol aankwam; haar haren zitten door elkaar en
haar lippenstift is een beetje gevlekt; dat kan ook niet anders na
twaalf berenomhelzingen! De kinderen zwaaien totdat ze tante Els niet
meer zien. "Kom, nu gaan we naar de pier," zegt Bas. "Daar kunnen we
het vliegtuig zien, waar tante Els ingaat," legt Boris uit. De kinderen
gaan naar de wandelpier en de meeste zien nu voor het eerst alle
vliegtuigen. Het is een bedrijvigheid van jewelste. "Kijk, daar gaat
een wagentje met alle bagage," zegt Bert. "Zouden daar de koffers van
tante Els ook bij zijn," vraagt Suzan. De bagagewagen rijdt naar een
toestel waar "Quantas" opstaat. "Hé," zegt Bert, "dat is een
Australische maatschappij, gaat tante Els daarmee mee?" "Volgens
mij wel," zegt Hanneke, "want haar neef heeft de reis geregeld en dat
zal hij heus wel bij een Australische maatschappij gedaan hebben." "Dan
moet tante Els straks door die slurf lopen," zegt Monique, "dan kunnen
we haar misschien nog even zien." De slurf wordt net aan het vliegtuig
gekoppeld; de kinderen vinden het machtig interessant. "Toch wel handig
zo'n slurf, nu worden de mensen nooit nat als het regent," zegt Bas,
"zoiets moesten wij ook maar eens maken bij de hut." "Dan kunnen wij
tenminste ook altijd droog in de hut komen," fantaseert Boris vrolijk
mee. De andere kinderen reageren niet eens, want dit is de grootste
flauwekul die de tweeling in tijden verzonnen heeft. "Gewoon wat rollen
ijzerdraad en daar plastic overheen," zegt Bas, "dat moet kunnen." "Dan
moeten jullie wel kruipend naar de hut," zegt Eddy, die nooit lang zijn
mond kan houden. "Je hebt ook van die dingen die paraplu heten," zegt
Fatima, "daarmee blijf je ook droog." "En met een regenpak blijf je ook
droog en heb je fijn je handen vrij," vindt Suzan. "Ik zie tante Els
staan," roept Monique ineens.
Alle kinderen kijken en zien inderdaad tante
Els voor het raam staan, ze zwaait en gaat dan de slurf in. Door de
raampjes van de slurf kunnen de kinderen tante Els zien lopen. "O, wat
leuk," zegt Helga, "misschien zien we haar nog in het vliegtuig
zitten." "Dan moet ze wel een plaats achter de vleugel hebben en aan
deze kant," zegt Eddy. De kinderen hebben geluk, want al gauw zien ze
het gezicht van tante Els achter een van de raampjes, vlak achter de
vleugel. "Nu kunnen we haar echt uitzwaaien," zegt Fatima, "dat is
fijn!" Wanneer de slurf weggerold wordt en een auto het vliegtuig
wegtrekt bij de vertrekpier, zwaaien de kinderen zich een ongeluk.
"Morgen hebben we vast spierpijn," zegt Willeke, "dit lijkt wel
gymnastiek!" De kinderen volgen het vliegtuig totdat het bij de
startbaan is en dan....is het vliegtuig ineens in de lucht. "Gossie,"
zucht Bas, "dat gaat snel!" "Zó is ze er nog en zó is ze weg," vult Bas
aan. "Jongens, daar gaat nog een toestel vertrekken," roept Ron,
"zullen we die mensen ook maar even uitzwaaien?" Nadat ze nog drie
vliegtuigen uitgezwaaid hebben, verklaart Bas dat hij honger heeft.
Alle kinderen hebben trek en ze gaan op zoek naar iets te eten.
Gelukkig is er een tentje waar pizza stukken verkocht worden; die
vinden alle kinderen lekker. Nu is het echt tijd om naar huis te gaan
en vol goede moed gaan ze weer met de trein richting Overloon. Deze
keer lukt het om een doorgaande trein naar Nijmegen te vinden, zodat de
kinderen nu maar drie keer hoeven over te stappen. Wanneer ze weer op
hun fietsen zitten en vanaf Vierlingsbeek naar huis rijden, zijn de
kinderen het er allemaal over eens dat uitzwaaien erg leuk is! Hanneke
vindt dat het toch gemakkelijker is om haar vader naar Schiphol te
brengen, want dan weet ze dat hij echt weer terugkomt.