Gebeden op de vijftiende zondag door het jaar

Inleiding:

In de krant stond een stukje met de kop: flink deel voedsel gaat verloren. Daarin werd gesteld dat eenderde tot de helft van alle geproduceerde voedsel in Nederland verloren gaat. Dat levert jaarlijks een verliespost op van anderhalf miljard euro. Van zo'n bericht schrik je toch wel even. Het is ook heel wrang, als je bedenkt dat er elders in de wereld zoveel honger geleden worden. Feit is dat we vaak heel slordig omgaan met de rijkdommen van onze aarde, en dat geldt niet alleen ons voedsel, maar ook veel andere zaken die belangrijk zijn voor een goede en gezonde samenleving. In het evangelie van vandaag roept Jezus ons op om zoveel mogelijk vruchten voort te brengen, en dat kan alleen als je oog hebt voor de dingen die werkelijk belangrijk zijn, dat je daar niet slordig mee omgaat om te voorkomen dat er veel verloren gaat van al het mooie en goede dat er tussen mensen bestaat, zou moeten bestaan.

Openingsgebed:

God, leer ons luisteren als U spreekt, laat uw woorden bij ons binnenkomen en ons hart raken. maak ons uw bedoelingen duidelijk, opdat wij zo leren leven en leren omgaan met elkaar, dat we steeds liefde geven en ontvangen, anderen gelukkig maken en zelf gelukkig worden. Moge uw woord het sterke fundament zijn van ons leven, vandaag en alle dagen. Amen.

Gebed over de gaven:

God , zie neer op ons, hier samen rond brood en wijn, de vruchten van de aarde, werk van mensenhanden, maar vooral heilige tekens van Jezus' liefde en trouw. Mogen wij, hierdoor gevoed en gesterkt, vruchtbare grond zijn voor zijn blijde boodschap, dat ook wij mogen hopen op een goede oogst voor heel onze mensengemeenschap. Dat vragen wij U in Jezus' naam. Amen.

Slotgebed:

God van hoop, altijd weer spreekt U uw woord tot mensen en altijd weer vindt het nieuwe wegen om tot wasdom te komen. Versterk ons vertrouwen in uw groeikracht dat we niet pessimistisch worden bij het zien van alle negatieve ontwikkelingen in onze samenleving. Geef dat we ook oog houden voor al die vruchtbare plekken waar uw woord het goede in mensen te voorschijn roept en veel vrucht laat dragen. Daarvoor danken wij U omwille van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen

Voorbede:
    Wij bidden voor die mensen in onze samenleving
    die als onkruid, als ongewenst, worden ervaren,
    omdat zij anders zijn dan de gemiddelde burger,
    omdat ze steeds weer tussen de wal en het schip vallen.
    Mogen zij toch kansen krijgen om een zinvol leven te leiden.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor die mensen in onze samenleving,
    die, overtuigd van eigen goedheid,
    neerkijken op anderen, die in hun ogen slecht leven,
    hard zijn in hun veroordeling en zich schuldig maken aan vooroordelen.
    Mogen zij mildheid en verdraagzaamheid leren.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor die mensen in onze samenleving
    die voor langere of kortere tijd in de gevangenis zitten
    omdat zij zich schuldig gemaakt hebben aan misdrijven
    en zo medeburgers schade toegebracht hebben.
    Mogen zij weer nieuwe kansen krijgen
    om een goed en menswaardig leven op te bouwen.
    Laat ons zingend bidden.

    Wij bidden voor alle mensen die zich christenen noemen
    die echter te vaak het grote gebod van de liefde vergeten.
    Mogen zij toch vruchtbare grond worden voor Jezus' blijde boodschap
    en alles doen wat in hun vermogen ligt
    om de wereld bewoonbaar te maken voor alle mensen.
    Laat ons zingend bidden.

    God van leven, leer ons uw woord van liefde te verstaan
    en het steeds weer opnieuw uit te spreken aan elkaar,
    in woord en daad, vandaag en alle dagen. Amen
Teksten, gebeden, gedichten bij de vijftiende zondag door het jaar.
Wie oren heeft, moet horen
    Waarom, God, schenkt U oren om te horen?
    De meeste mensen luisteren heel slecht.
    En ook de allermooiste lieve ogen
    die zien en kijken vaak niet echt.

