Gebeden op de elfde zondag door het jaar

Inleiding:

Via de media horen we elke dag wel van mensen die verkeerd gehandeld hebben, in het groot of in het klein. De meesten van ons kennen wel mensen die op de een of andere manier op het verkeerde pad terecht gekomen zijn. De vraag is steeds weer: hoe kijk je er tegenaan? Staan ze automatisch bij in het verdomhoekje, als mensen die nergens voor deugen? Of vragen we ons toch wel eens af hoe die mensen zo geworden zijn. Niemand wordt zomaar een slechte mens, dat heeft bijna altijd wel een of andere reden. Proberen we wel eens te bedenken dat ook zogenaamde slechte mensen best iets goeds in zich hebben? Of is ons oordeel altijd hard en onverbiddelijk? Laten we in deze viering even naar Jezus kijken hoe die met zondaars omging.

OPENINGSGEBED

Heer, U bent een vergevende God, in uw barmhartigheid rekent U het kwaad niet aan, en U hebt geduld met onze fouten en tekorten. Wij bidden U: geef dat wij dat ook wij vergevende mensen durven zijn, dat wij barmhartig kunnen zijn in ons oordeel over anderen, ook over hen die verkeerd gehandeld hebben. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen

GEBED OVER DE GAVEN

Heer, U bent een vergevende God, in uw barmhartigheid sluit U niet buiten en is iedereen welkom aan de tafel van uw hemels gastmaal. Geef dat dit teken van liefde en verbondenheid dat we hier vieren rond brood en wijn, voor ons een bron van kracht moge zijn opdat ook wij steeds barmhartige en vergevende mensen mogen zijn. Dat vragen wij in Jezus' naam. Amen

SLOTGEBED

Heer, barmhartige God. Waar mensen schuld bekennen wordt hun onmacht omgezet in goede wil. Waar mensen weten te vergeven, bent U ook altijd bereid tot vergeving. Waar mensen mild zijn in hun oordeel, ziet U niet naar hun tekorten. Mogen ook wij dragers van liefde zijn, in het voetspoor van Jezus, uw Zoon en onze Heer. Amen

Voorbede:
    Wij bidden dat we de moed hebben om vergeving te vragen
    als we bewust of onbewust anderen pijn hebben gedaan,
    om onszelf en anderen nieuwe kansen geven
    samen op te trekken naar een zinvolle toekomst.

    Wij bidden dat we de kracht hebben om vergeving te schenken,
    om een streep te zetten onder het verleden,
    dat we geen gevangenen worden van onze gekrenkte trots
    of koppig willen vasthouden aan ons vermeende gelijk.

    Wij bidden dat we het vermogen hebben om verdraagzaam te zijn
    jegens mensen die anders denken en doen dan wij gewoon vinden,
    om ieder ander een eerlijke kans te geven zichzelf te zijn
    en zich thuis te voelen in onze gemeenschap.

    Wij bidden dat we de energie kunnen opbrengen
    om samen met anderen te werken aan een samenleving
    waarin mensen kunnen leven en werken
    in een goede verstandhouding met elkaar.

    Heer, geef dat wij de weg van Jezus kunnen gaan,
    de weg van vergeving en verzoening,
    tot welzijn van heel onze mensengemeenschap. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de elfde zondag door het jaar
DAT ONMOGELIJKE RIJK
    Dat onmogelijke rijk
    is niet van hier,
    niet van de groten,
    niet van de goudgerande machtigen,
    niet van hen die zetelen op geld.

    In dat onmogelijke rijk
    ligt de macht
    in handen van de armen,
    wordt de gemartelde gekroond,
    wordt geluisterd
    naar hen die vrede brengen,
    wordt niet getwijfeld
    aan de goede trouw van hen
    die vergeving schenken.

    In dat onmogelijke rijk
    heerst alleen de liefde.
ONZE VADER IN DE HEMEL
    Onze Vader die in de hemel zijt
    geef mij een plek op aarde
    waarvan de naam mij heilig is
    een koninkrijk dat mijn huis is
    een plek die mijn spelend kind ruimte wil geven
    waar dan ook
    Geef mij een plek waar het koren groeit voor mijn brood
    waar de wind in de bomen en het vuur in huis
    vergeving van alle schuld is
    zoals ook ik vergiffenis ben voor dat stukje aarde
    dat zonder mij braak zou liggen
    een plek die mij niet in bekoring leidt
    die mij verlost van angst.

