Tweede zondag door het jaar
Wie is het echte baasje?
Op het loonbedrijf bij Bas en Boris thuis hebben ze een hond, die
Jantje heet. Het is een mengelmoesje van een terriër en nog iets. Het
dier heeft een bruine kop en een wit lijf met allemaal bruine vlekken.
Het liefste wat de hond doet, is gaten graven en.... de wereld
verkennen. Althans, zó noemen Bas en Boris het feit, dat Jantje steeds
de kuierlatten neemt en beslist niet luistert als hij geroepen wordt.
Als het dier zin heeft, speelt het graag met Bas en Boris en rent
achter de stokken aan, die zij voor hem weggooien. Als hij de stok
gevonden heeft, probeert hij die zo snel mogelijk te begraven. Iets
terugbrengen....dat is nog nooit in zijn koppie opgekomen.
Die woensdagmiddag hebben Bas en Boris weer eens een fraai idee: ze
willen Jantje de hut laten zien. Ze denken dat hij zich daar, zo diep
onder de grond, best op zijn gemak zal voelen. "Dan hoeft hij niks meer
te begraven," zegt Bas. "Nee, want dan is hij zelf begraven," is Boris
het volledig met de vorige spreker eens. Ze besluiten Jantje mee te
nemen. Tot het bos hebben ze hem keurig aan de lijn, want ze zijn bang
dat Jantje wel eens een ander plannetje zou kunnen hebben. Bij het bos
vindt Bas het welletjes. "Laten we hem nu maar los laten," zegt hij,
"ik zou het ook niet leuk vinden om aan een touwtje te moeten
vastzitten". De daad bij het woord voegend, maakt Bas de lijn los
en.....Jantje vliegt er als een pijl in de boog vandoor. Alleen zijn
wit met bruine staart is nog eventjes tussen de bosjes te zien.
"Misschien komt hij ons zo wel achterna," zegt Boris. "Laten we maar
naar de hut lopen," vindt Bas.
In de hut zijn de anderen kinderen al druk aan het spelen. Bert heeft
een dart-spel meegebracht en Monique heeft met kistjes een baan
afgezet, waarop ze niet mogen lopen. Zo kunnen ze veilig met de
pijltjes gooien, zonder dat er iemand geraakt kan worden.
"Wat zijn jullie laat," zegt Willeke, als Bas en Boris de trap af
komen. " We hebben Jantje bij ons," zegt Bas. "Dat is leuk," vindt
Fatima, " maar waar is hij dan?" "O," zegt Boris, " hij is nog even het
bos in, maar hij komt zo".
"Ja, dat doet hij beslist," zegt Bas," want hij weet dat wij zijn
baasjes zijn en hij luistert alleen maar naar ons".
Omdat iedereen weet wat voor een hond Jantje is, grinniken de kinderen
eens en kijken elkaar aan. Jantje, die luistert en netjes komt als Bas
en Boris hem roepen, dat is iets wat ze nog nooit gezien hebben.
Misschien dat het deze keer eens lukt, je kunt maar nooit weten.
"Ik ga hem roepen," kondigt Bas aan en hij klimt de trap weer op.
"Jantje.........Jantje......", klinkt het en : "snert hond kom
nou!!!!!!!!!!!!".
"Dat helpt beslist," zegt Eddy, " wedden dat die hond gewoon naar huis
gaat en daar straks rustig bij zijn hok ligt". "Nee, dat doet hij vast
niet, hij komt echt naar ons toe," zegt Boris. "Ik ga ook even helpen,
want misschien moeten we samen roepen; we zijn per slot van rekening
samen de baasjes". Ook Boris klautert weer naar boven. Samen
veroorzaakt de tweeling een reuze kabaal in het bos. Al wat er komt,
geen Jantje.
Iemand anders komt wel op de herrie af, maar die was toch wel gekomen.
Hans is altijd wat later uit school en komt nu ook naar de hut toe.
