Zesde zondag door het jaar

Weer helemaal schoon!

Nu de vloeren, tafels en kistjes netjes geschuurd zijn, moeten de kinderen van het 14 Oktoberplein weer gaan verven. Hout zonder een verflaagje wordt zo gauw smerig en.......dan zou het weer geschuurd moeten worden. Verven vinden de kinderen veel leuker. Bert heeft wat restjes verf van thuis meegebracht. Deze keer kan niet alles in één kleur, daarvoor is er niet genoeg verf van dezelfde kleur. Lichtblauwe verf is er het meeste; dus daarmee gaan de kinderen de vloer doen. Ook is er veel roze verf, dat betekent dat de kistjes keurig roze geschilderd worden.
"De enige kleur die overblijft, is paars; dat is een mooie kleur voor de tafels," vindt Bas. "Niemand heeft paarse tafels," zegt Boris, "maar wij wel!" "Wij doen de tafels wel," kondigt Bas aan en hij pakt een blik verf en een kwast. Ook Boris pakt een kwast en de broertjes beginnen te schilderen. De andere kinderen gaan de kistjes onder handen nemen; gelukkig zijn er vijf blikjes roze verf, ze moeten met z’n tweeën met een blikje doen en dat gaat best. Iedereen is verdiept in zijn eigen werk en niemand heeft in de gaten dat Bas en Boris ook de onderkant van de tafels keurig paars schilderen. Dat gaat niet gemakkelijk, want de verf drupt een beetje. De klodders vallen op de handen van de jongens; hun gezichten zitten vol met verfspetters. Dat is het ergste niet, maar omdat de broertjes alle twee zo’n bos haren hebben, vegen ze met hun haar door de verf. Het lijkt nú wel of Bas en Boris enorme verfkwasten op hun hoofd hebben. De tweeling heeft het helemaal niet in de gaten en werkt stug door. Al gauw is een tafel klaar; hij is echt prachtig geworden. "Kom," zegt Bas, "nu de tweede." "Laten we eerst de onderkant maar doen," stelt Boris voor, "dan kunnen we nog lekker even op de grond zitten." Wanneer de onderkant klaar is, is de verf op; er zit echt geen druppel meer in het blikje. "Dan doen we de bovenkant gewoon roze," zegt Bas. "Daar is vast nog wel wat van over," vindt Boris. Intussen zijn bijna alle kistjes klaar en gelukkig zijn er nog twee blikjes over waar iets inzit. "Goed uitsmeren," zegt Bas, "dan halen we het wel." Met veel moeite krijgen de broertjes het voor elkaar. "Nu de vloer nog," zegt Fatima. "Eerst de kwasten goed uitspoelen," zegt Hans, "anders wordt de vloer grijs en dat staat zo smerig." Bas moet dit even proberen: hij smeert een beetje blauw in een roze klodder op zijn hand; ja, Hans heeft gelijk; nu is de klodder grijs. De kistjes worden op de paarse tafel gestapeld, want die is al helemaal droog. Het laatste kistje wordt boven op de kast gezet. Ook achter de trap kunnen twee kistjes staan. Nu kunnen de kinderen de vloer doen. Bas en Boris willen bij de trap beginnen. "Niet daar beginnen," roept Hanneke, "dan kunnen we er straks niet meer uit." Dat is slim! De kinderen beginnen bij de muur tegenover de trap en werken naar de trap toe. Al snel is de hele vloer mooi lichtblauw. "Nu alles meenemen en naar buiten," zegt Bert. "De rommel ruimen we bij ons wel op in de schuur ," biedt Bas aan. "Ruim je daar jezelf ook op," vraagt Ron. "Hoezo, wat moet ik opruimen, ik ben heel netjes," antwoordt Bas. "Als wandelende verfkwasten zijn jullie heel netjes," geeft Hanneke Bas en Boris gelijk. "Jullie kunnen zó niet naar huis," vindt Suzan, "dan smeren jullie alles onder de verf." "Dat doen we in de schuur," zegt Boris optimistisch. "Die verf vliegt eraf met een beetje terpentine," vindt Bas. "Vliegt dat ook uit jullie haren," vraagt Hanneke. "Natuurlijk," zegt Bas. In de schuur zoeken de kinderen wat oude lappen en een fles terpentine. Er wordt driftig gepoetst. Ook Bas en Boris hebben het reuzedruk en proberen de verf uit hun haren te krijgen. Dat lukt beslist niet; de verf heeft er al veel te lang ingezeten en is keihard geworden.
"Oei, dit gaat niet goed," zegt Boris. "Nee," vindt ook Bas, "wat moeten we nu doen?" "Hebben jullie een schaar," vraagt Fatima. In een kastje ligt een oude schaar, die de vader van Bas en Boris soms gebruikt om de staarten van de koeien wat bij te knippen. "Hier is een schaar, wat wil je daarmee?" vraagt Bas. "Die verf eruit knippen natuurlijk," antwoordt Fatima. Bas moet op een oude stoel gaan zitten en Fatima begint te knippen. Ze pakt alle aan elkaar geplakte plukken en knipt die af. Rondom de stoel ligt al snel een berg plukken. "Zo," zegt Fatima, "de verf is eruit. Nu is Boris aan de beurt." Boris trekt een gezicht, want zoals Bas eruit ziet, vindt hij alles behalve aantrekkelijk. Ook Boris wordt onder handen genomen en wanneer hij klaar is, is iedereen het erover eens: de broertjes zien eruit als twee geplukte kippen. "Er is maar één oplossing," zegt Monique: "stekeltjes." "Ja," vindt ook Hanneke, "gewoon zo kort mogelijk; dan zien ze er heel netjes uit, volgens mij." Fatima begint weer te knippen. Stekeltjes knippen is niet zo gemakkelijk als het lijkt, vooral niet wanneer de schaar een beetje bot is. Een kwartiertje later hebben zowel Bas als Boris een heel kort kopje met haar. Op sommige plaatsen zit er bijna geen haar meer op hun hoofd. Nu kunnen de kinderen pas goed zien dat er ook veel verf op hun hoofd zit. "Ik zal dat eens met terpentine proberen," zegt Hanneke, "het lijkt wel of jullie ziek zijn!" Met een doekje poetst Hanneke de hoofden van Bas en Boris. Het gaat heel moeilijk, maar wanneer de fles terpentine bijna leeg is, zijn de hoofden van Bas en Boris schoon. "Nu kunnen jullie tenminste morgen weer gewoon naar school," zegt Suzan. "Jammer," vindt Bas, "ik had best een dagje willen gaan vissen!" Helaas vindt de moeder van Bas en Boris dat de jongens zo niet naar school kunnen. Moeder zegt: "jullie gaan eerst naar de kapper, misschien kan die jullie nog een beetje fatsoeneren." Moeder pakt de telefoon en belt een kapper. De eerste is al gesloten. De tweede wil het nog wel even doen. Bas en Boris moeten direct komen. Ze gaan met de fiets naar de kapper en zetten als ze gaan maar een muts op hun hoofd. Zo ziet tenminste niet iedereen hun mooie kapsel. De kapper knipt de haren van de jongens zo kort mogelijk. Het zijn echt alleen nog wat stoppeltjes, maar die zijn nu wel van gelijke lengte. Bas en Boris schrikken wanneer ze zichzelf in de spiegel van de kapper zien: dit hadden ze niet verwacht. Ze weten nu wel heel zeker; als ze ooit nog eens de onderkant van een tafel schilderen, moeten ze eerder hun haren schoonmaken!