Zestiende zondag door het jaar

En de boom werd . . .

Hanneke heeft iets leuks gevonden voor in het tuintje van Bas en Boris. In een bloemstukje, nog van Pasen, zat een takje. Dit takje is nog steeds groen en.....er zitten worteltjes aan. De moeder van Hanneke wil het hele bloemstukje weggooien, want alle bloemen zijn uitgebloeid. Hanneke vindt het echt zonde om het takje ook weg te gooien. "Geef mij dat maar," zegt Hanneke tegen haar moeder. "Dat mag je best hebben," antwoordt moeder, " als je het maar niet in de tuin zet." Dat is Hanneke helemaal niet van plan, ze wil het hebben voor de tuin van Bas en Boris. Blij neemt ze het takje 's middags mee, als ze naar Bas en Boris gaat, want de kinderen van het 14 Oktoberplein hebben beloofd, dat ze die middag weer eens zullen helpen met onkruid wieden. Als ze dat aan Bas en Boris overlaten, komt er niets van terecht; die twee weten nog steeds niet wat onkruid is en wat echte bloemen zijn.
Als Hanneke aankomt, zijn Fatima en Eddy al druk aan het werk. Bas en Boris zijn in geen velden of wegen te bekennen. Hanneke laat het takje aan Fatima en Eddy zien; die zijn het helemaal met haar eens, dat het zonde is om zo'n mooi takje weg te gooien. In het midden van het tuintje graven ze een kuil, doen er flink wat water in en planten het takje.
Intussen zijn ook de andere kinderen gearriveerd. Als laatste komen Bas en Boris er aan. Ze hebben hun vader bij zich. "Kijk eens papa, wat een mooie tuin," zegt Bas heel trots. "Dat hebben we helemaal zelf gedaan," zegt Boris, die ook zowat naast zijn schoenen loopt van verbeelding. Vader grinnikt eens, want hij kent zijn zoontjes. "Hebben jullie dat echt zelf gedaan, of.....hebben jullie erg veel hulp gehad," vraagt hij. "Bas en Boris hebben de bloemen gezaaid," zegt Monique. "Toen hebben wij ze gered," vertelt Eddy. "Verder hebben we alleen maar al het onkruid eruit gehaald," vindt Suzan. "Ja, ja," zegt vader, " jullie hebben gewoon het meeste werk gedaan!" "o, maar dat is reuzeleuk," zegt Fatima," thuis moet ik met mijn vingers van de tuin afblijven. Hier mag ik tenminste lekker m'n gang gaan. Dat is toch zalig!" "Ik vind het fijn, dat ik dat takje nu kon redden," zegt Hanneke en ze wijst het aan. "O, hemel," zegt vader, " weet je wat dat is?" "Nee," antwoordt Hanneke. "Dat wordt een kronkelwilg," vertelt vader, " dat is een heel grote boom die vreselijk snel groeit. Straks staat hier alleen nog maar een grote boom, want onder een kronkelwilg groeien echt geen bloemen; die krijgen daar niet genoeg zon". "Dat geeft toch niets," zegt Bas, " dan hebben wij tenminste een fijne boom in onze tuin." "Daar kunnen we lekker in klimmen," vindt Boris. "Aan een boom heb je veel meer dan aan bloemen," zegt Bas. "Maar die boom geeft ook veel schaduw over jullie vijver. Zo krijg je nog veel meer algen", zegt vader. "Dat geeft niks," vindt Bas, " die vissen we er toch gewoon uit. Dat is nog leuk werk ook!" "Het staat best leuk; een boom bij het water," zegt Boris, " bovendien hoeven we dan geen onkruid meer te plukken. Als er geen bloemen groeien, groeit er ook geen onkruid."
Dit lijkt iedereen een aardig idee, want nu kost het toch wel veel tijd en wieden is maar een saai werkje. Er blijft maar weinig tijd over om andere dingen te doen.
"Als er nu erg veel algen in de vijver komen, dan stoppen we daar toch gewoon heel grote vissen in," zegt Bas. "Ja," stemt Boris in, " dat is een idee; die eten dan de algen wel op. Misschien kunnen we er wel meervallen in doen, die kun je nog eten ook." "Dan kunnen we vanaf een dikke tak, in onze eigen boom gaan zitten vissen," fantaseert Bas vrolijk verder. "Meervallen," zegt Willeke verschrikt, " van die grote griezel- vissen, met die enge sprieten?" "Dat zijn helemaal geen griezels," antwoordt Boris, " die eten echt alle rommel op en ze zijn ook erg lekker!" Boris doet net of hij dagelijks "meerval" eet. "Volgens mij is het veel te koud in de vijver voor meervallen," bedenkt Bert, " die vissen worden altijd in een verwarmd aquarium gehouden. Dat gaat dus nooit." "O, jawel hoor," zegt Bas, " we zetten langs de kant van de vijver een heleboel vuurkorven en dan stoken we een stevig fikkie, dan hebben die meervallen het vast lekker warm." "Dan moet je ook midden in de nacht dat vuur aanhouden," zegt Ron," want juist 's nachts is het vreselijk koud." "Dan slapen we gewoon om de beurt," stelt Bas voor, " dat kan toch best."
"Wat jullie al niet voor een boom over hebben," komt vader ertussen. "Als jullie die boom nu eens op een andere plaats zetten. Daar ginds in de hoek staat alleen maar onkruid. Zet hem daar maar neer, dan krijgt de vijver voldoende licht en zijn er geen meervallen en vuurkorven nodig." "Maar dan moeten we nog onkruid plukken," zucht Bas. "Dat is minder werk dan 's nachts vuurtje stoken om meervallen in leven te houden," zegt Ron. Eddy heeft intussen het takje al uit de grond gehaald en is met de schop naar de andere kant van de tuin gelopen. "Jongens, haal eens wat water, dan planten we hem nog een keer," roept Eddy opgewekt. Willeke rent met de gieter naar de kraan en helpt Eddy om het takje vlug te planten. Zij is blij met deze oplossing, want meervallen in de vijver bij Bas en Boris.........dat ziet zij echt niet zitten.
Het takje is bijna niet te zien tussen al het hoge onkruid, maar vader zegt dat dit vanzelf goed komt, ze hoeven het alleen af en toe maar wat water te geven; meer is niet nodig. Het onkruid verdwijnt vanzelf wel. Bas en Boris vinden het maar jammer, want vissen in hun eigen vijver.....daar hadden ze best zin in gehad.