Doop van de Heer

Het doopfeest van Noëlle.

De moeder van Fatima en Eddy is weer helemaal de oude. Nu is het tijd, dat Noëlle gedoopt wordt. Vader en moeder hebben dit al met de pastoor geregeld en deze zondag is het zover.
Alle vriendjes en vriendinnen van Fatima en Eddy zijn uitgenodigd. Om twee uur moeten ze in de kerk zijn. Bas en Boris hebben aangeboden om een liedje te zingen; Hans mag ook meedoen, maar de anderen mogen niet eens weten wat ze zullen gaan zingen. Iedereen heeft er wat twijfels over, want Bas en Boris hebben soms van die gekke ideeën.
In de doopkapel staat alles klaar. Moeder gaat op een stoeltje zitten en de kinderen kruipen er dicht omheen, om niets te missen. Noëlle slaapt heerlijk door, alsof er niets aan de hand is. Pas als de pastoor water over haar hoofdje giet, doet ze haar oogjes open en begint te huilen. Niet zachtjes, maar echt keihard. Iedereen schrikt ervan.
"Zullen wij nu ons liedje zingen," vraagt Bas. "Misschien houdt ze dan wel op met huilen," voegt Boris er aan toe.
"Ja, probeer dat eens," zegt de pastoor, die met moeite over het gekrijs van Noëlle heen kan praten.
Bas en Boris gaan er eens echt voor staan. Hans staat een stukje opzij en het lijkt of hij een beetje weg wil kruipen. Nu krijgt echt iedereen argwaan. Bas zet in: "De koning van Siam." "Die had het zo koud," vult Boris aan. "Toen heeft hij zijn hoofd in de kachel gedouwd," zingt Hans heel zachtjes. "Hij moest voor zijn vrouw een paar boodschappen doen," gaat Bas onverstoorbaar verder. "Een pak lucifers en een lapje katoen," zingt Boris. Hans houdt zijn mond, hij vindt dit toch wel een raar doopliedje.
"Weten jullie niets anders," vraagt Fatima, " dit kan toch niet!" Monique en Suzan staan te stikken van het lachen.
Dan komt de moeder van Fatima er tussen:" laat ze dat liedje maar uitzingen, dan weet Noëlle in het vervolg hoe ze boodschappen moet doen".
Bas en Boris zingen het hele lied uit. Ze zijn nog apetrots ook, dat ze dat voor elkaar hebben gekregen. Het was wel niet helemaal zuiver, maar de tekst, die kenden ze goed uit hun hoofd.
Gelukkig staan er in het boekje, dat iedereen gekregen heeft, ook liedjes. Die passen veel beter bij een doop dan dat fraais van Bas en Boris. Tot slot zingen ze samen een net liedje en dan vindt iedereen, dat Noëlle echt gedoopt is en dat het feest nu kan beginnen.
Iedereen mag mee naar huis, want daar zullen ze een traktatie krijgen. Voordat ze allemaal chocolademelk en een plak cake krijgen, moeten Bas en Boris nog een keer hun lied zingen. Nu zingt iedereen mee, want het is wel een grappig liedje. Bovendien heeft het wel effect gehad, want Noëlle heeft niet meer gehuild.
"Nu is Noëlle ook katholiek hè," zegt Ron. "Ja," zegt vader, "ze hoort er nu helemaal bij". "Dat is best fijn," vindt Eddy, "maar ze weet het nog niet. Gek is dat eigenlijk: ik ben natuurlijk ook gedoopt, maar daar weet ik ook niks van". "Dat hoeft toch ook niet," zegt Bas, " dopen gaat gewoon vanzelf goed, of je dat nu wilt of niet". "Wat een beetje water al niet doen kan," zegt Boris. "Water heb je gewoon overal voor nodig, zonder water kun je niet eens leven," vindt Fatima.
Het wordt een hele discussie en de kinderen praten nog lang na over alle dingen waar je water voor kunt gebruiken.
"Het is eigelijk heel simpel," zegt Boris, "kijk maar naar onze hut: als we daar geen water hebben, is het er lang niet zo fijn". "Maar als je er limonadesiroop bij hebt, is het nog fijner," vindt Bert.
"Dan zouden ze toch moeten dopen met limonade, in plaats van water," zegt Boris. "Natuurlijk niet, suffie," vindt Suzan, "dan werd het een reuze plaktroep in de kerk en dat kan toch niet".
Omdat het echt een feest is, heeft moeder worstenbroodjes warm gemaakt; iedereen krijgt er een; nu hoeven ze thuis niet meer te eten.
De oma van Hanneke, die natuurlijk ook van de partij is, gaat in de keuken en stapel boterhammen smeren, want alleen aan één worstenbroodje hebben ze vast niet genoeg. Iedereen eet gezellig door; het is al een feest, dat ze niet aan tafel hoeven te zitten, maar gewoon op de grond en uit het vuistje mogen eten.
"Wanneer wordt er weer een kindje gedoopt," vraag Bas met zijn mond vol. "Dan gaan we weer zingen," zegt Boris, "want alle baby's zullen wel huilen als ze een plens koud water over hun bolletje krijgen. Wij weten nu hoe we ze stil moeten krijgen."
De anderen kijken elkaar eens aan en.....nemen zich voor niet te vertellen wanneer er weer een doopje is. Dat kun je ouders echt niet aandoen. Of dat zal helpen, dat is een vraag , want wanneer Bas en Boris iets in hun hoofd hebben, is het moeilijk om ze op andere gedachten te brengen.