Hemelvaart
De kinderen van het 14 Oktoberplein hebben zomaar op donderdag een
vrije dag, want het is Hemelvaart. Stella vindt het niet zo prettig,
want nu moet ze de hele dag de tweeling in de gaten houden; voor haar
is het veel gemakkelijker als er gewoon school is. Gelukkig hebben Bas
en Boris allang een oplossing voor al die vrije tijd bedacht. "Jongens,
we gaan morgen naar het Leukermeer," zegt Bas, wanneer de kinderen uit
school naar huis lopen. "Waar is dat en wat is daar te doen," vraagt
Fatima. "Daar kun je waterfietsen," zegt Boris, "dat is heel erg leuk."
"Daarom heet het daar Leukermeer," zegt Bas, "het is gewoon een leuk
meer." "Hoe weet je dat het daar fijn is," vraagt Eddy. "Dat heb ik van
Liesbeth gehoord," zegt Bas. Liesbeth is een meisje dat in de klas bij
de tweeling zit. "Dan zal het daar wel saai zijn," zegt Eddy, "want
Liesbeth houdt van heel saaie dingen en zij is gewoon een saaie griet."
"Dat is niet waar," zegt Bas, "Liesbeth is heel aardig en ze heeft veel
leuke ideeën." "Ben jij soms gek op haar," vraagt Ron. "Nee hoor," zegt
Bas, "je hoeft toch niet gek op iemand te zijn om hem aardig te
vinden?" "Kost dat waterfietsen geld," vraagt Fatima. "Ja, dat geloof
ik wel," zegt Boris. "We nemen gewoon ons zakgeld mee," vindt Bert,
"dan leggen we alles bij elkaar en dan lukt het heus wel." "We moeten
wel vroeg weg, want het is nog verder dan Geysteren," zegt Bas. "We
moeten de brug over bij Wanssum en dan nog een eindje in de richting
van Venlo, dan zien we het vanzelf," legt Boris uit. "Dan gaan we toch
om zes uur weg," zegt Fatima, "dan is het al licht en dan hebben we een
lekkere, lange dag." "We moeten het maar gelijk thuis allemaal vragen,
dan weten we vanmiddag of het doorgaat," zegt Hanneke. De enige, die
bezwaren tegen het plannetje heeft, is Stella; ze heeft uiteindelijk de
verantwoording voor de tweeling; dit is toch wel griezelig om hen
zomaar de hele dag weg te laten gaan. "Dan ga je toch gewoon mee," zegt
Bas. "Dan vragen we of Patrick ook meegaat; dan eten we onderweg wel
een frietje en dan hoef jij niet te koken," vult Boris aan. Stella
vindt dat er weinig anders opzit; het enige voordeel van dit plan is
dat ze niet hoeft te koken. Het ergste is dat ze zo vreselijk vroeg uit
haar bed moet. Stella had zich er net zo op verheugd dat ze lekker tot
tien uur zou kunnen uitslapen; in plaats daarvan moet ze nu om vijf uur
op! Omdat ze haar moeder beloofd heeft goed op de tweeling te zullen
passen, besluit ze mee te gaan. Patrick heeft direct zin en vindt het
helemaal niet erg om vroeg uit de veren te moeten. De volgende morgen
zijn Bas en Boris om vijf uur wakker. Ze kleden zich aan en gaan naar
de keuken om alvast brood te smeren. Er moet een hele stapel
boterhammen mee, want de tweeling is er zeker van dat ze veel honger
zullen hebben. Een kwartiertje later komt Patrick naar beneden. "Is
Stella al wakker," vraagt Bas. "Ik heb haar nog niet gezien," antwoordt
Patrick. "Dan heeft ze zich vast verslapen," zegt Boris, "kom, dan gaan
we haar even wakker maken."
Bas duikt in een kastje onder het aanrecht en
haalt daar vier grote deksels van pannen vandaan. Hij geeft twee
deksels aan Boris en zegt; "Kom, hiermee wordt ze vast en zeker
wakker!" De tweeling rent naar boven en maakt een spektakel met de
pannendeksels waarvan horen en zien je vergaat. Stella komt uit haar
kamer gestoven en zegt boos: "Zijn jullie helemaal betoeterd, de hele
buurt hoeft niet wakker te worden." "Maar jij wel en dat ben je nu,
schiet maar op; we moeten zó weg," zegt Boris. Om zes uur staan alle
kinderen bij het monument op het plein te wachten; Hanneke komt als
laatste aanfietsen. Ze hebben allemaal een fietstas en een rugzak bij
zich. Niemand wil honger of dorst lijden en er is flink wat proviand
ingeslagen. Voor alle zekerheid hebben de kinderen ook droge kleren
meegenomen, want waterfietsen, daar kan je wel eens nat van worden.
Stella heeft een E.H.B.O.-doosje bij zich en vertelt dat trots aan Bas
en Boris. Bas en Boris vinden het maar grote flauwekul, want een
schram, daar lik je gewoon eens aan en die gaat dan vanzelf weer over.
De kinderen fietsen in een lange rij naar Wanssum. "Op de brug even
stoppen," gilt Hanneke, "ik wil een foto maken." Hanneke neemt een foto
van de groep kinderen. Dat wordt beslist iets heel fraais, want Bas
steekt net zijn tong uit tegen Eddy.
