Nieuwjaar
Kindje kijken!
Als de kinderen weer eens druk aan het werk zijn in hun hut, komt Bas
voor de dag met een vraag, die hem al een hele tijd bezig houdt. " We
hebben nu al een hele poos een heleboel gehoord over Noëlle, maar we
hebben haar nog steeds niet gezien". "Ja," valt Boris zijn broertje
bij, " het is eigenlijk niet eerlijk, dat alleen Hanneke Noëlle gezien
heeft. Wij zijn net zo nieuwsgierig, hoe ze er uit ziet". Hanneke, die
denkt dat ze zich moet verdedigen zegt : "maar dat is wel eerlijk, want
ik moest Fatima helpen; die kon thuis toch niet alles alleen doen".
"Dat snappen wij allemaal best," zegt Ron, " maar ik zou het ook leuk
vinden om Noëlle te zien. Zo’n klein zwart mensje heb ik nog nooit
gezien".
Fatima denkt eens na en zegt dan: " misschien kunnen jullie allemaal op
bezoek komen. Dat vindt mijn moeder vast wel leuk. Ik moet het wel even
vragen, want ze is nog niet helemaal de oude".
"O, maar ze hoeft voor ons niets bijzonders te doen. We willen alleen
maar de baby zien," zegt Bas. "Dan kunnen we best nu gaan kijken,"
vindt Eddy, "als mama toch niets bijzonders moet doen, dan maakt het
toch niks uit".
Fatima is het daar ook mee eens. Alle spullen, waarmee ze aan het werk
zijn, worden opgeruimd en achter elkaar klauteren ze naar boven, uit de
hut. Buiten staat een koude wind en ze dekken de ingang van de hut goed
af, dan wordt het daar binnen niet zo vreselijk koud. Bas zet een
dennentak boven op de ingang, nu kunnen ze die gemakkelijk vinden.
Andere mensen weten toch niet wat er onder die tak zit, dus dat kan
best.
Vlug rennen ze naar het huis van
Fatima en
Eddy. Moeder zit net lekker rustig op de bank, als daar twaalf
opgewonden kinderen binnen komen vallen. Ze schrikt er even van. Zoveel
bezoek, daar heeft ze helemaal niet op gerekend.
Bas ziet dat de moeder een beetje schrikt en zegt :" we komen alleen
maar even naar Noëlle kijken. We hoeven echt geen chocolademelk en
koekjes te hebben. Dat is helemaal niet nodig". "Nee, hoor," zegt
Boris, " we willen alleen het kindje even zien en dan gaan we weer".
"We hoeven ook geen kerstkransjes te hebben," vult Ron aan, die een
schaal met kerstkransjes op tafel ziet staan. Het zijn wel heel lekkere
en eigenlijk zou hij er best graag eentje hebben, maar ze hebben nu
eenmaal afgesproken dat ze niks hoeven, dus doet hij een dappere poging
om niet naar de schaal te kijken.
"Doen jullie eerst die dikke jassen maar eens uit," zegt moeder. "Hier
is het lekker warm en anders hebben jullie er buiten niets meer aan.
Leg alles maar in het halletje op de stoel, want voor zoveel jassen is
er toch geen plaats aan de kapstok". Als alle jassen, dassen en wanten
in de hal liggen, mogen de kinderen gaan zitten. Omdat er niet genoeg
plaats is, zitten de meeste kinderen gewoon op de grond. Moeder gaat
naar boven om Noëlle uit haar wiegje te halen. Fatima loopt mee om even
te helpen. Als moeder met de baby binnenkomt ziet ze dat Elja bij Hans
op schoot gekropen is en zalig op haar duim zit te zuigen. Ze gaat met
Noëlle op de bank zitten en houdt het kindje zó dat iedereen het kleine
kopje kan zien.
"O, wat schattig," zegt Monique, "wat is ze klein!" "Zo klein ben jij
ook geweest," zegt moeder lachend.
"Mag ik haar even vasthouden," vraagt Suzan, " ik zal het heel
voorzichtig doen". "Kom dan maar naast mij zitten," antwoordt moeder, "
dan moet je wel heel goed haar hoofdje ondersteunen, want dat kan ze
nog niet zelf rechthouden."
