Tweede Paasdag
Fatima, Willeke, Monique, Helga en Suzan zijn bij Hanneke. Hanneke
vindt het maar vervelend dat haar vader er nog niet is en ze had echt
geen zin om vanmiddag mee te gaan naar de hut. Omdat de jongens van
plan waren om te gaan timmeren, hebben de andere meisjes besloten naar
Hanneke te gaan. "Anders zit zij de hele dag alleen thuis, dat is ook
niks," vindt Fatima. "Misschien kunnen we haar wel overhalen om met ons
mee naar het Schaartven te gaan," zegt Willeke, "ik wil steentjes
zoeken voor mijn verzameling." Hanneke heeft geen zin om mee te gaan;
zij wil in de buurt van de computer blijven, want misschien stuurt
vader nog wel een bericht. "O.K., dan blijven we wel bij jou spelen,"
zegt Fatima, "heb jij soms Mens Erger Je Niet?" Hanneke heeft inderdaad
dit wel zeer toepasselijke spelletje en al vlug zijn de meisjes in een
zware strijd verwikkeld. Vooral Helga heeft het moeilijk; iedere keer
worden haar pionnetjes van het bord gegooid. Net wanneer Helga echt
kwaad wordt, begint de computer te zoemen.
Direct is het spel vergeten; Hanneke rent naar
de tafel waar de computer staat en kijkt op de monitor. "Wat is dat
nu," zegt ze, "dit ken ik niet." "Gewoon doen wat er staat," adviseert
Fatima. Heel nauwkeurig voert Hanneke de opdracht, die op het scherm
staat, uit. De meisjes wachten gespannen; wat zal er nu gebeuren? Dan
klinkt een heel bekende stem door de kamer en op het scherm verschijn
ineens vader. "O, kijk nu eens, dat is jouw vader," roept Helga. "Houd
je mond," zegt Fatima, "anders kunnen we niet horen wat hij zegt."
Vader vertelt dat hij, voor deze keer, eens videobeelden mag opsturen.
Zijn baas begrijpt gelukkig dat het voor Hanneke en moeder een grote
teleurstelling is dat hij gisteren niet in het vliegtuig zat. Dat hij
zijn vliegtuig gemist heeft, heeft zijn baas op een idee gebracht:
vader moet nog een week in Brazilië blijven en een reportage maken over
alle verkeersproblemen in dat land. Hij komt pas zondag thuis. Het
vluchtnummer zal hij op tijd E-mailen; dan weet moeder hoe laat ze weer
naar Schiphol moet gaan.
Hanneke krijgt van haar vader de opdracht dat ze deze opname moet
downloaden en opslaan; hij legt haar uit hoe ze dat moet doen. Hanneke
vindt het maar moeilijk, maar hulp van haar vriendinnetjes lukt het.
"Goh, wat leuk," zegt Fatima, "nu zijn wij de eersten die jouw vader
hebben gezien." "Dat moeten we even aan de jongens gaan vertellen,"
vindt Monique. "Wat zullen die jaloers zijn," zegt Suzan. "Die knullen
zijn altijd haantje de voorste, maar nu zijn wij dat eens een keer,"
vindt Fatima. Nu gaat Hanneke direct mee naar de hut.
Daar zijn de jongens druk aan het
werk; ze
maken een karretje. Bas en Boris hebben vier wielen met dikke banden
thuis in de schuur gevonden. Het lijkt hen een slim plan om daarop een
stevige kar te fabriceren. Die grote banden kunnen gemakkelijk in het
bos rijden en zó hoeven zij niet zo hard te sjouwen wanneer ze water
moeten halen. Het onderstel van de kar is al klaar. Wanneer de meisjes
de hut binnenkomen, zitten de "heren" net te overleggen hoe ze de
bovenbouw van de kar moeten maken.
"Jongens, ik heb mijn vader gezien," roept Hanneke. "Wat," zegt Bas,
"heeft hij weer een foto gestuurd?" "Nee, hij stuurde nu een
video-opname; dat was nog veel leuker dan een foto en hij vertelde een
heel verhaal," zegt Hanneke. "Dat kan toch helemaal niet: een
video-opname versturen uit Brazilië," zegt Boris. "Ja hoor, dat kan
wel," legt Hanneke uit, "mijn vader heeft een fototoestel, waarmee je
ook video's kunt opnemen en versturen." "Dat versturen doet hij niet
met zijn fototoestel, maar met de computer," zegt Ron. "Hoe dat precies
gaat, weet ik niet," zegt Hanneke, "maar ik heb hem wel gezien en dat
was maar wat leuk." "Jammer dat wij dat gemist hebben," zegt Bas. "Jij
moest toch zo nodig die kar maken," moppert Eddy. "Daar hadden we best
even mee kunnen wachten," vindt Bert. "Maak je niet druk," zegt Suzan,
"jullie kunnen die video ook zien, want we hebben hem opgeslagen."