    Het moet U toch allang zijn opgevallen:
    die ogen in en oren aan ons hoofd
    begrijpen niets van liefde en ellende.
    Ze zijn door vooroordeel verdoofd.

    Daarom, God, schenk ons oren en ook ogen,
    maar plant ze middenin ons hart.
    Wellicht dat wij dan luisterend en kijkend
    meer delen in geluk en smart.
Zaaien en afwachten
    We leven in een tijd van zaaien,
    zaadjes bijna onzichtbaar voor onze ogen,
    verdwijnen in de grond op hoop van zegen.

    Dus laten we de verhalen die ons boeien,
    vertellen aan de kinderen in ons midden
    zonder ze uit te leggen, zonder te verwachten
    dat zij die nu al begrijpen.
    Laten we hen onze liederen horen
    zonder te vragen dat zij ze nu al leren zingen.

    We leven in een tijd van wachten,
    méér kunnen we nu niet doen.
    Wat we hebben gezaaid,
    zal op eigen kracht moeten groeien.

    Dus laten we een stap terug doen,
    de zon en de aarde de kans geven
    om hun werk te doen.
    Laten we erop vertrouwen
    dat onze liederen en verhalen
    voldoende kracht bezitten
    om uit te groeien tot de bloemen
    waartoe ze zijn bedoeld.
Goede aarde
    Een bejaarde religieuze die jarenlang schoolhoofd was geweest in een volkswijk, kwam een man tegen die zij een kwart eeuw geleden nog als kind in haar klas had gehad. Hoe hij het maakte, wilde de zuster weten. 'Uitstekend', had de man gezegd, 'dank zij u'.
    Tot verbazing van de zuster bleek dat de man -die het zeer ver had gebracht in het bedrijfsleven - deze hoge positie in verband bracht met zijn voormalige schooljuffrouw.
    Hoe dat zo?
    Lang geleden, in die vervlogen lagere schooltijd, twijfelde zo goed als iedereen aan de capaciteiten van de man. Maar in een tien-minuten-gesprek met hem en zijn ouders had de zuster met stelligheid tegen die ouders gezegd: 'Hij kan veel meer dan jullie met z'n allen denken'.
    De zuster zelf was dat antwoord allang weer vergeten, maar voor de leerling in kwestie was het de drijfveer geworden van zijn verdere doen en laten.
    Hij liet voortaan aan iedereen zien wat tot dan toe slechts eentje in hem had gezien. Het woord van die zuster was bij hem in goede aarde gevallen, het had gewerkt.

      (A. Bosch)
Het woord
    In de vloedgolf van woorden die ons overspoelen
    hoop je toch op een woord dat niet wegebt.

    In de chaos van klanken die ons verdoven
    hoop je toch op een toon die niet wegsterft.

    In de massa van mensen die ons omringen
    hoop je toch op een mens die niet verdwijnt.

    Er moeten toch woorden zijn die iets zeggen.
    Er moeten toch klanken zijn die waarheid blijven.
    Er moet toch een mens zijn die is wat hij zegt.

    Of zijn het allemaal zaadjes die wegwaaien
    in de wind van leegte en oppervlakkigheid?
Het woord is zaad (Bij Mt. 13)
    Een woord is o, zo gauw gezegd,
    maar denk: waar komt dat woord terecht?
    't Is als een klein onooglijk zaad
    dat stil verborgen wegen gaat.
    Een woord van goedheid of venijn:
    't maakt mensen groot of... kraakt ze klein;
    't kan zijn een woord dat stil vergeeft
    waardoor een mens opnieuw weer leeft.
    Soms is het woord een goede raad
    ofwel een striem die mensen slaat...
    per telefoon een lieve groet
    die eenzaamheid verdwijnen doet.
    Een woord kan zijn als een gebed
    dat nieuwe wegen openzet;
    een brug naar God voor 't hart dat lijdt.
    zo'n woord dat overstijgt de tijd.
    Hoe kostbaar is de taal, het woord
    de ene spreekt... de ander hoort...
    Heer, laat ons luisteren en verstaan
    en maak ons woord tot kostbaar graan.
Het woord
    Ik neem een woord in de hand
    en voel hoe zwaar het is.
    Ik begin ernaar te luisteren,
    en terwijl ik luister gebeurt er iets in mij.
    Ik leg het woord weer weg.
    Maar het is niet meer hetzelfde woord.
    Het is zwaarder geworden
    doordat ik ernaar geluisterd heb,
    ook ik ben niet meer dezelfde.
    Omgaan met een woord is werk
    dat lijkt op dat van een boer
    die zijn land bezaait.
    Het woord groeit en verandert het land
    tot het tijd is voor de oogst.

