Bij de zesde zondag van Pasen

Naar, maar ook een beetje fijn!

De kinderen van het 14 Oktoberplein gaan op een woensdagmiddag naar tante Els, want Bas heeft gezien dat het gras in haar tuin alweer heel lang is. Bas en Boris gaan vaak even bij tante Els langs, want ze vinden dat ze haar goed in de gaten moeten houden; stel je voor dat tante Els weer zou vallen; dat zou toch al te erg zijn! Wanneer de kinderen klaar zijn in de tuin en gezellig bij tante Els in de huiskamer een kop thee zitten te drinken, merkt Hanneke dat er iets aan de hand is: tante Els is veel stiller dan gewoonlijk. "Heeft u nog steeds pijn aan uw been," vraagt Hanneke. "Waarom vraag je dat," vraagt tante Els. "U bent zo stil, net of u met uw gedachten ergens anders bent," antwoordt Hanneke. "Ik heb helemaal geen pijn meer, maar ik zat wel ergens over na te denken en ik weet niet hoe ik dat aan jullie moet vertellen," antwoordt tante Els. "Gewoon doen," adviseert Boris, "dan merkt u vanzelf waar het op uitdraait!" "Misschien vinden jullie het wel niet leuk wat ik ga vertellen," aarzelt tante Els. "Mogen we soms uw tuin niet meer doen," vraagt Bas. "U heeft een heel goedkope tuinman gevonden," denkt Bert hardop. "Nee," zegt tante Els, "dat is het niet. Ik zal het jullie maar vertellen, want dat moet toch gebeuren."
Verbaasd luisteren de kinderen naar wat tante Els hen dan vertelt. Haar neef in Australië, waar ze alleen af en toe een brief van kreeg, is toen zij in het ziekenhuis lag, op bezoek geweest. Die neef blijkt een heel aardige man te zijn, die alleen maar een hekel heeft aan brieven schrijven. "Dat is ook snertwerk," vindt Bas, "praten is veel gemakkelijker." De neef is getrouwd en heeft drie kinderen; hij woont in het noorden van Australië en heeft een heel grote farm. "Dat is toch een soort boerderij," vraagt Fatima. "Dat is heel iets anders," zegt Bert, "op een farm kun je niet even door jouw eigen weilanden lopen; daar heb je een paard voor nodig en soms een helikopter."
De neef heeft ook een groot huis, waar hij met zijn vrouw en kinderen woont. Bij dat huis zijn nog een heleboel huisjes, waar de mensen wonen die op zijn farm werken. In een van de huisjes hebben de vader en moeder van de neef gewoond. De vader en moeder zijn een jaar geleden gestorven en nu staat dat huisje leeg. Omdat ook de vrouw van de neef geen ouders meer heeft, hebben de kinderen geen opa's en oma's. "Dat is vervelend," zegt Bas. "Het is reuze handig om opa's en oma's te hebben," vindt Boris, "die begrijpen je soms veel beter dan je eigen ouders." "En die hebben veel meer tijd om naar je te luisteren," vindt Hanneke, die daarmee veel ervaring heeft. De neef van tante Els vond het maar een akelig idee, dat zijn tante weer helemaal alleen ging wonen als ze uit de revalidatiekliniek naar huis ging. "Dus komt hij met zijn gezin terug naar Nederland en komt hij bij u wonen," begrijpt Bas. "Dan kan hij dus de tuin doen en heeft u ons niet meer nodig," denkt Boris. "Hij kan die farm toch niet zomaar opgeven," vindt Bert, "of verkoopt hij die?" "Nee," antwoordt tante Els, "mijn neef blijft gewoon in Australië wonen en hij heeft gevraagd of ik ook naar dat land wil komen." Nu worden de kinderen heel stil, want dat is niet zo leuk: tante Els die helemaal naar de andere kant van de wereld gaat. "Wordt u dan een soort oma voor die kinderen van uw neef," vraagt Fatima, die het eerst over de ergste schrik heen is. "Ja," zegt tante Els, "ik krijg daar het huisje van de vader en moeder van mijn neef; dat staat vlak bij het grote huis en dan ben ik nooit meer helemaal alleen." "Dat bent u nu toch ook niet," zegt Boris verontwaardigd, "u hebt ons toch!" "Natuurlijk heb ik jullie; dat heb ik mijn neef ook verteld, maar hij wil gewoon heel graag dat ik bij hem kom wonen, want hij vindt het niet fijn dat hij bijna geen familie meer heeft," legt tante Els uit. "Er zijn vast nog meer mensen die onze hulp kunnen gebruiken," zegt Hans ineens. De kinderen kijken Hans aan; daar hebben zij nog niet aan gedacht. "Wij hebben elkaar, we hebben onze eigen vaders en moeders en we hebben een heleboel opa's en oma's," zegt Hans, "die drie kinderen in Australië hebben niemand e n het is toch fijn dat tante Els een echte oma kan worden?" "Jullie moeten gewoon doorgaan met mensen helpen," zegt tante Els, "er zijn nog mensen genoeg die een beetje gezelligheid kunnen gebruiken." "Is een tuin doen dan gezellig," vraagt Boris. "Welnee, sufferd, ze bedoelt het theedrinken," zegt Bas. "We gaan pas op zoek naar iemand anders als u weg bent," zegt Willeke. "We moeten toch helpen inpakken," vindt Helga, "u kunt nooit alleen met alles gaan zeulen; dat doen wij wel." "Kom," zegt Bas, "laten we dan maar gauw beginnen."
