Derde zondag van de veertigdagentijd
O, wat ben je mooi!
Hanneke, Suzan, Fatima en Monique hebben veel plezier; Hanneke vertelt
hun iets heel leuks. Bas en Boris hebben in de gaten dat er iets te
lachen valt en... dat willen zij ook wel. Jammer genoeg vinden de
meisjes dat hun pleziertje alleen iets voor meiden is. "Jullie zullen
het wel zien als het zover is," zegt Fatima. "Wanneer is het dan
zover?" vraagt Bas. "Dat zul je wel merken," antwoordt Monique. Bas en
Boris zijn nu nóg nieuwsgieriger en ze besluiten de meisjes goed in de
gaten te houden.
Woensdagmiddag zeggen de meisjes dat ze niet naar de hut komen, want ze
moeten Hanneke helpen. Nu begrijpen de jongens er helemaal niets meer
van, maar wat ze ook proberen, niemand van de meisjes wil vertellen
waarmee Hanneke geholpen moet worden. "Dan moeten we er zelf maar
achter komen," besluit Boris. "We gaan gewoon voor speurneus spelen,"
vindt Eddy, die ook heel nieuwsgierig is. "Als wij op het dak gaan
zitten bij ons thuis," zegt Bas, "kunnen we zien waar de meisjes
heengaan."
De jongens komen na het middageten allemaal naar Bas en Boris. Bas
klautert op het dak en schreeuwt naar beneden wat hij ziet. De meisjes
hebben niet in de gaten dat ze in de smiezen gehouden worden en gaan
naar het huis van Hanneke. "Ze zijn bij Hanneke thuis," roept Bas. "Dan
moeten wij daar ook maar eens naar toe gaan," vindt Bert. De jongens
wachten nog een poosje, totdat ze zeker weten dat de meisjes niet samen
ergens anders naar toe gaan en lopen dan naar Hannekes huis. "We moeten
goed achter de heggen blijven," zegt Boris, "dan kunnen ze ons niet aan
zien komen." De jongens bukken en zorgen dat ze vanuit het huis van
Hanneke niet gezien kunnen worden. "Hannekes moeder is er in ieder
geval niet," zegt Eddy, "want de auto is weg."
De jongens sluipen door de tuin naar de achterdeur; die is gelukkig
niet op slot. "Nu moeten we heel zachtjes lopen," zegt Bas, "en niet
meer praten, anders horen ze ons." "Dan weten we nog niet waarmee
Hanneke geholpen moet worden," is Boris het met zijn broertje eens.
Voorzichtig gaan de jongens eerst naar de deur van de huiskamer; daar
is beslist niemand, want het is er doodstil. Dan horen de jongens de
meisjes lachen; dat geluid komt van boven. "Die zijn vast op een
slaapkamer," fluistert Boris, "laten we trap maar opgaan." Heel
voorzichtig klauteren de jongens naar boven en zien, tot hun schrik,
dat er een deur een beetje open staat. Bas maakt de anderen met gebaren
duidelijk dat ze over de grond moeten kruipen. De jongen maken zich zo
klein mogelijk en op hun buik glijden ze naar de openstaande deur.
In de kamer daarachter zijn de meisjes druk
bezig; af en toe zien de jongens iemand lopen; het lijkt wel of ze met
een verkleedpartij bezig zijn. Bas probeert nog wat dichter bij de
opening te komen en ziet dan dat Hanneke in haar hemd loopt. Suzan is
haar haren aan het doen; aan de linkerkant van haar hoofd heeft Hanneke
een heleboel krullers en nu is Suzan bezig met de andere kant. Fatima
smeert iets uit een potje op Hannekes gezicht. Bas vist een papiertje
en een potlood uit zijn zak en schrijft: "Ze zijn Hanneke aan het
schminken." Helga heeft ook een doosje in haar hand en smeert met een
borsteltje wat groene troep boven Hannekes ogen.
"Hanneke wordt vast een clown," schrijft Bas. Nu doet Fatima een
heleboel knalrode lippenstift op Hannekes lippen; het wordt steeds
mooier. Suzan haalt de krullers uit de haren van Hanneke en probeert
met een kam de rolletjes weer een beetje te fatsoeneren; dat gaat niet
echt gemakkelijk. "Ze hebben vast een heleboel gel in Hannekes haren
gesmeerd," schrijft Bas. Nu vinden de meisjes dat Hanneke genoeg
toegetakeld is en Hanneke loopt weg. De jongens zijn heel benieuwd wat
er nu gaat gebeuren. Gelukkig hoeven ze daar niet lang op te wachten.
