Gebeden op het feest van Christus Koning

Inleiding

Welkom op deze laatste zondag van het kerkelijk jaar, en daarom vieren we het feest van Christus koning. In het evangelie gaat het over eten geven aan hongerige mensen en drinken aan dorstige mensen. Afgelopen week hoorde ik op de autoradio een bericht waar ik toch even van schrok. Iedere avond gaan 900 miljoen mensen met een lege maag naar bed. Er is wel eten, maar het is te duur. Dat werd gesteld door de organisatie Oxfam Novib, die probeert deze voedselcrisis af te wenden of op z'n minst te verlichten. Dat er veel mensen in de wereld zijn voor wie honger een bijna dagelijks gevoel is, was wel bekend, maar zoveel, 900 miljoen, is toch wel een beangstigend aantal. Een organisatie als Oxfam Novib en andere instellingen proberen daar wat aan te doen. Maar de vraag is veeleer: wat doen wij eraan? Of is het toch een ver van mijn bed show en gaat ons leventje, veelal in overvloed, gewoon door? Toch is het goed om daar even over na te denken.

Openingsgebed:

God, wij geloven in U, maar U bent zo ongrijpbaar ver weg, en toch wilt U dat U ontdekken midden in onze mensenwereld, niet in het grote en machtige, maar in het kleine en zwakke, niet waar mensen elkaar harteloos voorbijlopen, maar waar zij in liefdevolle zorg omzien naar elkaar. God, wees herkenbaar aanwezig in ons midden zoals U tegenwoordig was in Jezus, uw gezondene, in zijn grandioze dienstbaarheid. Mogen wij op Hem gelijken, vandaag en alle dagen. Amen.

Gebed over de gaven:

God, die ons nabij wil zijn in brood en wijn, de tekenen van Jezus' liefde en trouw. Mogen deze gaven voor ons een bron van kracht zijn om ook zijn weg van dienstbaarheid te gaan elke dag van ons leven, dat wij juist als hij de kant kiezen van zwakke en gekwetste medemensen. Dat vragen wij U voor vandaag en alle dagen. Amen

Slotgebed

God, klein en zwak in mensen, in ons hier samen. Help ons te bouwen aan uw rijk op aarde, uw rijk van waarheid, van licht, van liefde, uw rijk waarin plaats is voor kleine en onaanzienlijke mensen, voor arme, hongerige en dorstige mensen, voor zieke, verdrietige en lijdende mensen. Geef dat wij hen allen welkom heten in ons bestaan, en met hun welzijn begaan zijn, naar het voorbeeld van Jezus Christus, die dienaar van mensen bij uitstek, voor vandaag en alle dagen. Amen

Voorbede:
    Wij bidden voor de geringsten van onze broeders en zusters,
    voor mensen niet in tel, voor minderheden over het hoofd gezien,
    voor de armen hier en in de derde wereld
    om recht van spreken en gelijke kansen,
    om menselijke waardigheid.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor de groten der aarde,
    voor de mensen aan de macht, voor de rijke bovenlaag,
    de welgestelden die leven in grote luxe,
    om gevoelens van saamhorigheid en welgemeende zorg om anderen.
    Laat ons zingend bidden

    Wij bidden voor heel onze samenleving, vol belofte, vol zorgen,
    waarin de kloof tussen rijk en arm steeds breder wordt,
    en mensen steeds meer langs elkaar heen leven:
    om waakzaamheid en oprecht zorg die niemand uitsluit,
    om verantwoordelijkheid van allen.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor onze kerk, zo arm en zo rijk,
    met velen die de koninklijke weg van de dienstbaarheid gaan
    maar soms ook gevangen in zichzelf:
    om warmte en om hartelijkheid in de kerkorganisatie,
    om wederzijds vertrouwen bij alle gelovigen.
    Laat ons zingend bidden.

