Zaaier: Jezus gebruikt het beeld van de zaaier en het zaad dikwijls om iets uit te leggen in zijn boodschap.
Zacharias: hij was de vader van Johannes de Doper.
Zacheüs: dit was een tollenaar, die niet lang was. Hij klom in de boom om Jezus te zien en Jezus kwam bij hem eten.
Zak en as : hier zit je in als je het echt niet meer ziet zitten. Oorspronkelijk was dit een gebruik bij rouw en...wanneer je boete deed. Dan kleedde je je in een zak en bestrooide jouw hoofd met as. Het enige wat er van dit gebruik over is, is het askruisje.
Zalige: dit is een in de ogen van de Kerk, opmerkelijk persoon. Hij is nog net niet heilig (verklaard), daarvoor moeten er eerst nog een paar wonderen gebeuren met zijn bemiddeling. Het is een officiële titel in de kerk.
Zaligverklaring: de paus verklaart iemand zalig, dit is een grootse plechtigheid! Dit hoeft niet persé in Rome te gebeuren.
Zaterdag: dit is de aan God gewijde dag voor de Joden, die noemen ze sabbat.
Zegen: een zegen is een gebed, waarmee je iemand het beste toewenst, daarbij vraag je de hulp van God. Een priester heeft door zijn wijding de macht om te zegenen. Toch kan eigenlijk iedereen het, wanneer je iemand het beste wenst en de bescherming van God, spreek je ook een zegen uit. Vaak gaat zegenen met bepaalde gebaren gepaard: een kruisteken, naar de mensen toe, bij voorbeeld aan het einde van een eucharistieviering. Ook de handen op het hoofd van iemand leggen en een gebed uitspreken is een zegen. Wanneer ouders hun kind een nacht kruisje geven, zegenen ze het ook!
Zegenbede: dit is een gebed waarin de zegen aan God gevraagd wordt. De kortste zegenbede is het kruisteken.
Zeven: dit is voor de Joden een heilig getal, omdat God de wereld in zeven dagen geschapen heeft. Zeven maal zeventig keer iemand vergeven betekent dus: altijd iemand vergeven. Zeven is het getal van de volheid.
Ziekenzegening: dit is een viering waarin zieken door een priester gezegend worden. Hierdoor krijgen zij kracht om hun ziekte te dragen. Door deze kracht genezen mensen soms. De moderne healings maken gebruik van deze kracht.
Ziekenzalving: dit is een van de sacramenten dat gegeven wordt aan iemand die heel erg ziek is. Hiervoor hoeft iemand niet op sterven te liggen, soms geneest iemand door de kracht van dit sacrament.
Ziel: dit is het meest wezenlijke van een mens. Het is jouw geest, die nooit zal sterven. Je kunt een ziel niet zien en hij huist niet in het een of andere orgaan.
Zingen: dit hoort bij een viering in onze kerk. Het is in feite dubbel bidden!!!!!
Zoen-offer: dit is een offer wat iets weer goed moet maken.
Zondaar: dit is iemand die iets verkeerds gedaan heeft.
Zondag: dit is onze dag die aan God gewijd zou moeten zijn.
Zondagsschool: dit is bij de protestanten een schooltje waar de kinderen heen gaan om godsdienstles te krijgen.
Zondagsviering: eigenlijk horen wij op zondag naar de kerk te gaan. Dat dit ook heel goed op zaterdagavond kan is heel logisch, want een feest in onze kerk begint meestal al op de avond voor het feest; vanaf de Vespers ( om 17.00 of 18.00 uur) dus eigenlijk is het op zaterdagavond al zondag!
Zonde: dit is een fout die je hebt gegaan tegenover de boodschap van Jezus.
Zondenbesef: als je weet dat je iets helemaal fout hebt gedaan, dan weet je dus dat je een zonde hebt begaan.
Zondenvergeving: fouten die je hebt gemaakt, kunnen jou ook weer vergeven worden en.....dan bestaan ze gewoon niet meer!!!
Zondvloed: zo heet de enorme overstroming, waar de Bijbel over vertelt. Volgens het verhaal liet God het toen veertig dagen en nachten regenen omdat de mensen slecht leefden. Alleen Noach en zijn familie overleefden de zondvloed omdat zij de kans kregen om een ark te bouwen. Hierin werden volgens het verhaal ook van alle dieren een span meegenomen.
Zonnenwende: dit is de dag waarop de zon op het laagste punt staat. Het is de kortste dag. Vanaf deze dag worden de dagen weer langer. Bij de Germanen was dit een groot feest en wij vieren daarvoor in de plaats nu Kerstmis.
Zoon van God : Jezus is de Zoon van God.
Zout: dit speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Hiermee kun je iets voor het beverven bewaren. Vlees blijft langer goed als het gezouten is . Daarom wordt zout in de kerk gebruikt bij het doopsel. Dan krijg je een beetje zout op je tong om zo voor bederf ( kwade dingen!) bewaard te blijven.
Zuster: dit is een vrouw die niet trouwt, omdat ze helemaal vrij wil zijn voor God en...voor de mensen die haar nodig hebben. Ze is lid van een orde of congregatie en woont soms in een klooster. Omdat veel kloosters nu verzorgingshuizen voor oude zusters zijn en.........er door het Ministerie bepaald wordt wanneer je daar mag wonen, wonen veel zusters buiten een klooster.