Hanneke komt terug in een schitterende lange jurk. De meisjes plukken
de jurk totdat die helemaal goed hangt. "O, wat mooi," zucht Boris, die
intussen bijna bovenop Bas ligt om alles te kunnen zien. Ook Eddy, Ron,
Bert en Hans zijn zover mogelijk naar de deur toe gekropen om Hanneke
te kunnen zien. Gelukkig kletsen de meisjes zo hard met elkaar, dat ze
de jongens nog steeds niet ontdekt hebben. "Hanneke lijkt wel een
bruid," zegt Hans, "zou ze gaan trouwen?" "Joh, dat kan niet, daarvoor
is zij nog veel te jong," antwoordt Bert. "Hier kan ik uren naar
kijken," zucht Boris, "en ik lig zo lekker, laten we nog maar een
poosje blijven." "Ja, jij ligt lekker, maar ik niet," zegt Bas, die het
volle gewicht van Boris op zijn rug voelt. "Stil," zegt Eddy," straks
horen ze ons." "Dat geeft niet," vindt Bas, "nu weten we toch wat er
aan de hand is."
"Snertjongens," gilt Helga ineens; zij heeft haar vriendjes ontdekt. De
meisjes stuiven naar de deur en zien zes jongens languit op de grond
van de gang liggen. "Wat zijn jullie nieuwsgierig," zegt Monique
verontwaardigd. "Dan moeten jullie ook maar niet zo geheimzinnig doen,"
antwoordt Boris. De enige die stil is blijven staan is Hanneke.
"Waarvoor ben jij zo mooi?" vraagt Bas, die allang blij is dat hij
gewoon rechtop kan staan. "Ik mag bruidsmeisje zijn als een vriendin
van mijn moeder trouwt," vertelt Hanneke. "Nu moesten we even proberen
om Hanneke zo mooi mogelijk te maken," legt Suzan uit. "De jurk is
prachtig," vindt Bert, "maar dat hoofd erboven ziet er maar raar uit."
"Jij lijkt wel een clown," vindt Bas, "ik dacht dat je naar een
kinderfeestje moest." "Met die rare krullen lijk je op jouw oma, die
heeft ook van die gekke krulletjes als ze naar de kapper is geweest,"
vindt Boris. "Zonder die troep op je snuit ben je veel knapper," vindt
Ron.
Hanneke kijkt een beetje ongelukkig, want nu
weet ze niet meer wie ze moet geloven: haar vriendinnen, die zeggen dat
ze heel mooi is, of de jongens, die haar make-up afgrijslijk vinden.
"Heb je al in de spiegel gekeken?" vraagt Hans. Dat heeft Hanneke nog
niet gedaan en ze loopt naar de badkamer, waar een grote spiegel is; ze
schrikt wel een beetje van haar eigen gezicht. "Dit vind ik ook niet
mooi," roept Hanneke, "de jongens hebben gelijk, ik ben net een clown."
De jongens vinden dat Hanneke de rommel eraf moet wassen en dan zullen
zij wel eens kijken of de jurk, zonder alle troep op Hannekes gezicht,
niet veel beter staat. Hanneke doet de jurk voorzichtig uit, want die
mag niet vies worden en wast alle smurrie van haar gezicht; ook haar
haren stopt ze onder de kraan, want ze wil echt niet op haar oma
lijken.
De andere meisjes zijn intussen kwaad op de
jongens en vinden het niet leuk dat die zich er mee bemoeid hebben. Na
een kwartiertje komt een schone Hanneke uit de badkamer; ze heeft haar
haren met de föhn gedroogd en alle krulletjes zijn verdwenen. Nu moet
Hanneke nog een keer de mooie jurk aantrekken en dan zijn zelfs de
meisjes ervan overtuigd dat Hanneke er nu veel mooier uitziet dan
eerst.
Intussen heeft Bas alle make-upspullen eens bekeken en hij vindt het
wel leuk om iedereen te schminken; Hanneke hangt haar jurk in de kast
en de kinderen van het 14 Oktoberplein hebben een reuzeleuke middag;
aan het eind daarvan zien ze er allemaal uit als clowntjes en
zeerovers. De moeder van Hanneke ontdekt de volgende morgen, dat haar
make-upspullen wel erg vlug opgaan en ze besluit die in het vervolg
toch wat beter op te ruimen.