      L. Gerritsen
Andere visie
    Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd een Japans krijgsgevangenkamp bevrijd door Amerikaanse soldaten. In dat kamp zaten ook veel missionarissen. Een Amerikaanse officier vroeg aan een van hen een lijst op te stellen met de namen van die Jappen die hen slecht behandeld hadden.
    Na een uur kwam die missionaris terug en zei: "Hier is de lijst, maar die is wel anders dan u gevraagd hebt. We hebben er namelijk niet de namen opgezet van de Jappen die ons slecht behandeld hebben, maar van hen die ondanks alles toch goed geweest zijn voor ons."
    De Amerikaanse officier wist niet hoe hij kijken moest. Het schokte hem dat die missionarissen heel anders tegen de zaak aankeken dan hij verwacht had.
MISSTAPPEN
    Twee joodse mannen waren op weg naar hun rabbijn om raad te vragen wat ze met hun misstappen van het afgelopen jaar aan moesten.
    Terwijl de ene man aan zijn grote fouten dacht, zuchtte en steunde hij en stroomden de tranen over z'n wangen. 'Kan ik dit nog goedmaken?', kreunde hij, 'ik weet niet of ik hiervoor nog wel vergeving krijg.'
    De andere man liep vrolijk en lichtvoetig naast hem: 'Die kleine misstappen, ach, daar maak ik me niet druk om. De Allerhoogste vergeeft mij wel.'
    Toen ze bij de rabbijn aangekomen waren, stond deze de twee ieder apart te woord. Het onderhoud met de eerste man was snel voorbij, maar het gesprek met de tweede duurde lang.
    Daarna riep de rabbijn de twee tezamen bij zich en sprak tot hen: 'Ik heb diep nagedacht. Luister nu wat jullie kunnen doen.'
    En hij vroeg de eerste man naar buiten te gaan, een groot rotsblok te verslepen en dat bij hem te brengen. De tweede man kreeg de vraag een aantal kleine stenen te verzamelen. En de mannen deden wat de rabbijn hun gevraagd had. De man die het zware rotsblok moest versjouwen, kwam uitgeput weer bij de rabbijn terug. De andere man echter stond al een poos naast de rabbijn te wachten, de kleine stenen naast zich op een stapel.
    Daarop keek de rabbijn hen aan en sprak: 'Herstel nu wat je gedaan hebt en breng de stenen precies terug op hun eigen oude plek.'
    De man met de zware steen droeg de steen met veel moeite terug naar de juiste plek. De man met de kleine stenen echter, zoekend naar al de oude plekken, bleef peinzen hoe hij de zaken weer kon herstellen.

      Leo N Tolstoij
SCHULDIG
    Wie is schuldig? Natuurlijk. De anderen zijn schuldig.
    De anderen, die anders denken, anders geloven en anders leven.
    Zelf ben je onberispelijk volmaakt in de hoogste graad.
    Je weet alles het best. Je doet alles beter dan een ander.
    Je zit hoog op de rechterstoel en je oordeelt en veroordeelt.

    Wees toch niet zo streng voor anderen.
    Als je naar het goede wilt kijken dat ook in anderen aanwezig is,
    dan ben je verrast dat de ander zeker zo goed is als jijzelf
    en misschien nog beter.

    Die altijd gelijk heeft, daar is niet mee te leven.
    Heb je een 'onfeilbare' in je midden,
    dan groeien er onderhuids vele spanningen
    en wordt het samenleven ondraaglijk
    en een bron van diepe ergernis en mogelijke maagzweren.
    Met een 'onfeilbare' kun je niet praten,
    je mag alleen maar luisteren en 'amen' zeggen, als je vrede wilt.

    Vergeet nooit, dat die andere in een andere huid steekt,
    dat die anders denkt, anders voelt en anders leeft.
WIE WIL DAT NIET! WAAR ZET IK MIJ VOOR IN?
    In wie van hun armoe delen,
    voor de ander niet verhelen
    dat zij elk anders rijkdom zijn,
    komt mijn koninkrijk nabij.

    In wie zo maar zonder vragen
    lasten van elkander dragen,
    de levensweg tezamen gaan,
    breekt mijn koninkrijk zich baan.

    Aan wie met elkander spreken,
    hun gegeven woord niet breken,
    verzoening stellen boven schuld,
    wordt mijn koninkrijk onthuld.

    Aan wie tot het eind vergeven,
    vreugde vinden in een leven
    waar liefde haat en onmacht heelt,
    valt mijn koninkrijk ten deel.
DE MENSEN OM ONS HEEN
    De mensen om ons heen
    zijn ons door God gegeven
    om samen mee te leven
    want niemand leeft alleen.

    Maar hoe? Dat is de vraag
    die wij zo dikwijls stellen.
    Wie kan ons dat vertellen?
    Wat is Gods wil vandaag?

    In 't kort is dit de wet:
    heb God lief én je naaste,
    de eerste en de laatste
    zijn naast elkaar gezet.

    De naaste hoort erbij.
    Als God ons in dit leven
    de schulden wil vergeven,
    vergeven dan ook wij?

    Het leed jou aangedaan:
    kun je dat niet vergeven?
    Dan blijft, zo zul je weten,
    ook jouw schuld voortbestaan.

    Vergeving die je vraagt
    eerst aan de ander geven,
    dan zal ook God vergeven
    de schuld die jij nu draagt.
EEN FOTO VAN JEZUS
    Ik heb nog nooit een foto van Jezus gezien;
    ik weet ook niet hoe hij liep, wel met wie.
    Ik weet niet hoe zijn stem klonk,
    wel de woorden die Hij gebruikte.
    Ik weet niet welke kleur ogen Hij had,
    maar wel hoe Hij keek.
    Ik weet niet of hij een sterk hart had,
    wel dat hij een groot hart had.
    Ik weet niet alles van zijn karakter,
    maar wel dat kinderen Hem graag mochten
    en armen zich bij Hem thuis voelden.
    Dat hij mild was voor eerlijke mensen
    en streng voor ogendienaars.
    Dat hij niet te snel oordeelde
    maar eerder verontschuldigde.
    Dat hij niet haatdragend was,
    maar ongelooflijk vergevingsgezind.
    Ik weet eigenlijk veel meer van Jezus
    dan ik aanvankelijk dacht.
terug naar de overweging