Kerstviering - Gezinsviering 2002

thema: Geen plaats in de herberg

Vooraf: Drumshowband St. Theobaldusgilde

Openingszang: STILLE NACHT Stille nacht, heilige nacht,
licht dat daagt, warm en zacht,
mensen, zoekend naar God op de aard,
zijn geheim in hun harten bewaard,
heden zien zij zijn licht. (2x)

Stille nacht, heilige nacht,
dag van heil, lang verwacht
God verschijnt in een klein mensenkind,
alle leven is Hij welgezind,
Jezus, kind van de hoop. (2x)

Stille nacht, heilige nacht,
hemels licht, zaal'ge pracht,
grote blijheid vervult nu ons hart
en vertedert alwie is verhard,
dank aan God, onze Heer. (2x)
Verwelkoming en inleiding

Aansteken van de kaarsen We steken nu de eerste kaars aan en denken aan de aarde, de zon en de maan, in het begin voor ons door God gemaakt, want waar de zon de aarde raakt, gaan planten en bomen groeien, gaan struiken en bloemen bloeien.

De tweede kaars wordt aangestoken, een nieuwe tijd is aangebroken, we denken aan het water dat leven geeft, water dat ongekende krachten heeft, dat vruchtbaarheid schenkt aan de aarde en daarom van onschatbare waarde.

De derde kaars gaat nu branden, God geeft ons het leven in handen. We denken aan de lucht en de wind, aan de Geest die ons allen samenbindt. Zonder lucht kan geen leven bestaan zonder wind zou alles stil blijven staan.

Nu steken we ook de vierde kaars aan. Maria en Jozef zijn al naar Betlehem gegaan. We denken hierbij aan het vuur, aan licht en warmte in een koude natuur, aan Jezus die ons de liefde bracht, aan een nieuwe wereld in zijn kracht.
Cantiloôn: Wij vieren samen kerstfeest Refr. Wij vieren samen kerstfeest
met lampjes in de boom.
Wij vieren samen kerstfeest
met z'n allen heel gewoon (2x)

Wij vieren samen kerstfeest,
kaarsjes branden overal.
Wij vieren samen kerstfeest
kijk eens naar de mooie stal.

Kom, zing mee in onze kring, kom in onze rij.
Jezus is geboren en daarom zijn we blij.

Kaarsjes branden overal, vrede allemaal.
Elk jaar is Kerstmis weer feest voor allemaal.
Kerstverhaal Herbergier: Hallo, beste mensen. Ik zal eerst even zeggen wie ik ben. Anders denken jullie nog: wat moet die vent hier. Ik ben Noach, niet die van de ark, dat is al eeuwen geleden. Ik ben Noach van Betlehem en ik ben eigenaar van de herberg Devers. Het is maar een eenvoudige herberg hoor. Daar aan de overkant heb je nog een herberg: De Heeren van Betlehem, maar die is alleen voor deftige lui.
In mijn herberg komen de gewone reizigers. Maar het is een hele slappe tijd op het ogenblik. Omdat ze hier telkens aan het vechten slaan met de bezetters, komen er praktisch geen toeristen meer. Het is gewoon armoei troef.
(trompetgeschal)
Heraut: Burgers, boeren en buitenlui, ik breng u een belangrijke boodschap, luister allemaal nauwgezet. Het heeft zijne hoogverheven majesteit keizer Augustus, heerser over heel het Romeinse rijk behaagt om een volkstelling uit te roepen in heel zijn rijk. Alle burgers moeten zich gaan melden in de plaats waar hun familie vandaan komt. Zegt het voort, zegt het voort.
(trompetgeschal)
Herbergier: Een volkstelling, wat een flauwe kul. Het gaat ze alleen maar om de belastingcenten. Maar wacht eens even. Zei hij niet dat iedereen zich moet melden in de plaats waar zijn familie vandaan komt. Dat betekent dat er gasten komen, dat betekent business.
Wisten jullie dat koning David hier uit Betlehem kwam. Dus heel zijn familie moet hier naartoe komen. Dat zal een hele drukte geven. De profeten hebben gezegd dat uit die familie ook de messias komt. Maar die zal zich voorlopig wel niet laten zien. Dat is een mooie droom, maar ik betwijfel of die ooit uit zal komen.
Kom, Noach, je moet aan het werk. Er moet nog een hoop gebeuren voordat de gasten komen.
Cantiloôn: Als de klokken in de nacht Als de klokken in de nacht luiden,
met bronzen stemmen diep en zwaar,
gaan de kaarsjes branden in alle landen,
hun licht brengt ons tot elkaar.

