Derde zondag van de advent.

Vader komt op bezoek!

Elly heeft het heel druk: ze moet een belangrijk examen doen, dus moet ze heel hard studeren. Ze heeft geen tijd om met de kinderen naar de hut te gaan. Elly wordt wel goed op de hoogte gehouden, want Hanneke vertelt haar alle verhalen. Hanneke is er maar wat trots op, want de hut begint er mooi uit te zien en is lang zo griezelig niet meer als eerst. Het plafond houdt al het zand tegen en ze hoeven niet meer gelijk hun haren te wassen als ze thuiskomen. Langs de wanden zitten nu allemaal planken en die zitten stevig tegen het plafond vast. Er kan nu echt niets meer gebeuren. Elly zou graag even komen kijken, maar ze is bang dat ze dan niet klaarkomt; ze moet ook poetsen bij Hanneke thuis om geld te verdienen voor haar studie en zo blijft er niet veel tijd over. Maar als ze het examen achter de rug heeft zal ze gauw weer eens komen kijken.
De kinderen zitten nu wel met een probleem, want de tafels moeten gemaakt worden. Hans wil die heel stevig maken, maar hoe dat precies moet, weet hij niet. Het liefst zou hij het aan zijn vader vragen. Die weet altijd overal een oplossing voor. Hans praat er eerst maar eens over met Bas en Boris, die zijn broertjes zijn. Eigenlijk zijn ze geen echte broertjes, want Hans is later in het gezin bij Bas en Boris gekomen. Zijn eigen ouders konden niet voor hem zorgen. Nu heeft Hans tenminste een fijne vader, waar hij alles aan vragen kan.
Bas en Boris vinden dat ze het eerst met de andere kinderen moeten bespreken. Dat doen ze die middag na school. Omdat die ook geen van allen weten hoe je aan de dikke palen tafels moet maken, zonder dat er overal poten onder zitten, die reuze lastig zijn als je je benen kwijt wilt, besluiten ze om de vader van Hans om raad te vragen.
’s Avonds valt Hans met de deur in huis als ze aan tafel zitten. Dat de kinderen ergens heel druk mee bezig waren, hadden vader en moeder al lang gemerkt. ’s Avonds waren ze de laatste tijd zo moe, dat ze niet eens mopperden als het tijd was om naar bed te gaan. Bas en Boris vertellen over de hut en Hans legt uit wat ze willen, maar dat ze niet weten hoe dat nu precies moet. Vader belooft de volgende dag even te komen kijken, misschien heeft hij wel een ideetje.
De volgende dag, na school, gaat vader mee naar de hut. Hij is heel verbaasd als hij ziet hoe mooi die al geworden is. Hij vindt het er wel koud. "Hoe houden jullie dit uit," vraagt hij. "Gewoon heel hard werken, dan word je vanzelf warm," antwoordt Bert, "en het is hier niet zo koud als buiten". Dat is waar, want de wind kan echt niet in de hut. Fris is het wel en vochtig ook. "Jullie moeten er een vloer in leggen," zegt vader, " met ruimte er onder, zodat de vloer nooit nat kan worden". "Hoe moet dat," vraagt Ron, die een hekel aan koude voeten heeft. "Dat is heel gemakkelijk," antwoordt vader, "je neemt stenen en daarvan leg je rijtjes. Daarop leg je met planken een vloer". "Dat wordt dus weer hout halen," zegt Fatima. "Dat is misschien niet nodig," antwoordt vader, "ik heb nog een partij planken liggen; die is ooit voor een stal gebruikt, maar die stal is heel snel weer afgebroken. Die mogen jullie wel hebben. En.....misschien heb ik ook nog een partijtje stenen voor jullie".
De kinderen zijn hier reuze blij mee, vooral als vader belooft om al de spullen met een aanhanger naar de hut te zullen brengen.
Over de tafel zal vader eens nadenken; misschien weet hij daar ook wel een oplossing voor. "Waarop willen jullie trouwens gaan zitten," vraagt hij. "Misschien op kistjes," zegt Ron, "dat zit best goed, en je kunt daarmee op verschillende hoogten zitten. Dat lijkt mij veel handiger dan stoelen." Vader denkt eens na en zegt: "ik heb bij mij in de schuur nog een stel veilingkistjes staan; die mogen jullie wel hebben."
Als de vader van Bas en Boris vertrokken is, zegt Suzan: "het is misschien toch handig om aan al onze ouders te vertellen wat we aan het doen zijn." "Welnee," zegt Bas, "dan weet zo het hele dorp het." "Dat denk ik niet," antwoordt Suzan, "want Elly heeft ook haar mond gehouden. Ik denk dat we onze ouders best kunnen vertrouwen en....dan kunnen we tenminste hulp vragen hebben als we dat nodig hebben."
De anderen moeten hier even over denken en zijn het toch wel met Suzan eens. Dat het zonder een beetje hulp van volwassenen niet helemaal lukt, dat hebben ze al ontdekt. Ze hoeven alleen maar te vertellen dat de hut er is, want zo gemakkelijk is die niet te vinden; dus als ze niet willen dat anderen er komen, moeten ze hun vaders en moeders gewoon niet meenemen. Het is wel fijn om gewoon te kunnen praten over alles wat ze beleven; dan wordt het nog veel leuker.
Die avond is onder het eten de hut het onderwerp van gesprek. De vaders en moeders zijn blij dat ze nu weten wat de kinderen aan het uithalen zijn en beloven hun mond te houden, tenminste, als ze ooit eens een keertje op bezoek mogen komen. Dat wordt beloofd, maar eerst moet de hut verder klaar zijn.