Vierde zondag van de advent

De babyuitzet

Svetlana is niet zo heel jong meer en het is haar eerste kindje; daardoor weet zij ook niet precies wat ze allemaal nodig heeft. De meisjes vinden dit maar niks en willen nu toch echt weten wat er allemaal nodig is als je een kindje krijgt, wanneer ze Svetlana echt willen helpen zullen ze toch een oplossing voor dit probleem moeten vinden.
Fatima heeft een slim plan: "Ik ga een spreekbeurt houden over wat een moeder allemaal moet hebben als er een kindje komt," zegt ze. Hanneke en Monique kijken verbaasd op; dat zij daar niet aan gedacht hebben. "Dat kan jij toch gewoon aan jouw moeder vragen," zegt Hanneke, die al heel blij is dat dit probleem zo gemakkelijk opgelost kan worden. "Nee, dat gaat niet," antwoordt Fatima; "mijn moeder gaat dan van alles vragen en ze wil precies weten wanneer die spreekbeurt is en hoe het gegaan is en wat voor cijfer ik heb. Nee, dat is niks, want ik weet echt niet of ik die spreekbeurt wel ga houden."
Nu wordt dus nog moeilijker; hoe moeten ze nu te weten komen wat er allemaal nodig is? "Weet je wat," zegt Suzan, "we gaan naar een babywinkel; daar weten ze dat vast ook wel." Dat is een goed idee, want in Boxmeer is een grote babyzaak; daar verkopen ze van alles en daar zullen ze vast wel weten wat je allemaal moet hebben als er een baby komt.  
Op woensdagmiddag fietsen de meisjes naar Boxmeer; de jongens hebben echt geen tijd; die zijn onder leiding van Hans een wieg aan het timmeren; daar zijn ze al een week mee bezig en het kost veel moeite, want Hans is niet gauw tevreden. Deze keer moeten alle plankjes netjes geschuurd worden; er mag geen splintertje te voelen zijn. Dat kost veel tijd en de meisjes vinden d at zij dat best aan de jongens kunnen overlaten. Opgewekt fietsen ze naar Boxmeer. Bij de winkel zetten ze hun fietsen neer en stappen naar binnen. Het toch wel een beetje eng, maar Fatima weet precies wat ze wil: gewoon alles weten. Gelukkig is het niet druk in de winkel; er zijn helemaal geen klanten.
Er komt een mevrouw naar de meisjes toe en die vraagt wat ze zoeken. Fatima legt uit dat zij een spreekbeurt wil houden op school, die gaat over alles wat een moeder moet hebben als ze een kindje krijgt. Terwijl Fatima dat uitlegt, haalt Hanneke een schrift voor de dag. "Zo, heb jij zelfs een secretaresse meegebracht," lacht de mevrouw. "Nee hoor," antwoordt Fatima, "we doen die spreekbeurt samen: ik vertel en de anderen laten zien waar we het over hebben." "Je hebt dus ook spulletjes nodig om te laten zien," begrijpt de mevrouw, "dan heb ik wel wat voor je, kom maar mee naar achter." De mevrouw gaat de kinderen voor naar een magazijn; in een hoekje staat een heel grote doos. "Deze spullen zijn een beetje verouderd en die kunnen wij niet meer verkopen," legt de mevrouw uit, "daar mogen jullie wel wat van hebben om op school te gebruiken." De mevrouw legt uit waar alles voor nodig is.
Voor alle zekerheid plakt Monique een etiketje op de voorwerpen die ze niet kennen; zo gooien ze straks tenminste niets door elkaar. Hanneke schrijft alles op wat de mevrouw vertelt. "Is dit echt alles wat je nodig hebt als je een kindje krijgt?" vraagt Fatima als de mevrouw klaar is met vertellen. "Nee, je hebt ook nog wat spullen nodig, die je bij de drogist kan halen; die heb ik niet," antwoordt de mevrouw. "Dan moeten we ook even langs een drogist," zegt Monique. De meisjes bedanken de mevrouw hartelijk n beloven dat ze zullen komen vertellen hoe het op school ging. Ze laden alle spullen in de fietstassen, die ze bij zich hebben; nu moet wel een van de meisjes bij de fietsen blijven. Monique biedt aan om op de fietsen te passen; de anderen gaan naar de drogist. Ook bij de drogist lukt het om een aantal noodzakelijke spulletjes te bemachtigen.