Bas en Boris staan op, want ze hebben al weer lang genoeg stil gezeten en willen aan de slag. Dit gaat tante Els toch een beetje al te vlug. "Jongens, ik weet echt niet waar ik moet beginnen," zegt tante Els, "daar moet ik eerst nog even over nadenken." "Dat is toch heel eenvoudig," vindt Bas, "we beginnen gewoon van boven naar beneden." "Ja," snapt Boris direct, "we halen eerst de zolder leeg, dan kunt u gelijk uitzoeken wat u mee wilt nemen en de rest knikkert u weg; dat ruimt mooi op." "Zó hebben we het bij opa Matje ook gedaan," zegt Fatima, "en dan poetsen we gelijk de zolder." "O, nee," kreunt Bas, "niet wéér poetsen!" "Maar ik kan niet op de zolder komen," zegt tante Els, "het is zo'n akelige trap, daar durf ik echt nog niet op." "Daarom halen wij er gewoon alles af," zegt Boris, "dan hoeft u niet meer op de zolder."
Nu hebben alle kinderen zin om op ontdekkingstocht te gaan op de zolder van tante Els. Het lukt tante Els niet om nog een dagje uitstel te krijgen, want Bas en Boris zijn de trap al opgerend en zitten al op de zolder. "Jongens, het staat hier nog veel voller dan bij opa Matje," gilt Boris naar beneden.
Tante Els heeft altijd veel bewaard en alles wat ze niet direct nodig had, heeft ze op de zolder gezet; die staat er nu ook pikkepakke vol. "Dat wordt leuk," zegt Hanneke, die het enig vindt om in oude spullen te snuffelen. Binnen de kortste keren zijn alle kinderen op de zolder en wordt eerst de boel eens goed bekeken. Bas en Boris vinden een koffer vol oude kleren; er zitten ook twee hoeden in. Bas en Boris zetten allebei een hoed op en zó uitgedost werken ze verder. Eerst zoeken ze alles uit, waarvan ze denken dat het weg kan; de jongens brengen dat naar beneden en wanneer tante Els ook vindt dat het niet mee hoeft naar Australië, wordt de rommel op het terras in de tuin gelegd. "Dat is leuk spul voor een rommelmarkt," bedenkt Suzan ineens, "misschien kunnen wij alles wel verkopen; dan kan tante Els het geld meenemen naar Australië." Voordat de kinderen naar huis gaan, halen Bas en Boris een groot dekzeil op uit de hut en leggen dat over alle spullen die buiten liggen; zó wordt de boel in ieder geval niet nat, want dat zou zonde zijn. De kinderen beloven dat ze iedere dag na school terug zullen komen, want anders komt tante Els nooit klaar. Intussen zijn Bas en Boris helemaal vergeten dat ze allebei een hoed op hun hoofd hebben en het veroorzaakt een heleboel plezier wanneer ze zó thuis komen. De vader van Bas en Boris belooft de volgende dag met een aanhanger alle spullen, die buiten staan op te zullen halen; die kunnen zo lang wel in de schuur staan; anders kan tante Els strak haar huis niet meer uit en wordt het voor haar zo vreselijk ongezellig.