Tweede Kerstdag
Van je familie moet je het maar hebben!
Ook de tweede kerstdag gaan Hanneke en oma naar Fatima en Eddy. Aziza,
Suleiman, Soemita en Elja vinden het al heel gewoon dat oma voor hen
zorgt.
Terwijl ze samen de afwas doen, vraagt Hanneke aan Fatima: "hebben
jullie eigenlijk nog oma’s?" "Ja," antwoordt Fatima, " we hebben twee
oma’s, die in Afrika wonen". "Weten die al dat Noëlle geboren is,"
vraagt Hanneke. "Nee," zegt Fatima, " die oma’s willen niets van ons
weten". "Wat," roept Hanneke uit, " dat is toch raar; welke oma wil er
nu niet weten dat zij er een kleinkind bij heeft". "Mijn oma’s zijn
boos op papa en mama. Daarom willen ze ook van ons niets weten", zegt
Fatima een beetje verdrietig. " Hebben jouw vader en moeder dan iets
ergs gedaan," houdt Hanneke vol, want nu wil ze het helemaal weten.
"Papa en mama hebben niks gedaan, ze zijn alleen maar katholiek
geworden. Dat mocht niet van onze oma’s en daarom zijn die zo kwaad dat
ze niks meer met ons te maken willen hebben", antwoordt Fatima.
Daar moet Hanneke eens even over nadenken; dat is toch erg raar, alleen
maar omdat iemand een beetje anders gelooft, willen oma’s niks meer met
je te maken hebben. "Dan zijn jouw oma’s, eigenlijk geen echte oma’s,"
vindt Hanneke, " ik denk niet dat de mijne niks meer met me te maken
zou willen hebben, als ik iets anders ging geloven. Kom op, dat gaan we
haar eens vragen".
Als het laatste
bord afgedroogd is
en weer
keurig in de kast staat, gaan ze samen naar de huiskamer, waar oma een
verhaaltje zit voor te lezen aan de drie kleintjes. Fatima en Hanneke
moeten met hun vraag wachten tot het verhaaltje uit is. Ze pakken hun
breiwerkje maar en gaan verder met de babysokjes. Hanneke heeft haar
eerste paar de vorige dag niet meer klaargekregen, maar ze moet nog
maar een klein stukje, dan is ook het tweede sokje af. Fatima is net
aan haar tweede begonnen, ze heeft veel minder tijd gehad dan Hanneke,
maar het lukt haar ook heel aardig.
Het verhaaltje is uit en oma klapt het boek dicht.
"Oma," zegt Hanneke, "als ik eens iets anders ging geloven, zou u dan
ook niks meer met mij te maken willen hebben?" "Kindje, wat zeg je nu,"
schrikt oma, die zo’n vraag helemaal niet verwacht heeft. "Ja," zegt
Hanneke, " dat hebben de oma’s van Fatima gedaan, toen hun vader en
moeder katholiek werden." "Dat is zo," valt Eddy in de rede, " dat
heeft papa ons wel eens verteld, " onze oma’s willen helemaal niks van
ons weten. Het interesseert ze niet hoe wij het maken. Maar," laat hij
er vrolijk op volgen, " dat geeft niks, want nu hebben wij toch een
oma!"
"Dan moeten jullie papa en mama wel heel graag katholiek hebben willen
worden," zegt oma. "Dat is zo," zegt Fatima, " papa vertelde, dat hij
katholiek zijn veel fijner vond dan dat geloof van die oma’s. Die
vieren niet eens Kerstmis. Dat is toch helemaal niet leuk." "En ook
geen Sinterklaas," vult Eddy aan. "Wat," zegt Hanneke, " vieren die
geen kerstfeest en geen Sinterklaas, dat is toch niet fijn, dan kan ik
best begrijpen dat jullie vader en moeder katholiek geworden zijn".
"Zijn jullie daarom nu in Nederland," vraagt oma. "Nee," zegt Fatima, "
dat is omdat er in ons land oorlog was. Maar hoe dat precies zit weet
ik niet, dat moet u maar aan papa vragen. Misschien wil hij het u wel
vertellen; aan ons vertelt hij niks. Hij zegt altijd, dat we daarvoor
nog te klein zijn".
Oma schudt haar hoofd; wat een ellende moeten die ouders mee- gemaakt
hebben. Het is niet niks, als je eigen familie je helemaal in de steek
laat. Fatima neemt het allemaal niet zo zwaar; ze vraagt aan Hanneke of
die ook zin heeft om even buiten te gaan spelen. Die is er direct voor
te vinden, Ook Eddy gaat mee. Buiten treffen ze Bas en Boris, die het
nooit lang in huis kunnen uithouden. Ze besluiten even naar de hut te
gaan, want het heeft gesneeuwd en ze willen weten of ze ook onder een
sneeuwlaag de ingang van de hut nog kunnen vinden.
Dat valt niet mee. Ze moeten vreselijk zoeken, maar eindelijk heeft Bas
toch de ingang gevonden. Het is koud in de hut en helemaal niet
gezellig.
Fatima stelt voor dat
Bas en Boris met hun mee naar huis gaan, dan kunnen ze daar wat
spelletjes doen. In huis is het lekker warm en misschien kan oma wel
chocolademelk maken. Dat zou fijn zijn.
Helemaal verkleumd komen ze weer thuis en....alsof oma het wist; er
staat een grote pan met chocolademelk. Om een beetje in stijl te
blijven vindt Fatima dat ze "Valkuil" moeten gaan spelen. Iedereen doet
zijn best om zoveel mogelijk knikkers op het bord te houden en er
zoveel mogelijk van de ander af te krijgen. De kinderen gaan op in het
spel en het is een zeer lawaaierig troepje dat vader aantreft, als hij
thuis komt van zijn bezoek in het ziekenhuis.
Oma besluit dat de vraag, waarom vader gevlucht is uit zijn land, maar
moet wachten tot het wat rustiger is.