Lezingen: Genesis 18.20-33; Lucas 11, 1-13

Zeventiende zondag van het jaar 1998

Als je maar volhoudt, dan krijg je wat je vraagt. Laten we realistisch blijven: dat kan natuurlijk niet. Verbeeld je dat alle gebeden altijd verhoord zouden worden, als je maar lang genoeg blijft aandringen. Dat zou de chaos in de wereld nog veel en veel groter zijn. Je komt wel eens mensen tegen die zeggen: Ik geloof niet meer in God, ik geloof niet meer in bidden. Ik heb O.L.Heer van het kruis gebeden, maar het hielp niets.
Wat is bidden? Bidden is God erbij halen. In de joodse traditie heet God: Jahwe, ik ben, ik ben er voor jullie. God erbij halen als je het op eigen kracht niet aan kunt. Dan moet ik denken aan twee jongetjes die ruzie hebben, en de een die het niet kan winnen haalt zijn vader erbij, om toch zijn gelijk te krijgen.
Ik denk niet dat we God erbij halen zo moeten zien. Mischien kun je het zo zeggen: God erbij halen is van binnen stil worden zodat God bij je binnen kan komen, met zijn geest, met zijn kracht, met zijn vrede, met zijn inspiratie. God erbij halen betekent niet dat hij onze problemen en noden even oplost als een grote tovenaar, dat hij als een soort supersinterklaas onze wensen even verhoort?
Als we even nadenken, zullen we denk allemaal zeggen: Dat kan natuurlijk niet. Maar hoe zien we het dan? Als je in nood bent, groot verdriet hebt, niet meer weet hoe verder, dan zoek je steun bij anderen, dat is gewoon menselijk. En als gelovige mens kun je ook steun zoeken bij God. En natuurlijk mag je Hem vragen: help me toch, Daar heb je een vader voor, ook al is die onzichtbaar. Het gaat echter niet zozeer om een instant oplossing van onze problemen maar om de kracht die je bij God in je bidden vindt.
Je kunt het vergelijken met een kind dat zich lelijk bezeerd heeft en met betraande ogen op schoot van zijn moeder of vader kruipt, Daarmee is zijn pijn niet meteen weg, maar hij wordt wel rustig. Zo geeft aanhoudend bidden ook ons innerlijke rust, en die rust lost vaak al heel veel op.
Maar bij bidden gaat het niet alleen om bidden voor jezelf. In de beide lezingen valt het op dat er voor anderen gebeden wordt: Abraham soebat niet voor zichzelf maar voor Lot en zijn lotgenoten in Sodom en Gomorra En in het voorbeeld dat Jezus geeft vraagt de man niet voor zichzelf maar voor de gast die bij hem gekomen is.
Maar bidden voor anderen, heeft dat wel zin? Ieder moet maar voor zijn eigen bidden, zei eens iemand, Ieder moet zelf maar steun zoeken bij God. Heeft het zin om God erbij te halen als je noden of problemen om je heen ziet, vlak bij je of ver weg, de ziekte van een familielid, of van een buurman of de ellende van mensen in Bosnië of Kosovo?
Bidden voor anderen is een vorm van medeleven, van je betrokken voelen met een ander of met een groep anderen, ook van de onmacht die je hebt omdat je zelf niets kunt doen, tenminste geen oplossing kunt geven. Als gelovige mens haal je dan God erbij, niet omdat je denkt dat Hij wel even een wonder doet en voor een gemakkelijke oplossing zorgt, maar wel omdat je hoopt dat die ander ook wat kracht vindt in zijn of haar moeilijke dagen, of dat mensen de kracht vinden om samen problemen op te lossen.
In de voorbede, een belangrijk deel van ons biddend samenzijn, bidden we altijd voor anderen, voor wereldnoden, voor problemen in de samenleving of in de gezinnen. Ook hier spreken we onze hoop uit dat het anders wordt, dat mensen anders gaan handelen, want mensen moeten het doen.
Het zou wat al te gemakkelijk zijn om te denken: mensen maken oorlog, doen elkaar een hoop narigheid aan en God lost dat wel even op als we dat vragen.
Een oudere pastoor vertelde eens hoe hij gemerkt had dat hij de voorbede die hij maakte anders was gaan formuleren. Eerst bad hij: God, maak een einde aan de oorlog. Toen werd het: God, laat er vrede komen. En tenslotte: God, geeft wijsheid en kracht aan die mensen die beschikken over oorlog en vrede. Want uiteindelijk: mensen moeten het doen, in de kracht van God. En in zijn kracht kunnen mensen veel meer dan ze denken.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Zeventiende zondag van het jaar 2001