Nu rijden ze op het fietspad lang de oude
rijksweg; het is toch verder dan de meesten gedacht hadden. "Hé, kijk
daar eens," gilt Fatima en ze wijst in de lucht. Er zeilt een
luchtballon over de toppen van de bomen. Alle kinderen kijken naar de
ballon en letten niet op waar ze fietsen. Binnen de kortste keren
ontstaat er een enorme puinhoop: iedereen valt op elkaar. "Stelletje
sufferds, kunnen jullie niet uitkijken," gilt Bas. De kinderen
krabbelen weer op en bekijken de schade. Er staan een paar sturen
scheef en Bert heeft zijn hand een beetje geschaafd. Stella is
vreselijk geschrokken; ze reddert en moedert en wil jodium op de hand
van Bert doen. "Nee hoor, geen prikspul, dat is nergens voor nodig,"
zegt Bert; hij heeft zijn hand al schoongemaakt met zijn zakdoek en
likt de wond schoon. "Dat is toch vies," zegt Stella. "Welnee," vindt
Bert, "dat doen hondjes ook, zó is het heel gauw over." Stella bergt
haar E.H.B.O.-doosje maar weer op. Intussen zijn alle sturen weer
rechtgezet en fietsen ze verder. "Ik hoop dat er niet nog meer mensen
de lucht ingaan," merkt Bas op, "dan vallen we beslist weer." "Gewoon
met je voeten op de grond blijven is voor iedereen veel gezonder,"
vindt Boris. Zonder verdere ongelukken komen ze bij het Leukermeer.
Daar is het net open en de kinderen zijn de eerste bezoekers. "We gaan
gelijk maar waterfietsen huren, want nu is het fijn rustig op het
water," zegt Hanneke. De waterfietsen zijn voor vier personen; twee
moeten er trappen en de andere twee mogen lekker meevaren. "Wij gaan
samen," zegt Bas tegen Boris. Eddy en Ron komen bij Bas en Boris in de
waterfiets. Bert en Hans gaan met Hanneke en Monique. Fatima en Suzan
willen ook trappen en met hen gaan Willeke en Helga mee. Patrick en
Stella gaan samen op een fiets. Stella vindt dit heel fijn, want zo is
ze er zeker van dat ze droog zal blijven. De waterfiets van Stella en
Patrick komt maar moeizaam vooruit; de twee trappen zich een ongeluk en
dat terwijl de andere kinderen al in geen velden of wegen meer te
bekennen zijn. "Ik ben echt moe," zegt Stella, "kunnen we niet naar dat
eilandje gaan en daar wachten tot de anderen terugkomen?" Patrick vindt
het best, hij is ook niet meer gewend om zo'n eind te fietsen en dan
nog eens een keertje te moeten waterfietsen. Met veel moeite bereiken
ze het eilandje midden in het meer. Patrick trekt de waterfiets op de
kant en Stella stapt uit. Ze gaan in het gras zitten en wachten tot de
anderen voorbij zullen komen.
Na bijna drie kwartier ziet Patrick de
waterfiets met Bas en Boris. Er wordt stevig getrapt en de jongens
hebben het duidelijk erg naar hun zin. Bas ziet Stella en Patrick op
het eiland en gilt: "joehoe, oma......opa....kom dan!" Patrick en
Stella stappen weer in de waterfiets; het lijkt wel of er veel meer
water in het kuipje staat. "Volgens mij is dit ding lek," zegt
Patrick., "we zinken straks nog." Ze fietsen naar de oever, maar zijn
nog niet halverwege als het water echt heel hoog komt te staan. Stella
probeert met haar handen het water uit het kuipje te scheppen, maar dat
helpt niet veel. "Dat wordt zwemmen," zegt Patrick. Intussen zijn ook
de andere kinderen teruggekomen. Fatima en Suzan zien dat Stella en
Patrick problemen hebben en varen naar hen toe. "Zijn jullie Titanicje
aan het spelen," vraagt Suzan. Suzan heeft het nog niet gezegd of de
waterfiets van Patrick en Stella geeft er de brui aan; hij zinkt onder
water en Patrick en Stella moeten zwemmen. Het water is nog erg koud.
"Houd je vast aan onze waterfiets," zegt Fatima, "dan zijn jullie zó
aan de kant." Even later staan een druipende Patrick en even
kleddernatte Stella op de kant. "Ga gauw droge kleren aantrekken," zegt
Hanneke. "Die heb ik niet bij me," antwoordt Stella, "ik was niet van
plan om nat te worden." Ook Patrick heeft er niet aan gedacht om extra
kleren mee te nemen. De twee krijgen van de andere kinderen droge
kleren; die passen wel niet echt goed, maar het is altijd beter te
kleine kleren aan te hebben dan in natte spullen te blijven lopen. Na
nog een hele tijd lekker bij het meer geravot te hebben, gaan de
kinderen terug naar huis. Ze fietsen niet zo heel hard meer, want nu
zijn ze toch wel een beetje moe. Stella trakteert de hele groep op
friet en een croquet. Dit wordt met gejuich begroet, want ondanks alle
stapels boterhammen die ze op hebben, lusten de kinderen echt nog wel
een portie frietjes. Stella is 's avonds doodmoe en ze is er helemaal
van overtuigd dat ze haar twee broertjes eigenlijk wel alleen had
kunnen laten gaan; die hadden wél gekeken of er geen water in het
kuipje van de waterfiets stond, voordat zij instapten.