Bepakt en beladen fietsen de meisjes naar huis. Ze brengen alles direct naar de hut, waar Svetlana heel grote ogen opzet als ze ziet wat de meisjes bij zich hebben. Alle spullen worden keurig opgeborgen in een oud kastje, dat de kinderen ook bij het grof-vuil gehaald hebben. Svetlana is druk aan het naaien, want Hanneke heeft thuis, op de zolder, een oude naaimachine gevonden, waaraan je nog met je hand moet draaien om hem te laten werken. Svetlana kan goed met dit ding overweg en heeft al een heel stel lakentjes en sloopjes genaaid. Het zijn wel vreemde babylakentjes, want de stof is echt overal "gevonden". De kinderen vinden veel; zo is er ook een leuke voorraad wol ontdekt, waarvan nu truitjes en sokjes gemaakt worden. Iedereen is verwoed in de weer met breipennen, want de tijd dringt en je kunt een baby toch geen kou laten lijden. Ook Bas en Boris zijn aan het breien; ze zeggen dat het sokjes worden, maar daaraan twijfelt zelfs Svetlana wel een beetje: het zijn zeer vreemde dingen die aan de breipennen hangen! Een probleem moet nog opgelost worden: een baby heeft meestal niet één luier nodig, maar moet een enorme hoeveelheid van die dingen hebben.
Fatima, die de volgende dag met oom Jan gaat wandelen, besluit dat hij wel te vertrouwen is. Bij oom Jan komen maar weinig mensen en een geheim is bij hem zéker veilig. Oom Jan luistert aandachtig naar het verhaal over Svetlana en Achim; het kost hem soms wel moeite om ernstig te blijven, want het is een schitterend verhaal, vindt hij. Dan legt Fatima uit, waar ze nu nog een oplossing voor moeten vinden: een grote voorraad luiers! Hoe kom je daaraan??? "Moeten dat beslist babyluiers zijn," vraagt oom Jan. "Nee," antwoordt Fatima, "dat denk ik niet, als ze de baby maar droog houden!" "Dan weet ik wel wat," zegt oom Jan, "ik heb nog een paar dozen met luiers staan; die gebruikte mijn vrouw, toen ze heel ziek was. Toen mijn vrouw gestorven is, zijn die luiers op de zolder gezet en daar staan ze nog." "Mogen wij die hebben," vraagt Fatima verheugd. "Ja hoor, kom ze maar halen," zegt oom Jan, "breng dan wel wat grote tassen mee; dan heeft niemand in de gaten wat jullie aan het verslepen zijn."
De volgende middag, na school, gaan alle kinderen mee naar oom Jan. Ze zijn een poosje zoet met alles naar beneden te brengen; daar wordt het spul in grote tassen gepakt. Bas en Boris zien er al snel oersmerig uit want de dozen zijn heel stoffig. Omdat de kinderen niet genoeg tassen bij zich hebben, doen ze de rest van de luiers maar in vuilniszakken; zo valt het ook niet op. Gelukkig is het al donker als ze naar de hut gaan. Daar worden ze enthousiast door Svetlana begroet; zij is reuze blij dat het ook gelukt is om luiers te pakken te krijgen.
Bas en Boris vinden dat ze vast nog aan meer luiers kunnen komen. "We gaan gewoon luiers verzamelen voor arme mensen; die hebben die dingen toch ook nodig," zegt Bas. "Dan liegen we helemaal niet, want Achim en Svetlana zijn arm," vindt Boris. "Dat is helemaal niet waar," zegt Svelana, "wij zijn niet arm, want we hebben nu alles wat we nodig hebben voor het kindje, want jullie hebben je echt een ongeluk gesjouwd. Bovendien hebben wij jullie als vrienden en als je vrienden hebt, ben je nooit arm." "Ja," vindt ook Achim, "ons kind is straks de rijkste baby van de hele wereld, want hij heeft heel veel ooms en tantes, die geweldig voor hem gezorgd hebben."