Achttiende zondag door het jaar
"En dan . . . kan je geen snoepjes meer zien"
Monique heeft thuis ruzie. Haar broertje Mark heeft haar schooletui te
pakken gekregen. Daarin zitten de kleurpotloden waar Monique altijd
heel zuinig op is. Ze zorgt er voor dat de punten keurig geslepen zijn,
zo kan zij de mooiste tekeningen maken van de hele klas. Mark vindt al
die kleurtjes ook heel mooi en heeft ontdekt dat je daarmee op het
behang ook prachtig kunt kleuren. Jammer genoeg duwt hij veel te hard
en....nu zitten er geen punten meer aan de potloden. Bovendien heeft
Mark met zijn plakvingertjes, hij heeft net een boterham met stroop
gegeten voor hij aan zijn kunstwerk begon, het etui ontzettend vuil
gemaakt.
Als Monique ontdekt wat Mark heeft gedaan wordt ze verschrikkelijk
kwaad. Verontwaardigd gaat ze naar haar moeder, maar die zegt : dan had
jij er maar voor moeten zorgen dat Mark niet aan jouw etui kon komen".
Dat is me nu ook wat. Monique wilde na het eten nog even een tekening
af maken en daarom had ze het etui op het tafeltje laten liggen. Toen
ontdekte ze en stripverhaal wat ze nog even uit moest lezen en....toen
was het te laat! Monique vindt het niet eerlijk dat moeder het voor
Mark opneemt en....zonder eerst te eten, loopt ze het huis uit. Ze rent
naar het bos; ze is zo kwaad dat ze doorloopt naar het Schaartven. Daar
gaat ze aan de waterkant zitten en keilt ze met steentjes.
Fatima en Hanneke hebben intussen gehoord dat Monique weggelopen is;
zij gingen haar halen om mee te gaan naar de hut. Zij vertellen aan de
andere kinderen van het 14 Octoberplein wat er aan de hand is. Er wordt
besloten om Monique te gaan zoeken. De moeder van Monique maakte zich
wel geen zorgen, die dacht dat Monique wel naar de hut zou zijn. De
kinderen vinden dat maar niks. "Monique moet zich toch wel heel naar
voelen," zegt Fatima, " wij kunnen haar toch niet in de steek laten!"
"Laten we haar maar gaan zoeken," zegt Bert, die het direct met Fatima
eens is. "Ze is vast naar het Schaartven gegaan," zegt Hanneke, " daar
gaat ze wel eens meer heen, als ze even alleen wil zijn en na wil
denken". Iedereen is het er mee eens dat ze eerst eens naar het
Schaartven gaan en als Monique daar niet is, dan zoeken ze wel verder.
De kinderen rennen door het bos en zien als ze bij het water komen,
Monique zitten. Het is maar een hoopje ellende, ze zit in elkaar
gedoken, en er biggelen grote tranen over haar wangen. Met het gooien
van steentjes is ze al lang gestopt, haar kwaadheid is ook gezakt, nu
is ze alleen nog maar reuze verdrietig.
Willeke is als eerst bij Monique en slaat haar
arm om haar vriendinnetje. "Wat is er aan de hand," vraagt Willeke.
Monique snuft eens en doet dan hortend en stotend het hele verhaal. De
kinderen vinden het maar wat zielig voor Monique, want ze weten
allemaal hoe zuinig die altijd op haar kleurpotloden is. Terwijl
Monique haar verhaal aan het vertellen is, begint haar maag te knorren.
Dat gaat zó hard, dat iedereen het geluid hoort. "Wat is dat," vraagt
Eddy. "Dat is mijn maag," zegt Monique. "Heb je dan honger," vraagt
Fatima. "Nee," zegt Monique, " of....eigenlijk wel. Ik heb niet
gegeten". Daar moet dus eerst iets aan gedaan worden, want als je
honger hebt kan je niet zo goed meer denken en .....dan lijkt alles
altijd veel erger als dat het feitelijk is. Alle kinderen zoeken in hun
zakken of daar iets eetbaars in zit. Eddy heeft een half zakje chips,
Fatima een rolletje drop, Bas en Boris hebben toffees en zo heeft
iedereen wel iets dat kan helpen de honger te stillen. Het wordt een
vreemdsoortige maaltijd en omdat Monique door de kinderen erg afgeleid
wordt eet ze zomaar alles door elkaar op. Als Monique het laatste
dropje op heeft vindt Fatima het tijd dat ze naar huis gaat, want zegt
ze :" jouw moeder zal ook best wel een beetje bezorgd zijn. Kom dan
gaan we allemaal met je mee".
Samen brengen de kinderen Monique naar huis. Moeder is blij dat haar
dochter de keuken binnen komt en zet gelijk een bord op tafel . Ze
zegt: " jij zal nu wel honger hebben. Kom eet maar een lekker bord
soep, dan is alles zo weer over". Moeder schept de soep op het bord,
maar dan gaat het helemaal mis. Monique trekt wit weg en ze voelt zich
heel erg ziek. Heel moedig probeert ze een lepel soep te eten, maar dat
is druppel die de emmer doet overlopen en Monique rent om op tijd op de
toilet te komen. O,o, wat is ze misselijk. Dropjes en chips als
middageten is toch niet zo goed idee! Moeder begrijpt er niets van,
maar Hanneke en Fatima, die in de keuken zijn blijven wachten
vertellen, dat Monique al zo'n beetje gegeten heeft. "Misschien heeft
ze wel een beetje te veel gegeten," zegt Hanneke. "Dat gaat toch zo wel
weer over," vindt Fatima, " ze kan zo best weer mee naar de hut". "Dat
denk ik niet ," antwoordt moeder, " ik denk dat Monique zich veel te
kwaad gemaakt heeft en dat ze beter een poosje kan gaan slapen". Als
Monique weer te voorschijn komt, blijkt moeder haar dochter toch wel
het beste te kennen. Het enige dat Monique wil, is naar bed. Moeder
helpt haar om snel onder de wol te komen en zet voor alle zekerheid
maar een emmer naast het bed van Monique. Fatima en Hanneke maken
intussen het etui van Monique schoon en slijpen alle potloden.
Zo is het grootste probleem weer
opgelost. Dan
gaan ze aan de anderen vertellen hoe het afgelopen is. Bas en Boris
vinden dat ze maar een grote bos bloemen voor Monique moeten plukken,
want als je ziek bent, krijg je bloemen.
Zo wordt Monique na een uurtje verrast met een groot boeket vol met
goudsbloemen, zonnebloemen en kamille. Toch fijn dat Bas en Boris een
tuintje hebben, waar je zo maar bloemen kunt plukken!!!!!!