Vierde zondag door het jaar

De rijkste vader!

De kinderen van het 14 Oktoberplein zijn, na school, nog even naar hun hut gegaan. Ze willen het spelletje "Monopolie", waar ze de vorige dag mee begonnen zijn, uitspelen. Monopolie duurt soms heel erg lang, vooral als je dat met Bas en Boris speelt. Die houden er hun hoofd niet bij en ze verzinnen steeds andere spelregels. Hanneke heeft er haar handen vol aan, om ervoor te zorgen dat het spel gespeeld wordt, zoals dat hoort.
Vandaag zit de tweeling over het geld te vervelen. Ze vinden dat ze veel te weinig geld krijgen. "Ik kan er niet eens een hele straat van kopen," zegt Bas. "En ik wil nu net de Kalverstraat hebben," beweert Boris, "maar daarvoor heb ik ook al niet genoeg". "Toe geef ons eens wat meer, dat speelt veel leuker," vindt Bas. "Ik wilde dat ik miljonair was, dan kon ik echt de Kalverstraat kopen, dat lijkt me heel erg leuk," zegt Boris. "Wat zou je daar dan mee gaan doen," vraag Suzan. "Daar gaan wonen natuurlijk," zegt Boris, " want in Amsterdam is van alles te beleven.
"Als wij de Kalverstraat gekocht zouden hebben," zegt Bas, die er maar vanuit gaat, dat als Boris miljonair is, hij het ook is, "dan kunnen we iedere dag in de rondvaartboten door de grachten varen". "Maar," antwoordt Hanneke, " dan kun je toch veel beter een rondvaartboot kopen, dan heb je niks aan de Kalverstraat". Boris denkt eens even na en zegt : "dat is waar; dat ik daar niet aan gedacht heb. Ik koop een rondvaartboot en ga daarin gelijk maar wonen.". "Ja," valt Bas bij, " dat is echt geweldig, dan hebben we een dak van glas en dan kunnen we de hele dag naar buiten kijken, zonder dat we nat worden." "Jammer dat wij geen rijke vader hebben, want dan zouden we misschien wel gewoon een rondvaartboot krijgen," peinst Bas. "Misschien wel voor onze verjaardag," denkt Boris mee, " dan is hij nog goedkoop uit, want dan hoeft hij ons maar één kadootje te geven".
"Vraag het eens aan Sinterklaas," stelt Hanneke voor. Bas en Boris lachen haar vierkant uit. "Dat is helemaal een dom idee. Als hun vader het niet kan betalen, kan Sinterklaas dat ook niet.
"Ik dacht dat jullie vader heel rijk was," zegt Fatima, " hij heeft toch een heel groot loonbedrijf, dan moet hij toch heel veel geld hebben". "Welnee," zegt Bas, " papa is helemaal niet rijk, hij moet heel erg hard werken en wij krijgen echt niet alles wat wij willen." "Bovendien moet mama ook nog werken," doet Boris er nog een schepje bovenop, " anders hadden we niet eens genoeg geld om eten te kopen".
Daar schrikken de kinderen toch wel van, ze hebben altijd gedacht dat de ouders van Bas en Boris best rijk waren. Ze begrijpen het niet helemaal. "Jullie vader verdient alleen dus niet genoeg," vraagt Hanneke. "Nee, natuurlijk niet, anders zou mama toch fijn thuisblijven; dan was het echt niet nodig dat zij werkte," zegt Boris.
"Dat betekent dus," zegt Bert, " dat als onze moeders werken, onze vader niet genoeg kan verdienen........ dan zijn wij eigenlijk allemaal arm!"
"Dat betekent dan, dat onze vader het rijkst is," zegt Fatima, "want bij ons werkt mama niet!" Ze kijkt haar broertje Eddy eens stralend aan; die knikt haar vrolijk toe. "Goh, Fatima, wij zijn kinderen van rijke ouders!!!!"
"Dat is toch ook zo," vindt Hanneke, " bij jullie is altijd iemand thuis en jullie moeder heeft altijd tijd voor jullie; dat kan toch alleen maar als je rijk bent". "Als wij bij jullie thuis komen," zegt Ron, " krijgen we altijd van die lekkere limonade, die je niet in de winkel kunt kopen". "O, maar dat is helemaal geen dure limonade," antwoordt Fatima," die maakt mama zelf, van al het fruit dat in de tuin groeit. Daar maakt ze sap van en dat is de limonade." "Dat is toch wel veel lekkerder dan dat spul dat wij hier hebben," zegt Suzan die naar haar bekertje kijkt, waarin iets groenigs zit, " ik vind die limonade van jouw moeder, Fatima, echt zalig!!!!"
"Iets wat zalig is hoeft helemaal niet duur te zijn," zegt Fatima een beetje eigenwijs. "Dat zegt oma ook altijd," vindt Hanneke.
"Maar met lekkere limonade kun je nog geen rondvaartboot kopen," vindt Bas. "Misschien wel, als je eerst die limonade verkoopt en daar veel geld voor krijgt; dan lukt dat wel," denkt Boris.
"Jullie met je rondvaartboot," komt Bert ertussen, " aan een rondvaartboot heb je niks. We kunnen nu toch ook gaan varen; bij ons thuis hebben ze een grote rubberen boot; daar passen wij vast met z’n allen wel in." "Ja, leuk, dan gaan we varen op de Maas en dan kunnen we gelijk gaan vissen," juicht Bas.
"Nee," zegt Monique, "dan gaan we varen op het Schaartven, dat is lang niet zo gevaarlijk en we hoeven dan niet eerst zo’n eind te fietsen." "Dat lijkt me zalig," zegt Willeke. "Dan mag Bas ons een rondvaart op het Schaartven geven," vindt Hans, die het allemaal aangehoord heeft.
"Nu wil ik eerst die Kalverstraat kopen," zegt Bas, " en dan maken we gauw dit spelletje af, want ik wil naar het Schaartven".
De kinderen spelen nog een poosje door; het lukt nog steeds niet om Bas en Boris helemaal bij het spel te houden, want die dromen over de rondvaart op het Schaartven.
"Daar zouden we misschien ook wel geld mee kunnen verdienen," zegt Boris, "dan kunnen wij vader helpen, als hij zo arm is". "Weet je wat we doen," zegt Boris, " we maken allemaal briefjes en daar zetten we op, dat mensen een rondvaart op het Schaartven kunnen maken". "Dan moeten we er wel bijzetten, dat wij daarmee onze ouders, die zo vreselijk arm zijn, willen helpen," vindt Bas. "Kom, die briefjes kunnen we nu wel even maken; dan delen we ze morgen op school uit," zegt Bas.
Als het spelletje uit is, helpt iedereen mee om briefjes te schrijven. Al gauw hebben ze een hele stapel.
De volgende dag worden de briefjes op school uitgedeeld. De laatsten die van het nobele plan horen, zijn de ouders van Bas en Boris. Of die vader het nu zo leuk, vindt dat hij door zijn zoontjes benoemd is tot armste man van het dorp, is natuurlijk een vraag.
De vader en moeder van Fatima en Eddy vinden het in ieder geval wel leuk, dat de kinderen hen de rijkste mensen vinden.