Als je maar goed kunt zeuren, dan krijg je wat je wilt. Kinderen weten dat feilloos en beoefenen het uit de kunst. Als buitenstaander vind ik het meestal heel vermakelijk hoe kinderen kunnen doordrammen als je iets willen hebben. En heel vaak zie ik dat ze uiteindelijk ook hun zin krijgen. Veel ouders stribbelen wel tegen maar als ze het gezeur zat worden, dan is toch heel dikwijls: "vooruit dan maar, voor deze keer", Of ze sluiten een soort compromis, "als je nu even stil bent, dan krijg je straks je snoep, je ijs, dat speelgoed", of waar het ook om gaat.
In dat spel van touwtrekken komen kinderen vaak, geheel of gedeeltelijk, als winnaars te voorschijn. Of het pedagogisch altijd verantwoord is, dat is natuurlijk een andere vraag. In extreme gevallen zie je hoe in feite de kinderen de baas zijn in huis en praktisch in alle gevallen hun zin krijgen. Dan denk ik wel eens: arme kinderen, wat zullen ze het later moeilijk krijgen in hun leven.
Als je de teksten van vandaag hoort/leest, dan krijg je de indruk dat je ook bij God altijd je zin krijgt, als je maar goed blijft vragen, blijft zeuren. Dat is natuurlijk een heel verkeerde indruk.
Ten eerste weten we uit ervaring dat dit niet altijd opgaat. "Ik heb O.L. Heer van het kruis gebeden, maar mijn gebeden zijn niet verhoord".
Ten tweede zou het ook helemaal niet goed zijn als alle gebeden steeds verhoord werden. Verbeeld je: alles wat je zou vragen, zou je krijgen, als je maar genoeg door blijft drammen. Dan werd de chaos in de wereld nog veel en veel groter. Iedereen die een beetje nadenkt, zal ook beseffen dat dit niet kan.
Dus bidden en blijven bidden heeft geen enkele zin, zou de conclusie kunnen zijn. En dan zeg ik: nee, dat is een heel verkeerde conclusie. We moeten wel een paar dingen bedenken.
Ten eerste is bidden veel meer dan gunsten vragen. Het vragende bidden is eigenlijk de minst belangrijke vorm van bidden. Dat klinkt misschien een beetje vreemd, en lang niet iedereen zal dit met mij eens zijn. Het vragen van gunsten heeft zeker wel zin, tenminste als het gaat om heel belangrijke zaken.
Als vakantiegangers heel hard bidden om mooi weer, of als de boeren juist om regen bidden omdat is het zo droog is, dan is dat voor hen wellicht heel belangrijk, maar ik noem het toch heel onbelangrijke zaken. Maar bijvoorbeeld, bidden om gezondheid, voor jezelf of voor dierbaren, bidden om het welslagen van een operatie, of bidden om een oplossing van ernstige problemen, dat zijn heel belangrijke zaken en dan is ervoor bidden altijd zinvol. En natuurlijk hoop je dan dat je gebed verhoord wordt, want anders zou je er niet voor bidden, en toch die verhoring is niet het belangrijkste, hoe vreemd dat misschien ook klinkt.
Bidden is in contact treden met God, al of niet met woorden. Bidden is God zeggen waar je hart vol van is, En als je hart vol is van een groot probleem, van groot verdriet, van angst voor wat komen gaat, als daar je diepste wensen liggen, dan blijf je die uitspreken, dan blijf je je wensen verwoorden. Dat doe je naar mensen toe met wie je goed praten kunt, dat doe je in je bidden ook naar God toe, die ongrijpbare figuur op de achtergrond van het leven.
Soms heb je geluk dat je grote wens vervuld wordt. Niemand zal ooit kunnen bewijzen dat het komt van je aanhoudend bidden, maar gelovige mensen voelen het wel zo aan. Maar ook als je wensen niet verhoord worden, ook dan heeft het bidden zin en betekenis. Praten over wat je hoog zit, met wie ook, geeft de meesten al een stukje kracht om verder te kunnen. Ongelukkig de mensen die niemand hebben om in moeilijke dagen mee te praten. Je vragen en wensen toevertrouwen aan God is ook zo'n onzichtbare bron van kracht.
Iemand zei eens toen de dood nabij was na een lange lijdensweg: als ik niet had kunnen bidden, had ik deze weg niet aangekund.
God heeft ons bidden niet nodig, Hij weet toch wel wat er bij ons aan de hand is. Wijzelf hebben het nodig om ons hart uit te spreken in gebed, ook in het vragende gebed.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Zeventiende zondag door het jaar 2004

