Pinksteren - gezinsviering

3 juni 2006

Openingslied : In de wolken.
    Witte wolken, schapenwolken
    Lekker liggen in het gras,
    En dan dromen dat jij zelf,
    Boven op een wolk was.
    Kijk maar om je heen,
    Kijk kijk, kijk maar om je heen.

    Roze wolken, fijne wolken,
    Lekker zacht en rond warm,
    Iedereen mag er naar kijken
    Jong of oud, rijk of arm
    Kijk maar om je heen,
    Kijk kijk, kijk maar om je heen.

    Donkere wolken, donderwolken,
    En jij bent de tovenaar.
    En je tovert blije wolken,
    Niemand voelt zich nu nog naar.
    Kijk maar om je heen,
    Kijk, kijk, kijk maar om je heen.

Inleiding

Openingstekst
    Marle:
    Het is vandaag Pinksteren. De mensen zeggen: het is een hoogtijdag. Maar waarom is het een groot feest?

    José:
    Nou, Jezus was voor altijd naar de Vader in de hemel gegaan. De apostelen bleven alleen achter, ze waren bang en misten Jezus heel erg. Maar Jezus had hen een helper beloofd om zijn werk verder te doen. Vandaag vieren we de komst van die Helper bij zijn vrienden.

    Marle:
    Wie is dan die Helper?

    José:
    Die Helper is de heilige Geest, de Geest van God.

    Marle:
    Ja maar, wie is dan die Heilige Geest? Ik heb hem nog nooit gezien.

    José:
    Ik ook niet, maar op plaatjes staat de Heilige Geest vaak afgebeeld als een duif, of als vuur, als een vlam, iets dat licht geeft. Maar je zou ook kunnen denken aan de wind, die kun je niet zien, maar die heeft wel heel veel kracht en brengt takken en bomen in beweging. Zo geeft de Heilige Geest ook kracht. Hij kan ons in beweging brengen naar elkaar om goede dingen te doen, om te doen zoals Jezus. Zoals je de wind kunt voelen, voel je ook de Geest als iemand ons blij maakt of troost.

    Marle:
    Nu weet ik een beetje wie de Heilige Geest is.

    José:
    Helemaal begrijpen is wel wat moeilijk, zelfs voor grote mensen, maar wat belangrijk is, dat we geloven in de kracht van de Geest.

Gebed om vergeving
    Vader, U schenkt ons Uw Geest van leven, opdat wij Uw stem in deze wereld zouden horen. Toch gaan we zo dikwijls voorbij aan de warmte die U in ons leven kunt zijn. Daarom willen we om vergeving vragen. Omdat we soms uitgeblust en lusteloos door het leven gaan, omdat we zeggen dat het toch nooit zal veranderen in onze wereld, en alles nu eenmaal gaat zoals het gaat. Daarom vragen wij om Uw vernieuwende Geest, God, in deze gemeenschap en in het leven van elk van ons afzonderlijk.

Heer ontferm U over ons.

Eerste lezing (naar Genesis 11,1-9)
    Na jarenlang door de landen in het oosten te hebben getrokken, gingen de nakomelingen van Noach op een grote vlakte in Sinear wonen. Eeuwen waren voorbij gegaan sinds de zondvloed. Er waren nu heel veel mensen en ze spraken allemaal dezelfde taal. Samen besloten ze een stad te bouwen met een toren zo hoog dat de spits de hemel zou raken. Dan worden we beroemd en niet over de aardbodem verspreid, zeiden ze tegen elkaar. Zo begonnen ze te bouwen. Ze bakten stenen in de zon en ze gebruikten pek om mee te metselen.
    God zag hoe de stad groeide, hoe ze straten en huizen kreeg, hoe de toren zich hoog in de lucht verhief, en hij zei tot zichzelf:"Deze mensen worden verwaand. Ze zullen steeds meer willen hebben. Ik zal hun taal in verwarring brengen, elk woord in hun mond veranderen, zodat de een niet begrijpt wat de ander zegt". En dat was wat er gebeurde.
    Al gauw merkten de mensen dat de woorden van de een niets betekenden voor de ander. Dit veroorzaakte zo'n grote verwarring dat de bouw van de stad, die de naam Babel had gekregen, tot stilstand kwam. De mensen verlieten de vlakte van Sinear en verspreidden zich over de hele aarde. En vanaf die dag spraken de mensen over de hele wereld verschillende talen.
Het vlinderlied
    Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
    'n vlindertje, 'n vlindertje
    Soms zou ik willen vliegen als een vlindertje,
    ik ben een kind van God.
    Zo blij, zo blij, want Jezus woont in mij (2x).