      J Zink
Luisteren met je hart
    Luisteren is meer dan iemand horen praten.
    De woorden moeten je hart raken,
    ze moeten bij je binnenkomen
    en bij jou onderdak vinden.
    En dan niet eens de woorden zelf
    maar wat ze bedoelen.

    Luisteren, altijd onmisbaar,
    willen we met elkaar verder komen.
    Luisteren, zeker onmisbaar,
    in een samenleving
    met vele mechanische stemmen
    en computerwoorden.
    Kortom: luisteren met je hart
    is de voorwaarde
    om elkaar en God te vinden.
De krekel en de munt
    Een indiaan bezocht zijn blanke vriend in de stad. Zij wandelden over straat en de drukte en al het lawaai verbaasde de indiaan zeer.
    Plotseling zei hij tegen zijn vriend: "Hoor jij wat ik hoor?" De blanke hoorde alleen maar het verkeerslawaai.
    "Ik hoor hier vlakbij een krekel tsjirpen."
    "Je moet je vergissen, er zijn hier geen krekels." Maar de indiaan schoof bij een grauwe muur wat bladeren uiteen en daar zat een krekel.
    "Indianen kunnen nu eenmaal beter horen dan blanken," zei de blanke.
    Maar de indiaan antwoordde: "Je vergist jij", en tegelijk liet hij een muntstukje vallen. Direct draaiden zich een paar mensen om.
    "Zie je wel," zei de indiaan, "dat muntje maakte niet meer lawaai dan die krekel. ."
Helpen groeien?!
    Een oud Chinees verhaaltje vertelt, hoe een boer het zaad uitstrooide, maar achteraf gekweld werd. omdat het niet scheen te groeien. Dag na dag groeide zijn angst, zodat hij niet meer kon slapen. En op een dag trok hij naar zijn akker en begon de kleine sprietjes een beetje te helpen. Hij trok ze wat naar boven, een heel klein beetje maar. Langzaam kwam hij aan de andere kant van zijn land.
    En hij was erg moe. Maar blij riep hij naar zijn buren: 'Ik heb mijn tarwe geholpen bij het groeien! Nieuwsgierig liep iedereen naar het veld van de boer en wat zagen ze daar? Een veld met verwelkte sprietjes.
Alleen maar zaadjes
    Vannacht had ik een rare droom. Ik wandelde door het dorp en ik zag opeens een winkeltje dat ik nog nooit eerder gezien had. Op de ruit stond met grote letters: hier zijn alleen maar goede dingen te koop. Nou, daar wilde ik wel wat meer over weten en dus ging ik naar binnen Er was eigenlijk niets te zien in het winkeltje maar achter de toonbank zag ik een engel staan. Wat zenuwachtig vroeg ik: Verkoop u echt alleen maar goede dingen? De engel zei vriendelijk: Ja zeker, alle goede dingen die je je maar bedenken kunt.
    Ik zei toen: Dan wil ik vrede op aarde, geen gepest meer in de scholen, einde aan alle oorlogen, groot en klein, einde aan alle verdeeldheid, alleen maar heel goede harmonieuze gezinnen, gelijkheid tussen alle mensen, geest van hechte saamhorigheid in Overloon.
    Ik wilde nog veel meer vragen maar de engel onderbrak me en zei: Pardon, u begrijpt het niet helemaal, wij verkopen geen vruchten. Wij verkopen hier enkel maar zaadjes.
terug naar de overweging