Openbaring des Heren (Driekoningen)
"Hoog" bezoek!!
De vader van Hanneke is weer thuis. Hij is klaar met zijn werk als
journalist in Bosnië en hij mag veertien dagen vakantie nemen, voordat
hij weer op pad moet. Hanneke vertelt hem over alles wat zij de laatste
tijd meegemaakt heeft. Over de geboorte van Noëlle en....over de hut.
Dat laatste is bijna nog belangrijker dan het kindje, want Hanneke is
maar wat trots op de hut. Die ziet er zo mooi uit. In de kerstvakantie
hebben ze er hard aan gewerkt. De vloer is ook helemaal klaar en het is
er lang zo koud niet meer als voordat de vloer er in lag. Vader
belooft, dat hij gauw eens zal komen kijken. Misschien wel met een paar
andere vaders samen.
"De vader van Bas en Boris is al geweest en die zegt dat de hut nu heel
veilig is," haast Hanneke te zeggen, want ze is bang dat haar vader het
maar griezelig vindt, dat zij onder de grond speelt. "O, ik vertrouw de
vader van Bas en Boris best, maar ik vind het ook leuk om die hut te
zien," zegt vader. "Toen ik klein was bouwde ik ook altijd hutten en
soms waren die helemaal niet veilig, maar meer dan een paar schrammen
en een bult op mijn hoofd heb ik er nooit van overgehouden."
Als de kinderen, twee dagen later, druk bezig zijn met het fabriceren
van tafels in de hut, horen ze ineens een boel herrie. Takken kraken,
er klinkt gefoeter en ineens verschijnt er boven aan de trap een
mannenschoen. "Oei, oei," zegt Bert, "daar valt er eentje zowat naar
beneden". Hij heeft gelijk, want het kost de drie vaders, die zijn het,
een heleboel moeite om de vader van Hanneke weer normaal op zijn benen
te krijgen. Hij is samen met Fatima’s vader en die van Helga en Willeke
naar de hut komen kijken.
Nu verschijnt het gezicht van Helga’s vader boven aan de trap. "Kunnen
jullie er niet voor zorgen, dat die ingang te zien is," vraagt hij, "
zo is het net een valkuil". "Als we iets maken waardoor je kunt zien
waar de ingang is, is het geen geheim meer," antwoordt Bas. "Dan kunnen
alle mensen onze hut vinden," vult Boris zijn broertje aan.
"In het bos moet je altijd goed uitkijken waar je loopt, dan val je
nooit in ondergrondse hutten," vindt Eddy.
"Jullie hebben
makkelijk praten,"
zegt de vader van Hanneke, "maar we zullen eens naar beneden komen.
Voorzichtig klimmen de drie vaders over het keukentrapje naar beneden.
Ineens lijkt de hut niet zo groot meer, wat nemen die volwassenen toch
een boel plaats in. Omdat twee vaders iets bij zich hebben, lijkt het
nog voller.
"Mogen we even gaan zitten, om een beetje bij te komen van dit
avontuur," vraagt Hanneke’s vader. Hanneke geeft hem een veilingkistje
en vader gaat zitten. Iedereen pakt een kistje en dan zitten ze, met
z’n allen, rond de tafels in wording. Hanneke’s vader leunt tegen de
tafel aan, maar dan vliegt Hans gelijk op. "Niet doen, niet leunen, die
tafel is nog niet af, die is niet stevig genoeg." Dat heeft vader al
gemerkt, want de tafel bewoog, toen hij er tegen leunde.
"Jullie zijn dus nog steeds niet helemaal klaar," zegt Fatima’s vader.
"Nee," zegt Bas, " die tafels zijn best moeilijk om te maken. Ook al
heeft onze vader ons uitgelegd hoe we het moeten doen". "Valt best
mee," vindt Hans, "er moeten alleen nog een paar schuine balkjes onder;
dan zijn ze heel stevig. Kijk, zo moet dat". Hij pakt een balkje, waar
hij twee schuine kanten aan gezaagd heeft en houdt het tegen de paal in
het midden en het tafelblad. "Daar moeten een paar schroeven in en dan
zit het goed."