    Soms zou ik willen fluiten als een vogeltje,
    'n vogeltje, 'n vogeltje.
    Soms zou ik willen fluiten als een vogeltje,
    Ik ben een kind van God.
    Zo vrij, zo vrij, want Jezus woont in mij (2x).
Tweede lezing
    Daar staat Petrus. Hij is op een muurtje geklommen. Zo steekt hij boven de andere mensen uit en spreekt hen toe. Er zijn veel mensen naar Jerusalem gekomen, want ze vieren een van de joodse feesten. Dat komt goed uit voor Petrus want hij heeft een goede boodschap voor hen:
    "Beste mensen, luister naar mijn woorden. Jullie weten dat Jezus hier, in deze stad is gedood. Maar deze Jezus was door God gezonden. Hij heeft ons laten zien hoe wij kunnen leven en hoe het leven anders wordt als wij hem volgen. Kom mee! Doe mee! Dan maken wij van onze wereld een nieuwe wereld, een nieuw Jerusalem. Begin vandaag nog".
    Hoe durft Petrus dat zo maar? Hij was niet zo'n durfal. Hij was ooit door Jezus "steenrots"genoemd. Maar toen Jezus hem nodig had, in die nacht dat Hij gevangen werd genomen, had Petrus Hem mooi in de steek gelaten. Hij was bang geworden en weg gevlucht. En daarna had hij ook nog gezegd dat hij Jezus niet kende.
    Steenrots? Lafaard zul je bedoelen! Maar nu is alles anders, want na de dood van Jezus is er heel veel gebeurd. De apostelen waren samengekomen in een huis. Ze durfden niet goed de straat op en bleven dus binnen. Ze waren blij dat ze elkaar nog hadden. Ze voelden zich thuis bij elkaar. In dat huis werd veel nagedacht over alles wat er gebeurd was. Soms waren ze er helemaal stil van. Jezus had gezegd dat Hij een Helper zou sturen, de Heilige Geest. Ze baden samen om de geest van wijsheid en moed en om de geest van kracht en sterkte. Nu zijn ze samen sterk geworden. Ze zijn niet meer bang. Ze kunnen het leven weer aan. Ze voelen het: Jezus leeft, midden onder hen. Het huis wordt te klein. De deuren gaan open. Ze breken eruit…de straat op! En daar staat Petrus, vol van de geest van Jezus.

Overweging

Geloofsbelijdenis
    Ik geloof dat ik nooit alleen ben
    dat God bij mij is, dat Hij mijn Vader is.
    Ik geloof dat God zijn Zoon Jezus Christus
    gezonden heeft naar de aarde.
    Ik geloof dat Jezus Christus is gekomen
    om mij te bevrijden van zonden en schuld.
    Ik geloof dat de Geest van Christus
    in mij leeft en werkt.
    Ik geloof dat ik onder de mensen niet alleen ben.
    Ik geloof dat de grote gemeenschap van de kerk
    Om mij heen is, daar wil ik ook bij horen.
    Ik geloof dat ik nooit zover van God kan weglopen
    dat er geen terugkeer meer mogelijk is.
    Ik geloof dat ik nooit zover kan afdwalen,
    dat God mij niet naar zich toe wil trekken.
    Ik geloof dat God voor mij het leven wil, en niet de dood,
    de blijdschap en niet het verdriet.
    Ik geloof dat Hij bij mij is,
    vandaag en altijd, tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Voorbeden (door de kinderen)
    Bidden wij voor alle mensen, jong en oud, klein en groot,
    dat ze hun medemensen gelukkig maken met hun talenten,
    En zo meebouwen aan een mooie wereld.
    Laat ons bidden: Heer ontferm U

    Bidden we vandaag voor mensen van vrede,
    niet alleen in Israël, Palestina, Irak, Darfur
    en zoveel andere landen,
    maar ook voor de gewone mens
    die werkt aan vrede in zijn hart;
    door verdraagzaamheid, geduld en trouw.
    Laat ons bidden: Heer ontferm U

    Bidden we voor deze gemeenschap.
    Dat het Pinkstergebeuren ons mag inspireren
    om de taal te spreken die iedereen kan verstaan,
    de taal van liefde die één maakt wat is verdeeld.
    Laat ons bidden: Heer ontferm U.

Collecte

Lied: Wat vissen en wat brood en wijn.
    Wat vissen en wat brood en wijn,
    dat moet voor ons voldoende zijn,
    om als gezin, met groot en klein
    dit grote feest te vieren.
    De kleinen, zij staan vooraan,
    zij mogen mee aan tafel gaan,
    want Jezus, die wil voortaan
    met hen zijn maaltijd vieren.