"Pffft, dat kunnen meisjes niet," zegt Boris, "dat zal wel nergens op
lijken." "Er zit vast niets meer in de computer," zegt Bas. "Kom dan
mee," vindt Fatima, "dan zullen jullie zien, dat wij net zo slim of
misschien nog wel slimmer zijn dan jullie."
Dat laten de jongens niet op zich zitten; de kar wordt vergeten en met
z'n allen gaan ze naar Hannekes huis. Intussen is moeder thuisgekomen
van haar werk; ze is niets vermoedend in de keuken bezig met
aardappelsschillen. Moeder schrikt wanneer de club naar binnen banjert.
"Wat komen jullie doen," vraagt ze. "Mama," zegt Hanneke, "heb jij papa
al gezien?" "Nee," zegt moeder, "natuurlijk niet, die komt zondag pas,
dat vertelde hij gisteravond aan de telefoon." "Hij zit nu in de
computer op een video," zegt Hanneke, "kom maar kijken." Hanneke duikt
achter het toetsenbord en haalt een papiertje uit haar broekzak; voor
de zekerheid heeft ze opgeschreven hoe het moet.
Ze toetst een paar commando's in en daar is vader weer. "Zie je wel,
dat meisjes net zo goed met computers overweg kunnen als jullie," zegt
Fatima tegen de jongens. Die reageren er niet eens op en luisteren naar
wat vader vertelt. "Eigenlijk is het een geluk geweest dat hij dat
vliegtuig gemist heeft," vindt Bas. "Ja," zegt Boris, "nu komen er
tenminste nog veel meer artikeltjes." "Ik wil best wat weten over die
verkeersproblemen in Brazilië," zegt Bert. "Het kan nooit zo erg zijn
als hier," vindt Monique, "hier rijden de treinen nóóit op tijd." "En
er staat altijd overal files," zegt Ron. "Vliegtuigen zijn ook nooit
precies op tijd," weet Hanneke, "soms zijn ze te vroeg en soms veel te
laat, maar op de tijd dat ze moeten aankomen, zijn ze er nooit." "Kom,
we gaan terug naar de hut," zegt Boris. "Dan gaan we nog even aan ons
verkeersprobleem werken," vindt Bas.
Hanneke gaat niet mee met haar vriendjes en wanneer die vertrokken
zijn, zet ze nog een keer de video van haar vader aan. Nu kan ze
eindelijk, samen met haar moeder, eens rustig kijken. In de hut is het
een drukte van belang. De jongens zijn van plan om de kar helemaal in
de hut af te bouwen. "Dat moeten jullie niet doen," zegt Fatima, "dan
krijg je die kar nooit meer de hut uit; dat gaat niet over de trap."
"Je krijgt hem dan niet eens door het gat," zegt Suzan, "dat is veel te
klein." Hans kijkt eens en kijkt nog eens. "Jullie hebben gelijk," zegt
hij, "dat gaat nooit. We moeten nu alles naar boven brengen en het daar
afwerken anders hebben we niks aan die kar."
Met man en macht wordt eerst het onderstel naar boven gebracht; dat is
erg moeilijk, want het een onhandig ding om over de trap te zeulen. Met
hulp van een paar touwen lukt het eindelijk om het onderstel boven te
krijgen. "Laten we de boel maar bij ons in de schuur zetten," zegt
Boris, "die kar krijgen we vandaag toch niet meer klaar." "We kunnen
wel alle planken op het onderstel leggen," zegt Monique, "dan hoeven we
die niet te dragen." "Dan binden we een touw aan de voorkant en dan
kunnen we trekken," zegt Fatima.
Alle benodigdheden voor de kar worden naar boven gebracht en door Hans
keurig opgestapeld. Voor de zekerheid bindt hij alles goed vast; zo
moet het lukken. Met z'n allen trekken ze de kar door het bos. Hij
rijdt fantastisch; dat wordt beslist een reuze goede kar; misschien
kunnen ze er straks zelf nog wel inzitten. "Dat wordt lekker crossen
door het bos," zegt Boris. "Ik in de kar en jij trekken," stelt Bas
voor. "Nee, precies andersom," zegt Boris.
Al bekvechtend en klierend komen de kinderen
bij het huis van Bas en Boris; de kar wordt in de schuur gezet; daar
gaan ze fijn morgen mee verder. Voor de veiligheid hangt Bas een
briefje op de kar. Daar staat op : "afblijven, is van ons!" Die nacht
droomt Bas over de vader van Hanneke; hij zit in de kar die de kinderen
aan het bouwen zijn en rijdt dwars door een oerwoud.