Eenentwintigste zondag door het jaar

"Naamsverandering!"

Eddy heeft een reusachtige mopperbui; niets deugt er! Zelfs zijn eigen naam maakt hem kwaad! "Eddy; wat is dat nu voor een snertnaam?," zegt hij als hij in de hut is. "Dat is toch een leuke naam," vindt Monique. "Nee hoor, " zegt Eddy," dat is een reuze kinderachtige naam; ik wil een andere naam die een beetje stoerder is! Ik ben toch al heel groot en grote jongen heten geen Eddy!" Met deze opmerking heeft Eddy wél iets aangericht; alle kinderen gaan nu namen verzinnen: Edje, Ed, Edy, Eduard. Eddo, Eduardo, Edward en.........Ettertje!
Eddy weet niet meer hoe hij het heeft. Hij staat bijna te stampvoeten van kwaadheid, want al deze namen, zijn nog erger als zijn eigen naam. Dan heeft Bas een nog beter idee: de oma van Hanneka zegt altijd "Vretje tegen Eddy, als hij weer eens vreselijk veel zit te eten. Dat vindt Bas toch wel een mooie naam. Eddy, is dat helemaal niet met hem eens. O o, Eddy heeft nu al spijt als haren op zijn hoofd dat hij gezegd heeft, dat hij een andere naam wil hebben. Boris doet er nog een schepje bovenop: " we zullen je Vreetje noemen; dat hoeft niemand zich af te vragen waarom je zo heet." "Ja," is Bas het er helemaal mee eens, "dat lijkt mij ook erg leuk, dan roepen wij zoiets als: Vreeeeeeeeetje, kom je speeeeeeelen." Eddy ontploft bijna! Dit wordt echt te gek.
Suzan weet iets beters: "Eddy is een afkorting van Edward; we kunnen hem natuurlijk ook Wardje noemen," zegt ze. "Dat is veel te ingewikkeld," vindt Bas," laten we er dan maar Watje van maken!" "Watje, ga je mee naar het Schaartven," zegt Boris, " dan gaan we lekker varen met de rubberboot." "Plof maar," zegt Eddy," ik heet geen Watje en als jullie mij zo noemen, zal ik jullie laten zien dat ik geen watje ben. Da, dan....dan...." Van kwaadheid begint Eddy te stotteren. "Wat dan," vraagt Bas? "Dan mep ik jullie alle twee een blauw oog," zegt Eddy. "Kom," zegt Hanneke, die het intussen welletjes vindt, "laten we maar gauw naar het water gaan, dan kan Eddy afkoelen." Dat vinden de anderen toch wel een goed idee; de rubberboot wordt opgezocht en ze lopen naar het Schaartven. Daar wordt de boot opgeblazen en al snel peddelen Bas en Boris op het water.
Als ze op een veilig afstand zijn roept Bas: "Watje, kom je ook in de boot?" Eddy kijkt heel boos en begint met steentje te gooien. De boot is al op een behoorlijke afstand, dus de steentje raken Bas en Boris echt niet. "Dat klinkt wel lekker, zo over het water," vindt Boris en hij begint ook te roepen :" Watje, pak me dan, als je kan!"
Hanneke en Monique vinden dat het nu mooi genoeg is geweest. "Wil je echt nog een andere naam hebben," vraagt Hanneke aan Eddy? "Nee," antwoordt hij," noem me maar weer gewoon Eddy, dat is toch wel het leukst." "Jongens," gilt Monique naar Bas en Boris, "hij heet gewoon Eddy, dus stop er mee en kom naar de kant, wij willen varen." Bas en Boris besluiten maar op te houden met plagen en peddelen naar de kant. Ze vinden varen in de boot trouwens erg saai, dat gaat veel te goed en veel te netjes. "Gaan jullie maar in de boot," zegt Bas, "wij gaan een vlot maken, dat is veel avontuurlijker." Ook Bert, Ron en Hans willen liever een vlot bouwen en dat proberen als in een nette rubber boot varen. Ook Hans en Eddy helpen mee met het vlot. De meisjes mogen de boot hebben en na een hals uurtje dobberen ook de jongens op het Schaartven op een heel fraai, krakkemikkig vlot. Ze peddelen met hun handen, want roeispanen hebben ze niet. "Dat gaat lekker, hè Watje," zegt Bas. Dat had hij niet moeten zeggen, want Eddy draait zich bliksemsnel om, geeft Bas een reuze zet en.........Bas valt van het vlot af in het water en gaat koppie onder. Proestend komt hij boven. "Dat is niet leuk, Watje," zegt Boris en hij let goed op wat Eddy doet. Helaas kijkt hij alleen naar de handen van Eddy, die met zijn voet Boris een reuze zet geeft, zodat ook Boris bij zijn broertje in het water beland. Nu ja, de tweeling is altijd heel eensgezind; de een droog en de ander nat; dat kan eigelijk niet. Bas en Boris gaan aan het vlot hangen en schudden eens flink. Daar kan het, niet al te sterke bouwsel, niet tegen en dan.....liggen alle jongens in het water.
De meisjes in de boot maken dat ze uit de buurt komen, want die grijpgrage handen van de jongens, zouden hen ook wel eens in het water kunnen gooien en daar hebben ze niet zo heel veel zin in. Jammer genoeg kunnen ze niet erg snel roeien en ....ze hebben niet in de gaten dat Bas en Boris onder water gedoken zijn en onder water naar de boot zwemmen. Monique schrikt zich een ongeluk als er ineens een druipnatte bos haren boven de rand van de boot uitsteekt. Bas en Boris hangen samen aan een kant van de boot en proberen er in te klimmen. Daar is de boot niet op berekend en.....hij loopt vol water. Boris heeft het ventiel los gemaakt, zodat alle lucht uit de boot loopt en dan liggen ook de meisjes in het water. Gelukkig kan iedereen goed zwemmen en.... als je eenmaal nat bent, dan maakt het niets meer uit. Het wordt dolle pret in het water en de kinderen van het 14 Oktoberplein kommen die middag druipend thuis. Het lijken wel een stelletje verdronken katjes! Dat Eddy een andere naam wilde hebben zijn ze intussen al weer lang vergeten!