Tweede zondag van de advent
Wachten duurt lang
Svetlana en Achim wonen nu al een week in de hut. De kinderen van het
14 Oktoberplein hebben deze week niet stilgezeten, want er was heel
veel te doen: Svetlana en Achim kunnen toch niet altijd op de grond op
luchtbedden slapen. Bas en Boris hebben bij het grof-vuil twee
ledikanten gevonden. Met vereende krachten en met behulp van een
kruiwagen hebben de broertjes die dingen naar de hut gebracht. Het was
een probleem hoe ze de ledikanten in de hut moesten krijgen, maar omdat
de oudere broers en zussen nu ook op de hoogte zijn en best mee willen
helpen, is het toch gelukt om de bedden in de hut te laten zakken.
Hanneke heeft op zolder een kamerscherm gevonden, dat nooit meer
gebruikt wordt. Ook dit scherm is naar de hut gebracht en nu hebben
Achim en Svetlana een heuse slaapkamer.
Deze middag gaan de kinderen weer naar de hut om daar te helpen het wat
leefbaarder te maken. Hans is van plan om de bedden af te gaan werken;
hij wil er een soort lattenbodem in gaan fabriceren. Hij heeft een
heleboel dunne latjes bij zich; daarmee moet het lukken. Achim en
Svetlana hebben intussen ook niet stilgezeten en het is echt gezellig
in de hut; het lijkt wel een gewone huiskamer. Patrick, de oudste broer
van Bas en Boris, heeft ergens een oliekacheltje bemachtigd en het is
nu lekker warm in de hut. Patrick en zijn vrienden en vriendinnen
hebben ook een goede primus achterovergedrukt; zo kan Svetlana
tenminste iets koken. Hans vertelt wat hij van plan is en gaat aan de
slag, hij wordt door Achim geholpen.
"Waar gaan jullie eigenlijk naar de w.c.," vraagt Bas, die ineens aan
dit probleem denkt. "Gewoon in de bosjes," antwoordt Svetlana een
beetje verlegen, want zij is niet gewend over dit soort dingen te
praten. "Dat is toch niet fijn," zegt Boris, "daar moeten wij dus echt
iets aan doen." "We zullen een mooie w.c. voor jullie maken," zegt Bas,
die een goed idee heeft, "kom, Boris, aan de slag." De tweeling rent
naar huis en komt even later terug met een kruiwagen waar vier grote
weidepalen, een schop, een zeil, een paar kleine paaltjes, een kistje,
een w.c.-bril en....de groene visparaplu op liggen.
"Wat zijn jullie daarmee van plan," vraagt
Fatima, die een paar natte theedoeken aan een tak aan het ophangen is.
"Dat zul je wel zien," zegt Bas. "Ja," vindt ook Boris, "daar kom je
vanzelf achter." De tweeling zoekt een goed plekje, midden in een bosje
en begint een grote kuil te graven. Ze letten goed op dat alle aarde op
één hoop terecht komt. Als de berg groot genoeg is leggen ze de kleine
paaltjes over de kuil heen. De paaltjes passen precies en ze liggen
lekker stevig. Bas en Boris springen eens op de paaltjes om ze nog wat
verder in de grond te krijgen, dan zetten ze het kistje erop. "O jee,"
zegt Bas, "daar moet wel een gat in, anders werkt het niet." Boris rent
naar de hut en komt even later met de zaag terug. Het is niet
gemakkelijk om een mooi rond gat te zagen, maar uiteindelijk lukt het.
De w.c.-bril wordt op het kistje gelegd en met een paar spijkers
vastgemaakt. De bril kan zelfs omhoog; het is net echt. Nu maken Bas en
Boris van de weidepalen en het zeil een hokje om het kistje heen. Als
bekroning wordt de paraplu er bovenin gehangen; nu kan deze gelegenheid
gebruikt worden, zonder dat iemand nat wordt van de regen. "Even
proberen of het werkt," zegt Bas en hij verdwijnt in het hokje. Er
klinken wat zéér onfrisse geluiden en een enthousiaste kreet van Bas:
"Ja, het gaat; ik kan alleen niet doortrekken!" "Dat hoeft toch niet,"
zegt Boris, "je gooit er gewoon een schepje aarde overheen, dan blijft
het lekker fris daar." "Nu moeten we nog iets maken om handen te
wassen," vindt Bas. Dat blijkt niet zo moeilijk; met een paar paaltjes
wordt een toestand gebouwd, waar een teiltje precies inpast. Daar kan
wat water in en aan een spijker in het paaltje kan een handdoek hangen.
"Als we nu een gat maken in een stuk zeep en we doen daar ook een
touwtje door," zegt Bas, "dan hebben Achim en Svetlana dat ook bij de
hand."
