Achtste zondag door het jaar
Bas en Boris zitten in de problemen. Het gaat op school helemaal niet
goed met hen en de meester heeft al gedreigd dat hij met hun vader zal
gaan praten. De tweeling let niet op in de les, want ze zitten allerlei
plannen uit te denken, over wat ze na school zullen gaan uitspoken. Het
beetje huiswerk dat ze moeten maken, hebben ze ook vaak niet af, want
ze vergeten het gewoon en komen dan in de klas tot de ontdekking, dat
ze eigenlijk iets hadden moeten doen.
Bas en Boris vinden school maar saai. Vooral rekenen vinden ze
stomvervelend. "Die stomme breuken ook," zucht Bas, "waarom moeten we
dat nu toch leren? Daar heb je toch rekenmachientjes voor. Dit is zonde
van mijn tijd, ik weet wel leukere dingen te doen". "Als ik later groot
ben, ga ik nooit meer rekenen," is Boris het helemaal met zijn broertje
eens.
Willeke, Fatima en Bert, die in dezelfde klas zitten als de tweeling,
hebben goed in de gaten, dat het met de tweeling niet best gaat. Ze
maken zich er dan ook hevig zorgen over. Stel je toch eens voor, dat
die twee zouden blijven zitten. Dat zou vervelend zijn, dan zou het in
de klas veel saaier worden. Met de zotte invallen van Bas en Boris valt
er in de klas ook vaak wat te lachen en.....dat willen Willeke, Fatima
en Bert niet graag missen.
Ze besluiten er met de andere kinderen van het 14 Oktoberplein eens
over te praten; misschien weten die een oplossing. Vooral Hanneke weet
vaak een oplossing voor een probleem, dat zij erg moeilijk vinden.
Desnoods kan Hanneke raad vragen aan Elly; dan komen ze er vast en
zeker uit.
Die middag, als de kinderen samen aan het Schaartven zitten, begint
Fatima er over. "Jongens, we zullen iets aan Bas en Boris moeten doen!"
Bas en Boris kijken op als ze hun naam horen; wat wil die Fatima van
hun???? "Kijk maar niet zo verbaasd," zegt Fatima, " jullie spoken op
school niks meer uit. Dat vind ik niet leuk, want zo blijven jullie
vast zitten!!" "Jullie hebben nooit je huiswerk af," zegt Willeke.
"Ja," valt Bert hen bij, " en als de meester met jullie vader gaat
praten, dan mogen jullie vast niet meer mee gaan spelen".
"Wat zijn jullie vervelend," vindt Boris. "Dat stomme leren is toch
nergens goed voor," zegt Bas. "Moet je eens kijken, al die vogeltjes,
die gaan toch ook niet naar school en die hebben het toch ook
hartstikke fijn! Waarom moeten wij dan al die idiote breuken leren. Dat
is nergens voor nodig, daar heb je toch rekenmachientjes voor". "Die
meester van ons is ook zo verschrikkelijk ouderwets, mag je niet eens
met een rekenmachientje op school komen, dan weet je toch zo de
uitkomst van die stomme sommen," zegt Bas.
"Je kunt toch niet de hele dag met een rekenmachientje in je hand
lopen," vindt Hanneke, " dan heb je je handen nooit vrij; dat kan
gewoon niet!" "Maar ik snap niks van die breuken," zegt Boris. "Dat
komt omdat je niet opgelet hebt," vindt Willeke, " je bent gewoon een
grote ezel!" "Die breuken zijn helemaal niet moeilijk," zegt Suzan, "
je moet gewoon goed vermenigvuldigen en delen, dan is er niets aan".
"Ik wou dat ik een vis was, dan hoefde ik dat allemaal niet," verzucht
Boris. "Ja, en dan kwamen wij met een hengel en wij visten jou op en
dan kreeg jij een haakje in je bek en dat deed heel erg zeer,"
antwoordt Fatima.