    God, U willen wij dienen in woord en daad, daarom bidden wij U:
    maak ons zorgzaam zoals Jezus uw gezondene was,
    die koning in dienstbaarheid.
    Hij bracht uw koninkrijk nabij, toen en nu, en altijd door. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij het Feest van Christus Koning.
Christus
    Christus heeft geen andere handen dan mensenhanden
    om zijn werk hier op aarde te doen.
    Hij heeft geen andere voeten dan mensenvoeten
    om mensen op zijn weg te brengen.
    Hij heeft geen andere lippen dan mensenlippen
    om mensen van zijn geboorte, dood en opstanding te vertellen.
    Hij heeft geen andere hulp' dan onze hulp
    om mensen aan zijn zijde te brengen.
    Wij zijn de enige bijbel die de wereld nog leest.
    Wij zijn Gods laatste boodschap
    met woorden en daden geschreven.
De Christus die wij volgen
    Hij is ons brood, zeggen zij die verhongeren
    Hij is onze weg, zeggen zij die zoekende zijn
    Hij leert ons een nieuwe taal, zeggen zij die stemloos zijn
    Hij heeft ons gevonden, zeggen zij die verloren waren Hij lijdt met ons, zeggen de vervolgden
    Hij maakt ons duidelijk wat wij niet weten, zeggen de geleerden
    Hij schenkt ons het leven, zeggen de stervenden
    Hij is een van ons en wij behoren bij Hem, zeggen de armen.
Waar is God?
    Als in Angola mensen op de vlucht zijn voor geweld,
    dan is God daar op de vlucht,
    dan zit God in de miserabele vluchtelingenkampen.
    Dan heeft God het ook slecht.
    God wil nooit lekker warm zitten
    als mensen het koud hebben.
    En God wil niet rijk zijn
    als er zoveel arme mensen zijn.
    God gaat eerder bij de armen wonen
    dan bij de mensen die het goed hebben.
    Maar God laat de mensen die het goed hebben niet met rust.
    Hij zegt ook tegen hen:
    jullie kunnen niet warm zitten.
    als zoveel mensen in de kou zitten.
    En jullie kunnen niet blijven eten
    als zoveel andere mensen honger hebben.
    En je kunt niet net doen of er niets aan de hand is,
    als zoveel mensen, zoals in Afrika,
    van alles te kort komen.
Hij heet Jezus Christus
    Hij heet Jezus Christus en lijdt honger
    hij huilt door de mond van de hongerenden
    en de mensen lopen voorbij als zij hem zien
    zij haasten zich om vlug in de kerk te komen.

    Hij heet Jezus Christus en heeft geen huis
    hij slaapt in de goot
    en de mensen versnellen hun pas, als zij hem zien
    en zeggen, hij is een dronken landloper.

    Hij heet Jezus Christus en is analfabeet
    hij werkt niet en hij bedelt
    en de mensen zeggen als zij hem zien:
    die deugt nergens voor
    hij zou moeten gaan werken in plaats van te bedelen.

    Hij heet Jezus Christus en is verbannen
    uit de gemeenschap en uit de kerk
    zij stellen zich hem voor als koning
    terwijl hij toch samenleefde met de armen.

    Hij heet Jezus Christus en is ziek
    hij leeft achter de tralies van de gevangenis
    en wij bezoeken hem nauwelijks
    wij weten dat hij geen kant meer uit kan.

    Hij heet Jezus Christus en wordt afgewezen
    Hij is onder ons en wij hebben hem niet herkend
    hij is onder ons en wij verachten hem.
Hoe kan ik God danken?
    Hoe kan ik God danken,
    als Hij slechts mij te eten geeft?
    Als mijn buurman honger lijdt,
    hoe kan ik dan zeggen:
    Heer, dank voor deze maaltijd?

    Moet ik God soms loven
    als Hij slechts mijn lichaam kleedt
    en alleen mijn gezin een woning geeft?
    Als mijn buurman naakt is
    en slapen moet op straat,
    hoe kan ik dan zeggen:
    Geloofd zij de goedheid van de Heer?