Als de klokken in de nacht luiden,
zie 'k in het flauwe schemerlicht
een tevreden kindergezicht
dat zich dankbaar tot het kerstkind richt.

Herbergier: Beste mensen, het gaat goed. De herberg zit nog wel niet vol, maar het is lang geleden dat ik zoveel gasten binnen heb gehad. Ik ben al heel tevreden. Het is misschien maar goed ook dat het niet vol is, want tot mijn schrik ontdekte ik dat de motten aan mijn dekens hadden gezeten. Hier, kijk maar, hele gaten. Die kan ik met goed fatsoen niet meer aan de gasten geven. Dat is pech hebben.
Jozef: Mijnheer, mijn vrouw en ik hebben een lange reis achter de rug. Hebt U voor ons nog een plekje in uw herberg. Een klein kamertje is al goed genoeg. Wel graag eentje wat achteraf, want mijn vrouw kan elk moment haar kindje krijgen.
Herbergier: Sorry, mensen, ik zit helemaal vol. Er kan geen mot meer bij, zo vol is het binnen. Je moet maar ergens anders onderdak zoeken. Het spijt me wel, mevrouwtje, maar hier gaat het echt niet.
Maria: Ach, mijnheer, ik ben zo moe en we zoeken al een hele tijd een plek om te rusten. Weet u misschien toch een geschikte plek voor ons?
Herbergier: Laat me eens denken. Je kunt het beste hier naar rechts gaan en dan weer naar links en dan loop je de weg helemaal af en dan kom je vanzelf bij een stal. Het is wel niet veel bijzonders maar je hebt in elk geval een dak boven je hoofd.
Jozef: Dank u wel, mijnheer, dank u wel. Kom, Maria, dan gaan we nog een stukje verder.
Herbergier: Hé, wacht eens even. Hier heb ik nog een deken, die mogen jullie wel hebben, want het kan vannacht flink koud worden in die stal.
Maria: Dank u wel, mijnheer. God zal het u lonen.
Herbergier: God zal het u lonen. Dan zal mijn beloning wel niet groot worden; een deken met gaten door de motten. Ik zit wel niet vol, maar die twee armoelijders wil ik toch niet binnen hebben. Geen cent om te verteren, dat zie je zo. Wel zielig voor die vrouw, die op het laatst loopt. Maar ik ben toch geen sinterklaas of kerstman. Zaken zijn zaken.
Zang (Cantiloôn): Er is een kindeke geboren op d'aard, (2x)
't Kwam op de aarde voor ons allemaal. (2x)

't Kwam op de aarde en 't had er geen huis; (2x)
't kwam op de aarde en 't droeg al zijn kruis. (2x)

Er is een kindeke geboren in 't strooi, (2x)
't lag in een kribbe, gedekt met wat hooi. (2x)

't Kwam op de aarde voor ons allegaar (2x)
en 't wenst ons allen een zalig nieuw jaar. (2x)