Boris schrikt er een beetje van; toch niet zo'n leuk idee om een vis te
zijn. "Dan wilde ik dat ik een vogel was, dan kon ik lekker overal
naartoe vliegen en heel veel zien," zegt hij, want hij geeft het niet
op. "Dan kwam die grote rode kater van ons," zegt Hanneke, " en die
probeerde jou te vangen en als hem dat lukte, at hij jou op". Ook een
vogel zijn is al niet meer zo aantrekkelijk.
"Wat willen jullie later eigenlijk worden," vraagt Eddy.
"Ontdekkingsreizigers," antwoordt Bas. "Die hoeven niets te leren, want
die ontdekken, al reizend, alles. Dat lijkt mij een heerlijk leven!"
"Daar zul je toch ook iets voor moeten leren," zegt Suzan, " anders
belanden jullie heel gauw in de kookpotten van de kannibalen en die
peuzelen jullie lekker op".
"Ik weet wat," zegt Ron, " als we nu eens in het vervolg samen ons
huiswerk maken. Dat doen we in de hut en dan kunnen we elkaar helpen en
overhoren. Zo leren Bas en Boris misschien toch nog genoeg om strak
over te gaan". "Leren.....in de hut," zegt Bas. "Dat lijkt mij maar
niks," vindt Boris, " de hut is om te spelen, niet om te leren". "Dan
spelen we gewoon dat we leren," zegt Fatima: " we nemen een schoolbord
mee en dan spelen we schooltje". "Ik heb nog een schoolbord," zegt
Hanneke. "En ik heb krijtjes," bedenkt Monique. "Dan doen we dat toch
gewoon," vindt Bert. "Die "keer-sommen" kun je goed leren met
spijkers," komt ineens Hans met een idee. "Zo hebben ze mij dat ook
geleerd: gewoon twee keer twee spijkers neerleggen en dan moet je ze
tellen, dan weet je dat je vier spijkers hebt".
"Gaat dat ook met breuken," vraagt Bas. "Natuurlijk," zegt Fatima :
"eerst leg je zoveel keer de spijkers neer als boven de streep staat .
Dan doen je dat ook met de spijkers onder de streep en dan kijk je hoe
vaak je alle spijkers van onder de streep van de spijkers boven de
streep kunt pakken". "Daar snap ik niks van," zegt Boris. "Kom, dan
gaan we naar de hut en dan zullen we het je laten zien," zegt Ron.
Op een holletje gaan de kinderen naar de hut en pakken een grote pot
met spijkers. Fatima laat zien hoe het werkt en na een poosje begrijpen
Bas en Boris wat ze bedoelt. Intussen is Bert thuis het huiswerk gaan
halen dat ze voor de volgende dag moeten maken. Hijgend komt hij de hut
weer binnen, want hij heeft heel hard gelopen. "Kom, laten we dat nu
eens met de echte sommen proberen," zegt hij. "Dan moet iedereen zelf
de sommen maken en pas daarna vergelijken," zegt Hanneke. "Ja, juf,"
zegt Bas, die het nog steeds maar zo zo vindt. Hij heeft zich er maar
bij neergelegd dat hij zijn huiswerk moet maken, want tegen zijn tien
vriendjes kan hij toch niet op.
De kinderen werken een poosje ingespannen en ontdekken dat ze het
allemaal begrijpen. Ook Hans doet mee en laat zich alles nog eens goed
uitleggen door Hanneke. Hij leert wel niet gemakkelijk, maar is wel
nieuwsgierig en dat betekent dat hij best veel dingen kan!!!!
De kinderen houden het een tijd vol om samen huiswerk te maken. De
meester op school begrijpt er niets van. Bas en Boris kunnen weer
helemaal meekomen in de klas en ze hebben al hun achterstand ingehaald.
Hij stelt zijn gesprek met hun vader maar uit. Dat is nu echt niet meer
nodig.