Tweeëndertigste zondag door het jaar

Op bezoek bij Hans

Bas en Boris hebben weer eens een wild plan: ze willen bij Hans op bezoek. Ze willen eigenlijk met de hele club eventjes naar Friesland gaan. Daar heeft iedereen wel oren naar, want iedereen mist Hans verschrikkelijk! De kinderen besluiten hun zakgeld op te sparen, totdat ze genoeg hebben voor een treinkaartje. Dit weekend is het zover. Iedereen heeft genoeg geld voor een weekendretourtje Friesland. Omdat hun ouders weten, dat als de hele club er samen op uitgaat, het wel goed gaat, mogen alle kinderen mee. Gewapend met een rugzak vol spullen vertrekt het stel in alle vroegte richting Vierlingbeek. Daar zullen ze op de trein gaan. Ze hopen maar dat er zo vroeg al een trein gaat. Helaas gaat de eerste trein op zaterdag om half acht en moeten ze bijna een uur op het station wachten. Wachten duurt altijd lang en....daar krijg je nu eenmaal honger van. Al voordat de trein komt, is bijna al het brood, dat ze bij zich hebben, op. Alleen Bas, Boris, Bert en Suzan hebben nog wat geld bij zich, maar dat is nooit genoeg om voor allemaal eten te kopen. "Weet je wat we doen," zegt Fatima, "we halen in Nijmegen een paar zakken popcorn, dat voedt wel niet heel best, maar dan hebben we wel iets te kauwen." Dat lijkt iedereen de beste oplossing. Als de trein komt, stappen ze vlug in en zijn binnen een half uurtje in Nijmegen. Gelukkig is daar op het station een kiosk open, waar popcorn verkocht wordt. Al het geld dat er is, wordt gebruikt om zes zakken popcorn te halen. Hiermee zullen ze het moeten redden totdat ze in Makkum zijn. Alleen.......hoe komen ze straks in Makkum??????? Het geld was eigenlijk bestemd om een paar strippenkaarten voor de bus te kopen; dat kan dus nu niet meer! "We hadden gewoon onze fietsen mee moeten nemen," zegt Bas, "dan hadden we naar Makkum kunnen fietsen." "Dat had toch niet gekund," zegt Monique, "dat is veel te ver!" "We gaan toch gewoon liften," zegt Hanneke. Iedereen kijkt heel verbaasd op; zo’n avontuurlijk voorstel, dat is eigenlijk niks voor Hanneke. "Er kan ons toch niets gebeuren, als wij met z’n elven bij elkaar blijven," zegt Hanneke. Dat is waar, met z’n allen voelt iedereen zich reuze sterk. Al popcorn etend komt het stel aan in Akkrum, maar dan zijn ook echt alle zes de zakken leeg; er zit geen kruimel meer in en de kinderen kunnen geen popcorn meer zien!!!!!!! "Laten we eerst maar naar de grote weg lopen," stelt Bert voor, "hier bij het station krijgen we vast geen lift." De kinderen kijken op de wegwijzers en besluiten dat ze eerst maar eens moeten zorgen, dat ze in Sneek komen. Dat is in ieder geval de goede kant uit. Gelukkig krijgen ze al gauw een lift van een vrachtwagenchauffeur, die naar Sneek moet. Ze mogen achterin de lege vrachtwagen zitten, die heel erg naar hooi ruikt en een beetje smerig is. Maar zo nauw moet je niet kijken als je lift; dan neem je vuile kleren maar op de koop toe. Vanaf Sneek, waar ze de chauffeur hartelijk bedanken, gaan ze nu richting Bolsward. Het duurt een tijdje, voordat ze meegenomen worden, maar dan zitten ze ook prinsheerlijk in een busje, dat toch die kant op moet. De chauffeur vindt het saai om alleen te rijden en is bereid de hele club in zijn busje te laden. Omdat het stel al eens bij de opa van Bas en Boris in een busje gezeten heeft, weten ze dat ze goed moeten "duiken" als er een politiewagen te zien is. Met een boel plezier arriveren ze in Bolsward, waar de chauffeur hen afzet bij de weg die naar Makkum gaat. Daar moeten ze voor de derde keer hun geluk proberen. Dit gaat maar moeilijk; alle auto’s, busjes en vrachtwagens rijden hen voorbij.