(trompetgeschal)
Heraut: Grote en kleine mensen, schrik niet. Ik verkondig jullie een blijde boodschap, bestemd voor alle mensen ter wereld. Heden is in Betlehem een kind geboren, een bijzonder kind. Hij komt van God, hij is de beloofde Messias, de Redder, de Bevrijder, de Koning van de vrede. En dit is het teken waaraan je hem herkennen kunt: je zult een pasgeboren kind vinden, gewikkeld in doeken en liggend in een kribbe. Zegt het voort, zegt het voort.
(trompetgeschal)
Herbergier: O hemeltje, wat heb ik toch gedaan! Dit moet het kind zijn van die twee die ik naar de stal gestuurd heb. O, wat een blunder. Wat ongelooflijk stom. Maar ik kon het toch ook niet zien dat het zulke belangrijke mensen waren. Ze zagen er echt heel armoedig uit. Wat nu gedaan?
Ik ga ze terughalen, ze krijgen de beste kamer in de herberg. Dit moet ik goed maken. Ik ga er meteen naartoe. Ik schaam me de ogen uit de kop. Zit ik nog net te dromen over de messias, en als die komt geef ik niet thuis.
O, wat een schatje. Lieve mensen, ik heb een verschrikkelijke vergissing begaan. Kom vlug mee naar de herberg, daar is het lekker warm. Dit koude hok is geen plek voor een pasgeboren kindje. Kom maar mee. Ik zal zorgen dat jullie niets tekort komen.
Pastoor, sta eens op, je moet je plek afstaan aan het kindje Jezus en zijn moeder en vader. Die krijgen de beste plek in mijn herberg.
Samenzang: NU ZIJT WELLEKOME
Herbergier: Hé, David, Jonathan en Jozua, wat komen jullie hier doen? Ik heb nu voorname gasten in mijn herberg en ik laat niemand meer binnen. Het moet heel stil zijn, want het kindje moet kunnen slapen.
David: Noach, er is iets bijzonders gebeurd. We waren de schapen aan het hoeden in het veld, toen opeens alles licht werd en een engel verscheen. Die vertelde ons dat een kind van God geboren was in een stal in Betlehem.
Jonathan: We zijn er meteen naartoe gegaan maar de stal was leeg. Maar Joram vertelde dat hij jou daar gezien had met een man en een vrouw en daarom zijn we hier naartoe gekomen.
Herbergier: Nou, komen jullie dan maar binnen. Maar wel eerst je voeten vegen en zachtjes doen, want het kindje slaapt.
(trompetgeschal)
Heraut: Beste mensen, ik verkondig jullie een belangrijke boodschap. God verschijnt niet in het grote maar in het kleine, niet in het machtige maar in het zwakke, niet in de rijken maar in de armen. Als je God in deze wereld weet te vinden, dan vind je vrede en liefde. Zie je God over het hoofd, dan blijft je leven leeg en hol. Zegt het voort, zegt het voort.(trompetgeschal)
Overweging

Samenzang: DE HERDERTJES LAGEN BIJ NACHTE

Voorbede

Collecte en altaar klaarmaken: Drumshowband

Gebed over de gaven: Goede God, wij kunnen maar echt gelukkig zijn als er in ons leven plaats is voor de kleinen en de weerlozen. Haal ons uit de engte van onszelf en open ons hart voor wat er om ons heen gebeurt. Doe ons breken en delen, zoals Jezus ooit brood brak en wijn deelde. Dan zullen we tot meer in staat zijn dan we vermoeden. Amen. Tafelgebed: Pr. De Heer zij met U.
Al. En met uw geest.
Pr. Verheft uw hart.
Al. Wij zijn met ons hart bij de Heer.
Pr. Brengen wij dank aan de Heer onze God.
Al. Hij is onze dankbaarheid waardig.
Pr: Vader in de hemel, op deze kerstavond willen wij U danken voor Jezus, die ons uw weg naar levensgeluk wees. Wij vieren blij zijn geboorte in de stal van Bethlehem. Zo klein en hulpeloos en toch het begin van licht voor velen. Wij danken U voor dit wonder. En samen met alle mensen willen wij U eren en danken en we zeggen:

Al: Heilig, heilig, heilig de Heer, de God der hemelse machten. Hemel en aarde zijn vol van Uw glorie. Hosanna in den Hoge. Gezegend Hij die komt in de naam des Heren, Hosanna in den Hoge.

Pr: Dank, goede God, voor die ene mens, die voorop is gegaan, Jezus Christus onze Heer. Hij heeft ons geleerd dat het er niet op aankomt om de machtigste te zijn, maar om te dienen en te helpen. Zelf liet Hij zijn vrienden delen in het geluk van zijn eigen leven, toen Hij hen aan tafel bijeen riep op de avond voor zijn lijden.
Toen sprak Hij voor hen de zegebede uit, brak het brood en deelde het rond met de woorden: Neemt en eet hiervan, jullie allemaal, dit is mijn lichaam, mijn leven, voor jullie gegeven.
Daarna reikte Hij hun de beker over, sprak daar de zegen-bede over uit en zei: Neemt deze beker en drink hieruit, jullie allemaal, want dit is mijn bloed, mijn leven, vergoten voor jullie als teken van een nieuw en altijddurend verbond. Blijft dit doen om steeds aan Mij te denken.
Ook wij vieren hier dit mysterie van liefde en trouw, dat begon met Jezus' geboorte, dat voltooid werd met Zijn dood aan het kruis.