Een jongentje probeerde een grote zware steen te verplaatsen. Maar hoe hij zich ook inspande, hij kreeg die steen niet van zijn plaats. Teleurgesteld en ontmoedigd stond hij erbij te kijken, toen zijn vader er bij kwam staan. Die vroeg hem: Heb je echt alles gedaan om die steen te verplaatsen? Een beetje geïrriteerd zei het jongentje: Ja, alles! Toch niet, zei zijn vader, je hebt niet alles geprobeerd, want je hebt mij niet om hulp gevraagd.
Een ander om hulp vragen, dat hoort bij de mogelijkheden die we hebben om iets te bereiken als we dat alleen niet klaar krijgen. Als je nog heel klein bent, dan kun je eigenlijk nog niets en heb je nog heel veel hulp nodig, van ouders en anderen. Dan hoef je er niet om te vragen, want die krijg je vanzelf.
Als je oud en versleten bent, ziek of gehandicapt, dan heb je ook weer hulp van anderen nodig vaak ook in de gewone dingen van het leven, dingen die je altijd zelf hebt kunnen doen. Daarin om hulp vragen kan dan best eens moeilijk vallen.
Maar er zijn talloze situaties in het leven waarin hulp vragen heel gewoon is, of heel gewoon zou moeten zijn. Alleen domme mensen denken dat zij alles op eigen kracht kunnen. Wijze mensen beseffen dat ze niet alles op eigen kracht kunnen en zullen waar nodig om hulp vragen. En in situaties waarin geen enkele mens nog hulp kan geven dan kunnen we nog altijd God om hulp vragen. Ook dat hoort bij onze mogelijkheden.
Alleen, als het gaat om Gods hulp, dan zijn er vaak veel misverstanden. God wordt wel eens te gemakkelijk gezien als een soort supersinterklaas, die alles geven kan wat je vraagt. Als studenten er met het studeren met de pet naar gooien maar tegen examentijd heel vurig gaan bidden of oma vragen een kaarsje voor hen op te steken. opdat ze toch maar zullen slagen voor hun examen, dan klopt daar iets niet. En als iemand ziek is en niet naar de dokter wil, maar wel heel hard bidt om genezing, dan is dat bidden natuurlijk zinloos. Als iemand heel veel bidt voor een betere wereld, maar er zelf geen vinger naar uitsteekt, dan heeft zijn bidden geen waarde.
Wie vraagt, verkrijgt, hoorden we zojuist in het evangelie. Dat zijn verwarrende woorden. Maar laten we wel bedenken: er staat niet: vraag wat je wilt en je zult het krijgen. Dat zou ook niet kunnen, het zou ook niet goed zijn: mensen kunnen soms de meest vreemde dingen vragen. Als alle gebeden steeds verhoring zouden vinden, dan was de chaos in de wereld nog veel groter. Wie vraagt, verkrijgt. Wat betekenen die woorden dan? Wat krijg je dan?
De laatste regel van het evangelie geeft het antwoord: Uw vader in de hemel zal de heilige geest geven aan wie hem erom vragen. De heilige geest, krijg je. Misschien denken velen: Wat heb je daar nu aan? Als ik bid om genezing, vraag ik toch niet om de H. Geest. Maar: de heilige geest, Gods geest, staat voor kracht, wijsheid, inzicht, troost. Wie God om hulp vraag, krijgt meestal niet waar hij letterlijk om vraagt, maar wel kracht van boven om verder te gaan, om problemen door te komen, om samen met elkaar overeind te blijven. En ongelukkig de mensen die het bidden verleerd hebben.
Dan is er nog iets dat opvalt in de lezingen van vandaag. Abraham vraagt Gods barmhartigheid niet voor zichzelf maar voor de goede en rechtvaardige mensen in Sodom en Gomorra, hoe weinigen dat ook zijn. De man in het evangelie komt vragen om brood, niet voor zichzelf maar voor zijn vriend die onverwachts is aangekomen.
Als we bidden, bidden we heel vaak op de eerste plaats voor onszelf, en dat is natuurlijk heel gewoon, het hemd is nu eenmaal nader dan de rok. Maar bidden voor anderen, Gods hulp vragen voor mensen om ons heen of mensen ver weg, dat is belangrijker. Als je zelf een helpende hand kunt bieden, dan moet dat natuurlijk eerst gebeuren. Maar er zijn zoveel situaties waarin we zelf en anderen machteloos staan, waar we, hoe graag we ook zouden willen, niets kunnen doen. Maar je kunt alleen maar zeggen: ik heb alles gedaan wat in mijn vermogen lag, als je ook gebeden hebt voor die ander, of anderen, als je ook Gods hulp gevraagd hebt. Alleen dan heb je werkelijk alles geprobeerd.