"Hé, wat zijn jullie aan het doen," vraagt hij. "Hebben jullie Jantje
mee het bos ingenomen?" "Ja," zegt Bas, "maar hij komt zo wel". "Dat
help ik jullie hopen," vindt Hans. "Hij luistert heus niet naar jullie
geschreeuw, want hij heeft een hekel aan herrie! Daar schrikt hij
altijd van. Gaan jullie maar naar beneden, dan zal ik proberen om die
hond te pakken te krijgen".
Bas en Boris doen eens een keer wat Hans zegt; ze weten geen andere
oplossing en ze klauteren naar beneden. Daar worden ze opgewacht door
de rest van de club, die een heleboel plezier heeft om de bedremmelde
gezichten van het tweetal.
"Jullie zijn inderdaad echt de baasjes van Jantje," vindt Fatima! "Ja,
hij luistert echt naar jullie," doet ook Hanneke een duit in het zakje.
"Schei nou maar uit," zegt Bas een beetje kriegel, " die hond luistert
gewoon naar niemand". "Jantje doet alleen wat hij zelf wil," zegt
Boris, die probeert te verbergen, dat hij best een beetje teleurgesteld
is dat het weer niet gelukt is om de hond te roepen.
Doordat iedereen zo druk bezig is met Bas en Boris voor de gek te
houden, hebben de kinderen niet in de gaten dat Hans buiten zachtjes
zit te fluiten. Hans is op een boomstronk gaan zitten en wacht rustig
af. Af en toe fluit hij eens kort en, jawel hoor, dit heeft effect.
Daar steekt Jantje zijn snuit voorzichtig onder een struik uit.
"Kom maar," zegt Hans en meer aanmoediging heeft Jantje niet nodig. Hij
rent op Hans af en springt tegen hem op. Hans dolt een poosje met de
hond en pakt hem dan in zijn armen. Hij klimt voorzichtig de trap af en
zet de hond op de grond. Jantje begint verwoed te snuffelen, alle
hoekjes moeten bekeken worden.
"Verhip," zegt Bas, " hoe heb jij die te pakken gekregen?" "Heel
gewoon, fluiten en vragen of hij komt," antwoordt Hans, " dat gaat toch
vanzelf".
"Dus jij bent de baas van Jantje," zegt Fatima. "Natuurlijk is hij de
baas," zegt Bert, " dat kun je toch zo zien. Kijk eens, Jantje gaat
gewoon aan de voeten van Hans liggen, zonder dat die er iets voor hoeft
te doen". "Dat komt vast," zegt Monique, "omdat jij niet gilt en
schreeuwt!" "Dat zou best wel eens kunnen," is Hans het met haar eens,
" Jantje rent altijd weg als er ergens een heleboel herrie is".
"Een hond hoort veel beter dan
wij," zegt Ron,
dus dan moet herrie voor hem ook veel erger zijn dan voor ons! Geen
wonder dat hij dan wegloopt. Van herrie gaan je oren toeteren en dat
doet soms zeer."
"Als wij nu eens proberen heel rustig te zijn als Jantje in de buurt
is, misschien luistert hij dan ook wel naar ons," zegt Bas. "Jantje
heeft allang geleerd dat jullie reuze herrieschoppers zijn," zegt Bert,
" dat vergeet hij heus niet zo gauw". "Maar als we nu eens heel lief
voor hem zijn en leuk met hem spelen, dan worden we misschien ook zijn
baasjes," vindt Boris.
"Volgens mij kunnen jullie dat vergeten," zegt Monique, " die hond
heeft zijn baas al uitgekozen en....dat is Hans".
Net alsof Jantje dit hele gesprek heeft gevolgd en het er helemaal mee
eens is, blaft hij eens een keer en....legt zijn snoet op de schoen van
Hans.
"Kijk," zegt Bert, " Jantje laat het zelf zien, hij is van Hans, dus
voorlopig zullen wij hem met rust moeten laten".
Zo komt het dat Jantje alleen mee naar de hut gaat als Hans erbij is.
Dan wil hij graag met de kinderen spelen, maar hij houdt wel goed in de
gaten of Hans niet weggaat. Alleen als Hans erbij is, voelt de hond
zich veilig.