    Moet ik God soms prijzen,
    als Hij slechts mij gezondheid geeft
    en alleen aan mij de vrijheid?
    Als mijn buurman ziek is,
    eenzaam of onderdrukt,
    hoe kan ik dan zeggen:
    Dank, God, om uw barmhartigheid?

    Zou ik God kunnen danken,
    omdat ik uitverkoren ben?
    Miljoenen mensen leven nog
    in duisternis en dood;
    zou ik dan kunnen bidden:
    Dank U, God, dank U voor uw keuze?
Niet voor jou alleen
    Ik geef jou niet, mijn kind,
    te eten en te drinken,
    opdat jij alleen verzadigd raakt
    en blij om al die gaven.
    Ik schenk ze jou, opdat jij deelt
    opdat eenieder door wat jij doet
    mijn goedheid smaken mag.

    Ik geef jou niet, mijn kind,
    die kleding en een woning,
    opdat jij alleen beschutting vindt.
    Om je buurman te verwarmen
    gaf ik kleren en een huis
    als toevluchtsoord voor velen.
    Door jou zullen ze mijn goedheid zien,
    mij loven, overal.

    Mijn kind, ik heb jou niet uitverkoren
    om op je lauweren te rusten.
    Als medewerker wil ik jou
    om mijn liefde uit te dragen.
    En ieder zal mijn aanwezigheid ervaren,
    duisternis zal in licht verkeren
    en ieder zal mij prijzen.
De eerste
    Een indianensprookje vertelt: Op een dag kregen wij een nieuwe lerares, een blanke Amerikaanse. Ze was zeer vriendelijk, maar ze had geen goede manieren. Ze schreef tien rekenopgaven op het bord. Daarna riep ze tien kinderen naar voren om elk een opgave uit te rekenen.
    'Wie het eerst klaar is, draait zich om', zei ze. Maar wij wachtten op elkaar tot allen hun opgave hadden opgelost, en draaiden ons tegelijk om.
    De lerares werd boos. 'Ik heb toch gezegd: wie klaar is, moet zich omdraaien! Hebben jullie dat niet begrepen?'
    Toen hebben wij gezegd dat wat zij van ons verlangde, niet goed was. Het is toch niet goed dat één uitblinkt en de anderen zich moeten schamen.
De soldaat
    Er bestaat een verhaal over een Amerikaanse soldaat die naar huis terugkeerde na gevochten te hebben in Vietnam. Hij belde zijn ouders op vanuit San Francisco.
    "Mam, pap, ik kom naar huis, maar ik wil jullie een gunst vragen. Ik heb een vriend die ik graag mee naar huis wil brengen." "Natuurlijk", antwoordde ze, "we willen hem graag ontmoeten."
    "Ik moet er iets bij vertellen", ging de zoon verder. "Hij is behoorlijk zwaar gewond geraakt in de oorlog. Hij is op een landmijn gaan staan en heeft een arm en een been verloren. Hij kan nergens anders heen, en ik wil graag dat hij bij ons komt."
    "Wat erg, jongen. Misschien kunnen wij hem helpen om iets te vinden."
    "Nee, mama en papa, ik wil dat hij bij ons komt wonen." "Jongen", zei de vader, "je weet niet wat je van ons vraagt. Iemand met zo'n handicap zou vreselijke last voor ons zijn. Wij hebben ons eigen leven en dat kunnen we niet in de war laten sturen door zoiets. Je kunt maar beter gewoon naar huis komen en die jongen uit je hoofd zetten. Hij redt zichzelf wel."
    Op dat moment hing de zoon op. De ouders hoorden niets meer van hem. Een paar dagen later werden ze echter opgebeld door de politie van San Francisco. Ze kregen te horen dat hun zoon van een gebouw was gevallen en omgekomen was. De politie dacht aan zelfmoord. Verslagen vlogen de ouders naar San Francisco waar ze naar het mortuarium gebracht werden om het lichaam van hun zoon te identificeren.
    Ze herkenden hem, maar ze ontdekten tot hun afgrijzen ook iets wat ze niet wisten: hun zoon had maar één arm en één been.
terug naar de overweging