Suzan kruipt op de bank en krijgt de kleine Noëlle in haar armen
gelegd. Heel voorzichtig houdt ze een hand onder het hoofdje. Het is
toch wel een beetje griezelig. Stel je voor dat er iets zou gebeuren.
Alle kinderen kruipen dicht naar de bank toe, ze willen niks missen.
Ineens begint Noëlle te huilen. Suzan schrikt er van. "Heb ik iets
verkeerds gedaan," vraagt ze. "Nee, hoor," stelt moeder haar gerust, "
maar jullie kwamen precies op een fraai moment. Het is tijd dat Noëlle
eten krijgt. Ze huilt omdat ze honger heeft". "Krijgt ze nu een
flesje," vraagt Willeke? "Welnee, dat is toch nergens voor nodig," zegt
moeder, " ze drinkt gewoon bij mij. Die melk heeft precies de goede
temperatuur, dat is reuze gemakkelijk. Kijk maar".
Zonder zich van
alle verbaasde
gezichten iets
aan te trekken maakt moeder haar blouse los en neem Noëlle over van
Suzan. Noëlle begint gelijk te zuigen. "Gossie," zegt Bert, " dat is
handig! U hoeft niets eens een uur in de keuken te staan en ze vindt
het nog lekker ook."
Na een poosje heeft Noëlle genoeg gedronken. Moeder houdt haar even
over haar schouder en klopt op haar ruggetje. Dan laat Noëlle een
stevig boer. "Oei, oei," grinnikt Bas, "als ik dat doe, na het eten,
krijg ik altijd op mijn kop. Het lijkt me best fijn om een baby te
zijn". "Dan kon je met ons niet naar de hut," zegt Hans. Bas denkt eens
na; eigenlijk is de hut toch fijner dan mogen boeren na het eten. Hij
besluit dat hij toch liever wat groter is.
"Nu moet Noëlle weer naar haar wiegje, want ze moet nog steeds heel
veel slapen," zegt moeder. "Jullie mogen allemaal mee, naar boven om
het wiegje van Noëlle te zien. De hele groep kinderen stommelt mee de
trap op. Ze proberen zo zachtjes mogelijk te doen. Het wiegje is
bekleed met roze gordijntjes en het ziet er schattig uit. Als het
zwarte kopje weer op het lakentje ligt, vindt iedereen dat toch wel het
mooiste, wat ze ooit gezien hebben.
Als ze weer beneden zijn zegt Bas :"dat was leuk! Nu gaan we weer vlug
naar de hut; dan kunnen we nog wat doen, voordat we naar huis moeten".
"Heel hartelijk bedankt, mevrouw," zegt Boris en hij stiefelt door naar
de hal om zijn jas te halen.
"Wacht eens even," zegt moeder, "jullie wilden geen chocolademelk, maar
misschien hebben jullie wel zin in een glaasje limonade". Daar hebben
de kinderen natuurlijk wel zin in en als ze daarbij ook nog een
kerstkransje krijgen, is iedereen zeer tevreden.
Als het hele stel lekker zit te smikkelen, pakt moeder het fototoestel
en maakt een foto van de hele groep.
"Waarvoor is dat," vraagt Ron, die altijd het naadje van de kous wil
weten. "Die foto komt in het boek van Noëlle, want het is heel
bijzonder, dat jullie met z’n allen bij haar op bezoek zijn geweest.
Dat mag ik niet vergeten en dat moet ik later aan Noëlle, als ze groter
is, kunnen vertellen".
"Mijn moeder heeft ook
zo’n boek
voor mij gemaakt," zegt Helga, "en dat is maar wat leuk. Nu weet ik
tenminste ook wie er naar mij zijn komen kijken, toen ik klein was".
Intussen is het al behoorlijk laat geworden. Het is de moeite niet meer
waard om naar de hut te gaan. De kinderen spreken af, dat ze de
volgende morgen om tien uur in de hut zullen zijn; dan kunnen ze de
hele dag hard werken, want ze hebben toch kerstvakantie.
Hanneke, Monique en Suzan gaan als laatsten weg, want ze hebben Fatima
even geholpen om de limonadeglazen af te wassen. Zo heeft Fatima’s
moeder toch geen extra werk door hun bezoek.