"Hoeveel van die balkjes moeten er onder," vraagt Helga’s vader. "Een
stuk of acht," antwoordt Bas, "tussen die balkjes vlechten we een netje
en dan kunnen daar spulletjes in. Zo hoeft niet alles op tafel te staan
en hebben we toch de boel bij de hand". "Slim hè," zegt Boris, net
alsof het zijn uitvinding is. Dat is niet zo, want Suzan heeft dit
bedacht.
"Willen jullie een glaasje limonade," vraagt Monique, " want jullie
zijn bij ons op visite en als je op visite komt, krijg je limonade".
"Hebben jullie dat dan," vraagt Helga’s vader. "Ja, hoor," zegt Fatima,
" daar heeft Ron voor gezorgd. Zijn vader had in de supermarkt
aanmaaklimonade, die de mensen niet kochten. Die mochten wij hebben".
"Hij smaakt wel een beetje raar," zegt Willeke, "maar als je er veel
water bij doet, gaat het best".
Uit de kast worden plastic bekertjes gehaald en uit de koelbox komt de
limonade. In de hoek van de hut hangt een grote jerrycan met een
kraantje. Daar zit het water in.
"Jullie hebben het goed voor elkaar," vindt Hanneke’s vader, "maar is
het niet lastig, dat jullie alleen maar licht van zaklantaarns hebben?"
"O, nee, hoor," zegt Bas, " dat gaat best. We moeten alleen niet
vergeten om de batterijen op te laden".
"Ik heb wat meegebracht, dat voor jullie misschien heel handig is,"
zegt Hanneke’s vader en hij geeft een groot pak aan Hans. Hans kijkt
een beetje verlegen; wat moet hij daar nu mee. De kinderen schreeuwen
gelijk: "Uitpakken, vlug, schiet- op, we zijn nieuwsgierig". Hans pakt
het pak uit en dan heeft hij een campinglantaarn in zijn handen. Het is
er eentje, die je op kunt hangen. Gelukkig heeft Hanneke’s vader ook
een stevige haak meegebracht, die hij midden in de hut aan het plafond
vastmaakt. Daar wordt de lantaarn aangehangen. Als de lamp brandt,
weten ze even niet wat ze zien: wat een licht! Dat is toch heel wat
beter dan die zaklantaarns.
"Ik heb ook cadeautje voor jullie,"
zegt Eddy’s
vader en hij geeft de kinderen vier bussen gele verf. "Als jullie de
muren nu geel schilderen, dan wordt het gelijk veel lichter," zegt hij.
Hij geeft er vier verfrollers bij, zodat ze met vier tegelijk aan het
werk kunnen.
"Mijn cadeautje ligt nog buiten," zegt de vader van Helga en Willeke, "
om dat naar beneden te krijgen heb ik wel even hulp van vier sterke
jongens nodig". Bas, Boris, Ron, Hans, Bert en Eddy zijn onmiddellijk
bereid om te helpen. "Er moeten drie jongens mee naar boven gaan en
drie moeten beneden het cadeautje aanpakken," zegt vader.
Het blijkt dat hij een groot, zwaar vloerkleed
meegebracht heeft. Het zit in een bolderkar; daarmee hebben de vaders
het naar de hut gebracht. Met vereende krachten wordt het kleed naar
beneden getransporteerd. Het heeft nogal wat voeten in de aarde.
Eindelijk is toch gelukt. Het kleed past precies tussen de twee palen
en nu is de hut ineens veel gezelliger. "Het lijkt wel een echte
huiskamer," vindt Suzan. "Maar het is wel onze huiskamer en hier mogen
wij lekker spelen," zegt Ron, " hier hoeven we niet altijd alles op te
ruimen, net als thuis". "Dat had je gedacht," zegt Fatima, "hier moet
je ook opruimen, anders wordt het een bende en dat is niet gezellig".
"Dan kunnen we ook geen bezoek ontvangen," vindt Willeke, "en dat is
ook wel leuk, vooral, als dat bezoek zulke leuke cadeautjes meebrengt".
"Ja," zegt Boris, "zo mogen er nog meer komen, dat lijkt me wel wat".
Na een poosje vertrekken de vaders en de kinderen maken plannen voor de
volgende dag, want dan moeten echt de muren geverfd worden.