Waarachtig: dat is eerlijk en echt waar.

Waarheid: Jezus zei van zichzelf dat Hij de Waarheid was! Hij was dus heel eerlijk en heel echt.

Wapenschild: dit heeft een bisschop, net als iemand die van adel is of van adellijke afkomst. Dit komt omdat de bisschop vroeger ook wereldlijke macht had.

Wapenspreuk: bij een wapenschild hoort een wapenspreuk, dit is meestal een tekst die aangeeft wat de persoon van wie de spreuk is, erg belangrijk vindt.

Water: dit is de bron van het leven. Het wordt vaak als symbool gebruikt.

Waterput: dit was een belangrijke plaats in de stad of het dorp, iedereen moest daar water halen en.....daar trof men elkaar en wisselde de nieuwtjes uit.

Weerloos: zo stelde Jezus zich op, weerloos als een lam. Hij wilde zich niet met geweld tegen zijn gevangenneming verzetten.

Weesgegroet: in dit gebed eren wij Maria en vragen haar om hulp.

Weg: Jezus zei van zichzelf dat Hij de Weg was. Een weg die naar zijn Vader zou leiden. Daarmee bedoelde Hij, als je hem volgt en je net als hem gedraagt, kom je bij God. De eerste christenen werden ook volgelingen van de Weg genoemd.

Wegbereider: zo wordt Johannes de Doper genoemd, hij bereidde de komst van Jezus voor bij de mensen in Israël.

Wereldkerk: onze Kerk is een kerk voor iedereen, waar ook op de wereld, niet voor een bepaald volk , maar echt voor iedereen.

Werkgroep: zonder werkgroepen kan een parochie niet goed functioneren. Zo’n groep verzet soms bergen werk.

Wierookkorrels: het zijn eigenlijk korreltjes gom of hars met daar geurstoffen in, door deze korrels te verhitten komt de geur in de rook vrij. Soms bevat wierook ook geurige stukje hout.

Wierookvat: in dit vat wordt met behulp van een stukje gloeiende houtskool de wierook verbrand. Het wat wordt heen en weer geslingerd om zo de rook te verspreiden.

Wijn: dit is een drank die veel bij maaltijden gedronken wordt, vooral in de zuidelijke landen. Brood en wijn waren basis voedsel. De wijn is door Jezus veranderd in zijn bloed.

Wijwater: in de Paaswake wordt gewoon water gewijd en er wordt een beetje zout in gedaan om het langer goed te houden. Hiermee maakt men een kruisje, zo krijg je in feite de zegen van Pasen een heel jaar lang.

Wijwatersbakje: open bakje waarin een beetje wijwater zit, om daarmee een kruis te maken.

Wijwaterskwast: soms, bij een hele plechtige eucharistieviering zegent de pastoor van te voren alle mensen in de kerk. Dit doet hij met een kwast die hij in een vat doopt, dat een misdienaar draagt, Zo krijgt iedereen een druppeltje.

Wijwatersvat: soort emmertje met wijwater er in. Meestal is het heel mooi en gemaakt van koper.

Wijzen uit het Oosten : zo worden de driekoningen ook wel genoemd.

Willibrordus: hij was de eerste bisschop van Utrecht en hij is de beschermheilige van Nederland.

Wit: dit is een van de liturgische kleuren. Het wordt alleen gebruikt bij hele grote feesten, Kerstmis of Pasen.

Witte Donderdag : op deze dag heeft Jezus samen met zijn leerlingen het joodse paasmaal gevierd. Het was zijn "laatste avondmaal" omdat hij de dag erop ter dood gebracht werd.  Gedurende dat laatste avondmaal hij hij ons de eucharistie gegeven.

Woestijn: dit was vroeger een heel gebruikelijke plaats om je terug te trekken en te bidden en na te denken over God.

Wonder: dit is iets wat echt gebeurt, maar waarvoor geen enkele verklaring mogelijk is.

Wonderdoener: dit is iemand die wonderen verricht. Jezus was zo’n wonderdoener, de enige echte. Alle andere wonderdoeners, doen dit alleen met de hulp van Jezus.

Woord en Communiedienst : dit is een viering, waarin geen consecratie is. Hierin hoeft geen priester voor te gaan. De communie die uitgereikt wordt is in een voorgaande eucharistieviering geconsacreerd.