Gebedsviering - gezinsviering

op zaterdag 18 juni 2005

thema: Maak elkaar niet bang

Openingslied: DE WERELD IS EEN TOVERBAL
    De wereld is een toverbal,
    geen mens weet hoe hij worden zal,
    maar één ding, dat weet iedereen:
    je kunt het niet alleen.

    Refr.
      Dus . . . zullen wij er samen iets van moeten maken,
      de wereld is een mooi maar bewerk'lijk ding,
      dus zullen wij er samen iets van moeten maken,
      hé, hé, hé, hé, kom maar in de kring.

    Bekijk een keer de wereldkaart,
    een mens is toch iets beters waard,
    je ziet dat het een puinhoop is,
    zo gaat het zeker mis. Refr.

    We praten zus, we praten zo,
    we roepen ach en wee en oh,
    maar wil je elkaar goed verstaan,
    dan doe je er iets aan. Refr.
Verwelkoming en inleiding

IK BEN EEN DRAAK
    Ik ben een draak, een valse draak,
    een draak met scherpe tanden.
    Ik bijt gemeen, ik trap meteen
    en ik heb harde handen.

    Ik ben een lam, een klein, zacht lam,
    een lam met lieve ogen.
    Ik help je snel. Ik mag jou wel
    en wil je tranen drogen.

    Ik ben een draak, een valse draak.
    Ik houd van lekker plagen.
    Ik stook je op, sla op je kop.
    Ik pest je alle dagen.

    Ik ben een lam, een klein, zacht lam.
    Ik kan geen ruzie maken.
    Ik huil zo gauw. Ik hou van jou,
    maar ik ben bang voor draken.
Drempelgebed:
    Vg. Wij vragen elkaar en God om vergeving
    voor ieder woord dat we teveel zeiden,
    voor ieder woord dat we te weinig zeiden;
    voor elk gebaar dat afkeer demonstreerde,
    voor elk gebaar dat geen vriendschap bracht.

    Al. God geef ons nieuwe kansen
    om het goed te maken met elkaar

    Vg. Wij vragen elkaar en God om vergeving,
    voor elke handdruk die niet eerlijk gemeend was,
    voor elke glimlach die kwam uit leedvermaak,
    voor elk hard oordeel over andermans zwakheden,
    voor elke vorm van zelfgenoegzaamheid.

    Al. God, geef ons nieuwe kansen
    om het goed te maken met elkaar.

    Vg. Wij vragen elkaar en God om vergeving,
    voor de keren dat we elkaar pijn deden,
    voor de keren dat anderen bang waren voor ons,
    voor de keren dat we elkaar vergaten,
    voor alles dat anderen zich door ons in de steek gelaten voelden.

    Al. God, geef ons nieuwe kansen
    om het goed te maken met elkaar.
    Vg. God, reken ons onze fouten niet aan,
    maar buig ze om tot mogelijkheden
    om het in het vervolg beter te doen.
Eerste lezing: BANGE RIK
    Rik zit in het stikkedonker,
    buiten bliksemt het heel lang.
    Harde knallen van de donder,
    regen valt, de straat staat onder,
    maar Rik is niet bang.

    'Waarom zou ik?' vraagt hij simpel,
    'ik ben toch geen bange Rik?
    Bliksem gaat vanzelf weer over.
    Ikke bang? Geen ogenblik!'

    Maar zijn vader zegt: 'Pas op!'
    En zijn moeder roept: 'Kijk uit!'
    En zijn broer schreeuwt: 'Oei, 't is eng hoor!'
    En zo wordt Rik tot besluit in een tel, een ogenblik
    de allerbangste bangerik.

    Rik loopt op een bergpaadje
    en dan ziet hij plots een slang.
    Kijk, die slang eens lekker sissen!
    Wauw! Dat wilde Rik niet missen.
    En Rik is niet bang.

    'Waarom zou ik?' vraagt hij simpel,
    ik ben toch geen bange Rik?
    Als ik niks doe, doet hij ook niks.
    Ikke bang? Geen ogenblik!'

    Maar zijn vader zegt: 'Pas op!'
    En zijn moeder roept: 'Kijk uit!'
    En zijn broer schreeuwt: 'Oei, 't is eng hoor!'
    En zo wordt Rik tot besluit in een tel, een ogenblik
    de allerbangste bangerik.