Gebeden en teksten bij deze zondag

Zeventiende zondag door het jaar 2010

Ik was eens vele jaren geleden op bezoek bij een oudere heer die een heel moeilijke tijd doormaakte. Zijn vrouw was ziekelijk en verward en vooral vreselijk lastig. Hij vertelde dat hij vaak naar de keuken vluchtte en dat hij daar dan een potje stond te vloeken. Bidden kan ik niet meer, zei hij een beetje schuldbewust. Toen heb ik tegen hem gezegd: man, jouw vloeken is ook een vorm van bidden. In de bijbel staan ook vloekpsalmen als een soort gebeden. Later vertelde hij me eens dat mijn opmerking een hele opluchting voor hem was geweest.
Een vrouw van middelbare leeftijd, opgegroeid in een gezin waarin veel gebeden werd en naar de kerk gaan er helemaal bij hoorde, vertelde eens: Ik had thuis al mijn buik vol van al die gebeden en toen ik zelfstandig ging wonen ben ik helemaal gestopt met bidden. En naar de kerk gaan doe ik nooit meer, daar vind ik niets. Ik maak elke zondagmorgen een wandeling door het bos of over de hei, daar geniet ik van, daar kom ik helemaal tot rust, daar voel ik a.h.w. de diepere laag van mijn bestaan. Ik heb toen tegen haar gezegd: wat jij doet op de zondagmorgen is ook een vorm van bidden. Ik kreeg een heel verbaasd gezicht te zien, maar wat is bidden?
Is dat het opzeggen van bestaande teksten, onze vaders, Weesgegroeten en allerlei andere bestaande gebeden? Dat is ook een vorm van bidden, maar zeker niet de belangrijkste manier van bidden. Vroeger moesten wij priesters het brevier bidden. Die gebeden in het Latijn werden met een rotvaart afgeraffeld, want je wilde toch zo gauw mogelijk klaar zijn met die verplichting. Op een gegeven ogenblik kon ik de zin ervan niet meer inzien en ben toen ook gestopt met dat breviergebed. Maar ook dat breviergebed is en blijft een vorm van bidden, Het is tijd nemen voor het hogere of het diepere in de mens, het is tijd nemen voor God, en dat heeft altijd waarde.
Voor de meesten is bidden hetzelfde als vragen, als smeken. Vraagt en ge zult verkrijgen, hoorden we in het evangelie van vandaag. Ook hier gaat het om een vorm van bidden: namelijk het vragende gebed. Het is opkijken naar God en zijn hulp inroepen voor jezelf of anderen. Als je het moeilijk hebt, voor wat voor reden dan ook, als je geconfronteerd wordt met ziekte of andere narigheid, dan is het heel normaal dat je biddend opkijkt naar God.
Vraagt en ge zult verkrijgen. Dat klinkt geweldig. En waarschijnlijk denken we: was dat maar waar. Wat zou er dan veel gebeden worden, in en buiten de kerken. Maar als we even nadenken, zouden we toch moeten zeggen: gelukkig maar dat niet alle gebeden altijd verhoord worden. Ik ben bang dat dan de chaos in onze wereld nog veel groter zou worden.
Maar bij het vragende bidden gaat het ook niet zozeer om verhoring. ook al zou dat natuurlijk prachtig zijn voor de betrokkenen, maar het is op de eerste plaats: je hart luchten naar God toe, je diepste verlangens en wensen uitspreken, want ook hier geldt: waar het hart vol van is, loopt de mond over. En als je het moeilijk hebt en je zwaar gefrustreerd voelt, kan het wel eens de vorm van vloeken krijgen.
Het vragende bidden is toch de meest gebruikte vorm van bidden. Toch zijn er nog andere vormen van bidden. Je kunt je dankbaarheid uitspreken, iets wat we te vaak vergeten, denk ik. Je kunt een lofgebed bidden om God te eren. Je kunt samen met anderen zingen en bidden, zoals we in een viering als deze doen. Laten we ook niet vergeten: God heeft ons bidden niet nodig, wijzelf hebben het nodig. Wij hebben het nodig om in contact te staan met God, de bron van ons bestaan, de bron van innerlijke kracht, erend, dankend of smekend, met of zonder woorden.
Je kunt het vergelijken met een plant of boom: hun wortels gaan de grond in om daar het voedsel op te zuigen voor hun groei en bloei. Elke mens heeft zijn wortels in God, zijn schepper, en uit God moet hij ook zijn voedsel, zijn kracht putten om echt te kunnen leven en dat gebeurt voor een heel belangrijk deel in het bidden, in welke vorm dan ook. Bidden is van binnen stil worden, stil staan bij het mysterie van het leven, stil staan bij het wonder van de natuur, opdat in die stilte je wortels contact maken met God onze schepper en daar zijn kracht kunnen opzuigen om verder te kunnen in het leven. Zeker in moeilijke dagen kan dat een heel belangrijke bron van kracht zijn.

Gebeden en teksten bij deze zondag