    Wij trekken door de grote zee
    en voeren onze kind'ren mee,
    wij gaan met hen door wel en wee
    om in Gods rijk te komen.
    Als vissen in het waterland,
    gedoopt om naar een ander strand
    te zwemmen, leidt ons Zijn hand
    naar 't land waarvan wij dromen.
Dienst van de tafel
    Ja, God, U bent Heilig en U bent goed voor ons en alle mensen. Wij danken U vooral voor Jezus Christus, uw Zoon. Hij kwam in de wereld, omdat de mensen U verlaten hadden en vreemden waren voor elkaar. Hij heeft onze ogen en onze oren geopend en ons gezegd wie wij zijn: broers en zusters van elkaar, kinderen van U, onze Vader. Op dit ogenblik brengt Hij ons samen rond deze éne tafel om te doen wat Hij heeft voorgedaan.
    Want op de avond voordat Hij zijn leven voor ons gaf, was Hij met zijn vrienden voor het laatst aan tafel. Hij nam brood, dankte U, brak het, gaf het hun en zei:
    Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn Lichaam, dat voor u gegeven wordt.
    Zo nam Hij ook de beker met wijn, Hij dankte U, gaf hem aan zijn leerlingen en zei:
    Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het altijddurende verbond, dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden.
    Daarna zei Hij tot hen: Blijft dit doen om Mij te gedenken. En om Jezus nooit te vergeten zijn wij samen hier aan tafel. Hij geeft ons dit brood en deze beker die hier op tafel staan. Wij willen ervan eten en drinken om te laten zien dat wij bij elkaar horen.
    Dan bidden wij nu samen het gebed dat Jezus ons geleerd heeft:
      Onze Vader die in de hemel zijt, Uw naam worde geheiligd, Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiedde op aarde zoals in de hemel Geef ons heden ons dagelijks brood En vergeef ons onze schuld Zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven En leid ons niet in bekoring Maar verlos ons van het kwade.


Vredewens

Communie

Communielied: Geef me je hand
    Geef me je hand als ik de weg niet vind,
    als ik een kind ben, dat verdwaald is in de tijd,
    en als de lange reis pas echt begint.
    Wees dan de engel die me leidt,
    langs de stenen en de kuilen,
    naar een huis om in te schuilen,
    waar we lachen om het huilen van de wind,
    om te spelen en te eten
    en alles te vergeten en te weten dat jij er bent.

    Jij bent de tuinman die me water geeft,
    jij bent de vogel die me meedraagt op zijn rug
    en als de vrede mij verlaten heeft,
    breng je me altijd weer terug,
    langs de stenen en de kuilen,
    naar een huis om in te schuilen,
    waar we lachen om het huilen van de wind,
    om te spelen en te eten,
    en alles te vergeten en te weten dat jij er bent.

    En ook als jij opeens geen weg meer weet,
    wanneer je zweeft tussen de waarheid en de waan,
    als je de sleutel zoekt die liefde heet,
    weet dan dat ik met je mee zal gaan,
    langs de stenen en de kuilen,
    naar een huis om in te schuilen,
    waar we lachen om het huilen van de wind,
    om te spelen en te eten,
    en alles te vergeten en te weten dat jij er bent.

    Jij die mijn liefde kent,
    jij die een spiegel bent,
    jij die jezelf herkent in mij,
    wat ben ik blij, wat ben ik blij,
    dat jij er bent, dat jij er bent, dat jij er bent.
Slottekst (door Dorien)
    Pinksteren is een feest
    dat vaak voor het mooie weer wordt gevierd.

    Hemelvaartdag gaat er aan vooraf,
    weer zo'n mooie dag midden in de week.

    De vrijdag wordt dan ook maar vrij genomen
    voor een lekker lang weekend.

    Maar Pinksteren is het feest
    dat God Zijn levensadem geeft aan de wereld.

    Pinksteren is ook het feest
    van de verbroedering tussen de volken.

    Met Pinksteren wordt in ons een lichtje
    ontstoken dat de heilige Geest ons heeft ingegeven.

    Met Pinksteren vertellen we elkaar dan
    de waarheid die wij het hele jaar zoeken.
    Pinksteren is het begin
    van het vertellen van de boodschap over heel de wereld
    door allen die het Vuur hebben gevoeld
    en het door willen geven aan anderen.

Zegen

Slotlied: Vrede
    Witte wolken, water en lucht,
    een lachend kind in vogelvlucht.
    Huis in de zon, groen in de wei,
    vogelenzang en dat is voor mij.

    Refrein:
      Vrede, vrede, vrede
      voor mij en iedereen,
      vrede, vrede, open je ogen,
      vrede om ons heen. (2x)

    Een stille wenk, een lief gebaar,
    woorden van troost voor hem en voor haar.
    Een kleine dienst, dat maakt je blij,
    een goed gesprek en dat is voor mij. Refrein

    Een fijne kerk, een stralend licht,
    een goed gebed, een blij gezicht.
    Het samenzijn, niet ik maar wij,
    dat is voor U en dat is voor mij. Refrein