Al: Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker verkondigen wij de dood des Heren, totdat Hij komt.

Pr. Wij danken U, Heer, dat wij dit nu samen doen in deze kerstviering, want zo vertellen wij elkaar de blijde boodschap, dat Jezus leeft in ons, die hier bijeen zijn en dat wij allen willen werken aan de toekomst van Zijn Koninkrijk.

Al. Wij vragen U, Vader, laat deze maaltijd ons helpen om voor elkaar te zijn wat Jezus is geweest voor allen. Dan denken wij niet enkel aan onszelf of aan onze eigen toekomst. Laat ons in Jezus' naam zorgen, dat alle kinderen welkom zijn, overal ter wereld, dat zij een huis hebben en genoeg te eten. Dan zal er vrede en licht zijn op aarde en een goede toekomst voor iedereen; nu, vandaag en voortaan altijd. Amen

Pr: Laten we nu het gebed bidden, dat Jezus zelf ons gegeven heeft:

Al: Onze Vader . . . ..........

Pr. Verlos ons, Heer, van alle kwaad, van alle duisternis die over ons en alle anderen kan neerdalen. Geef vrede in onze dagen, vrede met U en vrede met elkaar, omwille van de geboorte van Jezus, Messias, uw Zoon.

Al. Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen

Vredewens
Cantiloôn: KOM ERBIJ Elk jaar komen wij weer bijeen,
arm of rijk, blank of bruin, niet alleen,
bij de stal heel gezellig tezamen,
maak 'n kring om 't kindje Jezus heen.

refrein: Kom erbij, kom erbij,
bij de stal, in 'n kring, kom erbij,
kom erbij, kom erbij, kom erbij,
bij 't kerstkind staan wij zij aan zij.

Stralende sterren geven 't licht,
'n boom met lampjes, 'n prachtig gezicht,
je voelt de warmte als je staat te kijken
naar de stal waar 't kindje Jezus ligt. Refrein

Vrede voor jou en vrede voor mij,
ja, we zingen en worden heel blij.
Kom laat iedereen 't nu maar horen:
fijne Kerstmis voor jou en voor mij. Refrein
Communie: Drumshowband

Cantiloôn: KOM ERBIJ (mel. Jingle Bells) Refrein: Kom erbij, doe maar mee,
kom in onze kring,
lampjes, kaarsen overal,
vier kerstfeest en zing.

De sneeuwpop in de tuin,
de lampjes in de boom,
kerst op aarde overal,
voor ieder niet gewoon,
vrede ook voor jou,
vrede ook voor mij,
vrolijk kerstfeest allemaal.
voor U, voor jou, voor mij, (hé of ja)

Gezellig bij elkaar,
we steken kaarsjes aan
' t licht brengt ons de warmte
je hoeft niet ver te gaan
vrede ook voor jou
vrede ook voor mij,
vrolijk kerstfeest allemaal,
voor U, voor jou, voor mij, (hé of ja)
Slotgedachte: voor iedereen die met de kerst alleen is
voor iedereen voor wie geen tafel is gedekt
voor iedereen die voor zich uit moet staren
voor iedereen die zich eenzaam voelt, net als de rest
voor iedereen die hunkert naar wat liefde
naar wat warmte in het nest

voor iedereen die eenzaam is in deze dagen
voor iedereen die thuis zit zo alleen
voor iedereen die zwerft door stille, kille straten
voor iedereen die tot het bot verkleumd is
voor iedereen met een hart van steen
die doelloos dwaalt door feestelijk verlichte straten

voor iedereen heeft hij een beetje liefde
voor iedereen toont hij een ruim begrip
voor iedereen zet hij een mooie boom op
voor iedereen heeft hij wat warmte en wat licht,
een maaltijd, bij de lichtjes in een boom

maar hij kan niets zonder onze hulp
alleen door onze ogen ziet hij mensen in de kou
alleen door onze oren hoort hij de roep om hulp
alleen door onze mond spreekt hij woorden van troost
alleen door ons hart kan hij liefde geven

alleen als hij opnieuw geboren wordt in ons
mogen wij samen zijn geboortefeest vieren
alleen als wij hem in ons laten voortleven
is hij niet voor niets geboren.
Afsluiting en zegen

Slotlied: EER ZIJ GOD IN ONZE DAGEN