    Rik ligt in zijn bed, hij slaapt niet,
    en hij kijkt naar het behang.
    Wat hij ziet, zijn zwarte vlekken:
    wolven met heel grote bekken.
    Maar Rik is niet bang.

    'Waarom zou ik?' vraagt hij simpel,
    'ik ben toch geen bange Rik?
    Als ik slaap, zie ik er niks van.
    Ikke bang? Geen ogenblik!'

    Maar zijn vader zegt: "t Zijn spoken!'
    En zijn moeder roept: 'Wat eng!'
    En zijn broer schreeuwt: 'Doe het licht aan!'
    Maar dan zegt Rik zelf heel streng:
    'Praat me alsjeblieft geen angst aan,
    jullie zijn zelf vrees'lijk bang.
    Daarom zeuren jullie zeker.
    Kijk dan, 't is gewoon behang!'
Tussenzang: GA JE MEE?
      Refrein:
      Ga je mee? Zeg niet "nee",
      maar sta op en doe mee.
      Zet je voetstappen in die van mij.
      Volg het spoor en ga door.
      Of ga jij liever voor?
      Hup, kom op, sluit je aan in de rij.

    Welke weg wil je gaan? En waar wil je naar toe?
    Blijf niet zitten waar je zit, Ook al voel je je moe. Refr.

    Is de weg soms te lang? Zag je weg in het zand?
    Er zijn hobbels op het pad, Maar ik geef je een hand. Refr.

    Loopt de weg bijna dood? Zie je nergens een spoor?
    In de verte wordt het licht: Gaat de weg daar soms door? Refr.
Uit het heilig evangelie volgens Matteüs (10, 26-33)
    In die tijd zei Jezus tot zijn apostelen:
    "Weest niet bang voor de mensen. Niets is bedekt of het zal ont-huld, niets verborgen of het zal bekend worden. Wat Ik u zeg in het duister, spreekt dat uit in het licht, en wat ge u in het oor hoort fluisteren, verkondigt dat van de daken.
    Weest niet bevreesd voor hen die wel het lichaam kunnen doden maar niet de ziel; vreest veeleer Hem die én ziel én lichaam in het verderf kan storten in de hel. Verkoopt men niet twee mussen voor een stuiver? En toch zal buiten de wil van uw Vader niet één mus op de grond vallen. Bij u echter is zelfs iedere haar van uw hoofd geteld. Weest dus niet bevreesd; gij zijt toch méér waard dan een zwerm mussen. Ieder die Mij bij de mensen belijdt, zal ook Ik als de mijne erkennen bij mijn Vader die in de hemel is. Maar ieder die Mij zal verloochenen tegenover de mensen, zal ook Ik verloochenen tegenover mijn Vader die in de hemel is."
Overweging

Zang: VREDE
    Witte wolken, water en lucht,
    een lachend kind in vogelvlucht.
    Huis in de zon, groen in de wei,
    vogelenzang en dat is voor mij.
    Refr.:

      Vrede, vrede, vrede voor mij en iedereen,
      vrede, vrede, open je ogen, vrede om ons heen. (2x)

    Een stille wenk, een lief gebaar,
    woorden van troost voor hem en voor haar.
    Een kleine dienst, dat maakt je blij,
    een goed gesprek en dat is voor mij. Refr.

    Een fijne kerk, een stralend licht,
    een goed gebed, een blij gezicht.
    Het samenzijn, niet ik maar wij,
    dat is voor U en dat is voor mij. Refr.
Geloofsbelijdenis
    Ik geloof in God, die van alle mensenkinderen houdt.
    Ik geloof ook in zijn bedoelingen met onze aarde.
    Hij wil vrede en goedheid voor alle mensen.

    Ik geloof niet in een wereld
    die je kunt verdelen in rijk en arm.
    Maar ik geloof in een gelijke verdeling
    van alle goederen der aarde tussen alle mensen.

    Ik geloof niet in een wereld
    waarin volwassenen en kinderen moeten leven in angst,
    waarin velen op de vlucht zijn voor geweld en onderdrukking.
    Maar ik geloof in een aarde met gelijke kansen voor iedereen.