Ze hebben al bijna de moed opgegeven als er een tractor stopt met daarachter een grote kar. "Waar moeten jullie naar toe," vraagt de man die op de tractor zit. "Naar Makkum," zegt Bas, die als enige snapt wat de man vraagt, want dat Fries is maar een lastige taal. De andere kinderen begrijpen er echt niks van. "Ik ga naar Makkum," zegt de man, "als jullie willen, mogen jullie wel achter op de kar meerijden." Dat is een fijn aanbod, want dat gaat wel niet zo heel erg vlug, maar altijd nog vlugger dan lopen. Op de kar ligt gelukkig wat stro, zodat ze het zich gemakkelijk kunnen maken. "Jongens, ik heb honger," kondigt Bas aan. "Houdt je mond," zegt Hanneke, "dan vergeten wij misschien dat we ook wel een boterham lusten." Dat is echt teveel gezegd. De popcorn was dan wel veel, maar het was meer lucht dan echt eten. Iedereen rammelt! "Ik hoop, dat oma een heleboel boterhammen heeft," zegt Boris. "Hebben jullie oma nog gebeld om te zeggen dat wij komen," vraagt Monique? Op deze vraag krijgt Monique geen antwoord en Bas en Boris proberen snel over iets anders te praten, want....ze zijn vergeten om oma te bellen. Ze dachten dat het wel een leuke verrassing zou zijn, als ze ineens met de hele club op de stoep zouden staan. Als ze eindelijk in Makkum zijn, is alleen opa thuis; oma is boodschappen doen en Hans is een eindje fietsen. Opa is heel verrast als hij de kinderen ziet. De verrassing voor oma is nog groter, want wanneer zij thuis komt is haar man druk bezig met het smeren van een hele stapel boterhammen en hij heeft zowaar een grote pan chocolademelk gemaakt en dat, terwijl hij nooit iets doet in het huishouden; dat vindt hij nu eenmaal vrouwenwerk.
Opa kon echter niet meer tegen de hongerige snuitjes van de kinderen en het gerommel van hun magen was volgens hem tot aan de overkant van de Afsluitdijk te horen. Als Hans thuiskomt van zijn fietstocht is hij reuze blij dat al zijn vriendjes en vriendinnetjes er zijn. Hij heeft best last van heimwee en hij mist de middagen in de hut wel het meest. ’s Avonds wandelt de hele club lekker langs het strand van het IJsselmeer.
Ze mogen die nacht in de schuur op zolder slapen, daar ligt een heleboel hooi en dat ligt prima. Iedereen heeft een slaapzak bij zich; zó zal het best lukken. "We hadden toch wat meer geld moeten sparen," zegt Fatima, als ze allemaal lekker liggen, "dan was het veel gemakkelijker geweest om hier te komen." "Ja," vindt Eddy, "het was wel een beetje dom, om zonder geld op reis te gaan." "Ach," zegt Boris, "we zijn er toch en we hebben lekker gegeten. Morgen krijgen we van oma vast wel eten mee voor onderweg. Zo is er toch niks aan de hand." De reis terug verloopt inderdaad veel gemakkelijker, want opa en Hans brengen de kinderen naar Akkrum en in de trein hebben ze boterhammen genoeg bij zich.
Zonder honger komen ze aan in Vierlingbeek en fietsen zeer tevreden over hun uitstapje weer naar huis. Toch fijn dat er opa’s en oma’s bestaan, die begrijpen dat kinderen wel eens iets vergeten!