Veertiende zondag door het jaar

Je moet maar op het idee komen!

Fatima kan deze middag niet mee naar de hut; ze moet op haar broertje en zusjes passen. Haar moeder moet met Elja en Noëlle naar de dokter. Wanneer Fatima dit aan de andere kinderen van het 14 Oktoberplein vertelt, reageren die heel nuchter. Ze vinden dat Fatima haar broertje en zusjes best mee naar de hut kan nemen: daar kunnen ze net zo goed spelen als thuis.
Opgelucht rent Fatima naar huis en zoekt, na het middageten een heleboel speelgoed bij elkaar, dat ze in haar rugzakje stopt. Zo hebben de kleintjes in ieder geval iets te doen.
's Middags, in de hut, hebben de kleintjes het veel te druk om te gaan spelen; ze vinden de hut reuze spannend. Vooral Suleiman is er helemaal wég van. Hij moet eerst alles grondig bekijken, voordat hij aan tafel wil komen zitten, waar hij een glaasje limonade krijgt. Deze limonade vindt hij nu niet bepaald erg lekker. Bas en Boris zijn weer eens vergeten om het water in de jerrycan te verversen en de limonade smaakt beslist een beetje muf. Suleiman denkt dat, dat erbij hoort en drinkt braaf zijn glas leeg. Intussen zitten de "groten" te praten, want ze hebben een reusachtig probleem. Morgen is Hans jarig en.....ze willen beslist een cadeautje voor hem kopen. Bas en Boris vinden dat ze Hans maar een boek moeten geven. "Dat is niks," zegt Monique, " Hans houdt niet van lezen." "O, jawel, hoor," zegt Bas, " hij is dol op stripboeken." "Ik geloof daar niks van," zegt Hanneke, " volgens mij zijn jullie dol op stripboeken en als wij Hans een stripboek geven, pikken jullie dat gelijk in." Aan de gezichten van Bas en Boris kan iedereen zien, dat Hanneke het bij het rechte eind heeft gehad.
Het gesprek wordt intussen heel erg moeilijk, want het toekomstig feestvarken is net de hut binnengeklauterd. Hans heeft meestal zijn eigen plannen; vandaag wil hij nog een tafel gaan maken, want de twee ronde tafels zijn wel lekker groot, maar voor twaalf kinderen is het nog steeds krap. Iedereen heeft ook zoveel plaats nodig. Daar gaat hij iets aan doen. Hij heeft een paar planken bij zich, die hij thuis al op maat gezaagd heeft. In de hut mag hij niet meer zagen, want dat stuift verschrikkelijk en als hij het toch doet, krijgt hij van Monique en Suzan steeds op zijn kop. Hans hoeft de planken alleen nog maar aan elkaar te timmeren en dat gaat hij nu eens eventjes doen.
Hij loopt naar de kast en zoekt............en...........zoekt. "Waar hebben jullie de hamer en de spijkers gelaten," vraagt Hans, want die heeft hij nu echt nodig. Zoals gewoonlijk zijn de hamer en de spijkers nergens te vinden. "Heb je al onder het touw gekeken," vraagt Eddy. Hans kijkt onder het touw; nee, daar liggen ze ook niet. Intussen is iedereen op zoek naar de hamer en de spijkers. Suleiman vindt ze; ze liggen in het kistje waar hij bovenop zit. Ze liggen achteraan en je ziet ze beslist direct.
"Waarom ruimen jullie de boel toch niet netjes op," vraagt Hans, "ik zoek me iedere keer een ongeluk als jullie het gereedschap gebruikt hebben. We moesten eigenlijk eens een vaste plaats voor onze spullen hebben." "Misschien kan jij daar nog een kast voor maken," stelt Monique voor. "Dat is niks," antwoordt Hans," jullie laten toch alles liggen waar je het gebruikt hebt."
Dat is natuurlijk helemaal waar, want Bas heeft een plankje in het kistje waar Suleiman opzit, vastgetimmerd; het zat helemaal los en ze bleven er iedere keer aan haken. Bas heeft de hamer en spijkers gewoon laten liggen, waar hij ze gebruikt heeft. "In een kast zoek je je ook gek," zegt Hans, " dan ligt toch alles bovenop elkaar, dat wordt niets."
Hans pakt de hamer en de spijkers en gaat in een hoekje aan de tafel werken; hij timmert zo hard, dat het voor iedereen heel duidelijk is, dat Hans er behoorlijk de smoor in heeft. Hans hoort nu ook niet meer wat er aan de tafel gezegd wordt en......dat komt goed uit. Suleiman is al een tijdje heel stil geweest. Hij heeft diep na zitten denken. Ineens klinkt zijn stemmetje :" waarom kopen jullie geen haken, waar je gereedschap op kunt hangen. Dat heeft onze papa ook in de schuur. Hij hoeft nooit ergens naar te zoeken. Dan hebben jullie toch gelijk een leuk cadeautje."
Verrast kijkt iedereen op; dat ze daar niet aan gedacht hebben. Dat is inderdaad een leuk cadeau voor Hans. Dan hoeft hij nooit meer te zoeken en.....een stelletje haken zijn beslist niet zo duur als een boek.
"Hans, we moeten even weg," zegt Suzan. "Jullie doen maar," bromt Hans, die nog steeds geen beste bui heeft.
Met z'n allen lopen de kinderen naar een Doe-het-Zelf-winkel. Daar kopen ze een stelletje stevige haken en ook een paar heel grote spijkers, want de hamer kan mooi tussen twee grote spijkers opgehangen worden. "Nu moeten we Hans eigenlijk een poosje kwijt," zegt Bas. "Dat is niet zo moeilijk," vindt Fatima, "we vragen Hans of hij met Suleiman, Aziza en Soemita wil gaan wandelen. Dan kan hij gelijk Jantje halen en met die hond een lekkere wandeling maken." "Dat zal ik wel vragen," biedt Aziza aan.
In de hut is Hans net klaar met het tafeltje. Aziza vraagt: "Hans, wil jij met ons gaan wandelen, wij willen zo graag even met Jantje spelen." Hans moet er even over denken; dit vindt hij toch wel een leuk idee, even lekker met de hond door het bos; dat die kleintjes meegaan, is natuurlijk nog leuker. De kinderen zijn dol op Hans, want hij heeft een heleboel geduld met hen. "Kom," zegt Hans, " dan gaan we nu gelijk."
Als Hans vertrokken is, gaan de anderen direct aan het werk. Naast de kast timmeren ze de haken in de wand en hangen er al het gereedschap op. De hamer hangt nu keurig tussen twee grote spijkers. Er wordt ook een oud mandje aan de muur getimmerd, daar kunnen de spijkers in. Nu hoeft niemand meer te zoeken. "Eigenlijk moeten we dit cadeau wel inpakken," vindt Ron, " anders ziet Hans het gelijk." "Ik weet wat," zegt Hanneke en ze rent weg. Tien minuten later komt ze terug met een paar grote vellen cadeaupapier en een stuk rood lint.
Met spijkers wordt het papier over het gereedschap vastgemaakt; ze maken er met het lint een mooie strik op. Het ziet er heel feestelijk uit.
"Dat mag Hans pas morgen open maken," vindt Bas. "Ja," vult Boris aan," nu kan hij zich fijn verheugen op zijn cadeautje."
De volgende dag is Hans inderdaad reuze blij met dit cadeau. Hij zegt :" dat is fijn, nu hoef ik nooit meer te zoeken, als jullie tenminste alles weer netjes terughangen". Dat belooft iedereen en eigenlijk is dat het fijnste cadeau voor Hans.