    Ik geloof in Jezus' boodschap van liefdevolle zorg voor iedereen
    Ik geloof dat ook ik in Zijn naam en op mijn manier
    kan bijdragen aan een betere wereld.
Voorbede

Collecte

Lied: WAAR JE WOONT OP DEZE WERELD.
    Waar je woont op deze wereld,
    tussen bloemen of beton.
    Elke dag is er nieuw leven,
    elke dag een nieuwe zon.
    Elke dag een nieuwe kans,
    om opnieuw op weg te gaan,
    en te zoeken naar het wonder,
    van de Heer in ons bestaan.

    Waar je woont op deze wereld,
    tussen bloemen of beton.
    Tussen haat of tussen liefde,
    elke dag is er een zon.
    Elke dag een nieuwe kans,
    om opnieuw op weg te gaan,
    en te zoeken naar het wonder,
    van de Heer in ons bestaan.
Dankgebed:
    Ik dank U, God,
    voor alles wat ik van anderen mocht ontvangen,
    voor mensen die met mij verbonden zijn geweest,
    die trouw zijn geweest in hun zorg en liefde,
    die mijn verdriet hebben gedeeld,
    die mij hebben laten delen in hun geluk.

    Ik dank U, God,
    voor allen die in stilte aan mij hebben gedacht,
    voor hen die attent waren in de kleinste dingen van alledag;
    mensen die konden troosten,
    mensen met een hart vol barmhartigheid en verzoening.

    Ik dank U, God,
    voor allen die mij konden bezielen,
    mensen die een bevrijdend woord konden spreken,
    mensen die konden luisteren,
    mensen die zomaar nabij waren,
    mensen die mij rust konden geven.

    Ik dank U, God,
    voor mensen voor wie ik iets mocht betekenen,
    mensen die mijn liefde durfden ontvangen,
    mensen die op mij konden wachten,
    mensen die mij een kans hebben gegeven,
    mensen die konden vergeven.

    Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden
    die Jezus ons gegeven heeft:

    Allen: Onze Vader . . .

    Verlos ons, Heer, van alle kwaad en geef vrede in onze dagen. Zoals Jezus tot zijn apostelen zei: vrede laat Ik u, mijn vrede geef Ik u. Vervul die belofte aan ons en aan alle mensen, overal ter wereld, opdat alle volken zich kunnen verblijden in U. Dat vragen wij U, hoopvol wachtend op de belofte van Jezus, Messias, uw Zoon.

    Allen: Want van U is het koninkrijk en de kracht
    en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen

Slottekst: MET JE MOND;
    Met je mond kun je mooi zingen,
    maar ook schelden past erbij,
    liegen, lachen, fluisteringen:
    ben je bang of boos of blij?
    Wat je met je mond ook doet,
    kies je kwaad of kies je goed?

    Met je handen kun je zwaaien,
    maar ook krabben, stompen, slaan,
    je kunt helpen, je kunt aaien:
    waar heb je het meeste aan?
    Wat je met je handen doet,
    kies je kwaad of kies je goed?

    Met je ogen kun je speuren
    of het goed is wat je ziet.
    Laat je dat gewoon gebeuren:
    Zie je 't wel? Of zie je 't niet?
    Wat je met je ogen doet,
    kies je kwaad of kies je goed?

    Maar het mooiste is te leven
    zonder bang zijn, zonder angst,
    door elkaar een hand te geven
    want vertrouwen duurt het langst.
    Geef een hand dan ben je klaar,
    want dan kies je voor elkaar!
Slotlied: IN DE WOLKEN.
    Witte wolken, schapenwolken
    Lekker liggen in het gras,
    En dan dromen dat jij zelf,
    Boven op een wolk was.

    Kijk maar om je heen,
    Kijk kijk, kijk maar om je heen.

    Roze wolken, fijne wolken,
    Lekker zacht en rond warm,
    Iedereen mag er naar kijken
    Jong of oud, rijk of arm

    Kijk maar om je heen,
    Kijk kijk, kijk maar om je heen.

    Donkere wolken, donderwolken,
    En jij bent de tovenaar.
    En je tovert blije wolken,
    Niemand voelt zich nu nog naar.

    Kijk maar om je heen,
    Kijk kijk, kijk maar om je heen.