Als alles klaar is gaan Bas en Boris de
anderen halen. Svetlana en Achim weten niet wat ze zien, ze zijn er wel
reuze blij mee. Het was voor Svetlana, met haar heel dikke buik toch
wel erg moeilijk om zomaar in het bos te moeten hurken. "Jongens, hij
vindt het ook fijn," zegt Svetlana ineens. "Wie vindt het fijn," vraagt
Monique, die er niets van snapt. "Mijn zoontje," antwoordt Svetlana,
"want hij schopt heel erg hard en dat doet hij als hij iets fijn
vindt." "Hoe weet je nu dat het een zoontje is," vraagt Suzan. "Hij
schopt heel veel, dus wil hij straks vast gaan voetballen; dat is een
sport voor jongens, dus het wordt een zoon," zegt Svetlana heel
stellig. "Kun je dat aan de buitenkant ook voelen, dat schoppen,"
vraagt Hanneke. "Natuurlijk," antwoordt Svetlana, "leg je hand maar op
mijn buik." Even aarzelt Hanneke, want het is wel een beetje vreemd om
zomaar je hand op iemands buik te leggen. Dan wint haar
nieuwsgierigheid het en voelt Hanneke inderdaad dat er iets schopt in
de buik van Svetlana. Nu willen alle kinderen graag even voelen. "Wat
is dat leuk," zegt Suzan, "nu kennen we hem al een beetje, voordat hij
geboren is." "Hij kent jullie nu vast ook al en hij vindt het reuze
fijn, wat jullie allemaal voor hem doen." "Hij zat beslist erg in de
knel als jij in dat bos moest hurken," zegt Bas, "dat is nu over en
daar is hij vast heel erg blij mee." "Hij is beslist ook heel blij met
de mooie bedden die wij nu hebben," zegt Achim, "die zijn ook klaar;
kom maar kijken."
De bedden zijn nu echt prachtig geworden, er zitten echte lattenbodems
in; daarop liggen de matrassen die Patrick en Stella naar de hut hebben
gebracht. Dat moest in het donker gebeuren, want het zou heel raar
staan wanneer de kinderen met matrassen het bos ingingen op klaarlichte
dag. "Nu moeten we die ledikanten nog mooi schilderen," zegt Ron, "dan
zien ze er weer als nieuw uit." "Bij ons thuis staat van die verf die
heel gauw droog is," zegt Bert, "die ga ik even halen."
Wanneer de kinderen naar huis moeten, is alles klaar: de ledikanten
zijn mooi geverfd; ze zijn nu knal oranje! "Die verf was over van de
Carnaval; toen hadden we heel grote winterpenen gemaakt, waar we zelf
inzaten," legt Bert uit.
Intussen is Svetlana bezig met het klaarmaken van het avondeten. De
kinderen zorgen er met z’n allen voor, dat er steeds genoeg te eten is.
Ron kijkt regelmatig in het magazijn van de winkel bij hem thuis of
zijn vader daar spullen neergezet heeft, die niet meer verkocht worden.
Zo heeft hij een heleboel blikken met groenten kunnen bemachtigen. Die
blikken zijn een beetje gedeukt en kunnen niet meer in de winkel gezet
worden, want dat staat niet netjes en niemand koopt nu eenmaal gedeukte
blikken.
Svetlana vindt een deukje geen ramp, want de
inhoud is heerlijk en aangevuld met de uien en aardappels die Bas en
Boris brengen, hebben de twee vluchtelingen prima te eten. Bas en Boris
nemen de aardappels en de uien uit de schuur mee; daar bewaart hun
vader die dingen om ze wat later in de winter te kunnen verkopen. "Die
paar uien en piepers zal vader echt niet missen," vinden Bas en Boris,
die iedere keer als ze naar de hut gaan, hun zakken volstoppen. Ook
voor de brood- en melkvoorziening hebben de kinderen een oplossing
bedacht: iedereen heeft ineens, in de pauze op school, vreselijke
honger en dorst. Ze vragen een dubbele hoeveelheid eten mee, wanneer ze
naar school gaan. De meeste moeders vinden het wel een beetje vreemd,
maar zijn blij dat hun kinderen zo’n gezonde eetlust hebben. Hanneke
neemt iedere dag een grote kan, die ze goed kan afsluiten, mee naar
school; daarin worden alle bekers melk geleegd en de kan wordt, samen
met het verzamelde brood, op de terugweg naar huis even naar de hut
gebracht. Het is allemaal dus uitstekend geregeld en Achim, Svetlana
en... de baby waar het allemaal om gaat, komen niets tekort.