Ibrahim: zo noemen de Moslims Abraham. Ook voor hen is hij een hele belangrijke man. Niet omdat hij de vader van Isaak was, maarwel dievan Ismaël. Dit was het kind van een slavin en Abraham heeft haar de woestijn in gestuurd. Ismaël is de stamvader van de Arabieren.

Ideaal: een heel belangrijk doel,iets datje wilt bereiken omdat het goed is. Het kan zijn dat mensen ook samen dat doel na willen streven, zo zijn soms de verschillende kloosterordes ontstaan.

Idool: dit betekent eigenlijk "afgod".

Ignatius: de stichter van de orde van de Jezuïeten. Ignatius van Loyola werd in 1491 geboren in Baskenland. Hij ging bij het leger maar toen hij gewond geraakt was, las hij veel over Jezus . Hij ging studeren en werd een van de grootste geleerden van zijn tijd. Hij en zijn vogelingen hebben een grote invloed gehad op de ontwikkelingen in de kerk.

Ikoon: schildering, meestal op hout, die een heilige, Maria of God voorstelt. Het schilderen van een ikoon doe je niet zomaar, hierbij zijn een heleboel regels en voorschriften, als je je daar niet aanhoudt, is het geen echte ikoon die je gemaakt hebt. Een ikoon beeldt iemand niet natuurlijk af, maar symbolisch, het is een teken van iets. (Net als de ikoontjes van een computer!).

Ikonostase: een scheidingswand in een kerk, waar men volgens een oosterse ritus viert. Deze wand scheidt het priesterkoor van het gedeelte waar de gelovigen zitten ( meestal staan!!!). Achter de wand wordt de eucharistie gevierd. De wand wordt gevormd door een heleboel ikonen, je hebt dus wel iets te bekijken, af en toe komt een priester voor de ikonostase en zwaait met een wierookvat. Ook de communie wordt voor de wand uitgereikt, ze hebben dan gewoon brood, dat in heel kleine stukjes verdeeld is, dit wordt in de wijn gedoopt met een lepeltje . Zo krijgt iedereen zo de communie.

Immaculata: latijns woord dat "onbevlekte"betekent; het is een troetelnaam van Maria. Officiëel heet zo’n troetelnaam een titel!!!!!

Immanuël: een van de namen van Jezus en betekent:" God met ons."

Installatie: wanneer er in een parochie een nieuwe pastoor komt, wordt deze geïnstalleerd. Dit houdt in dat de parochie officieel aan zijn zorgen wordt toevertrouwd.

Intredegebed: het gebed waarmee de eucharistieviering begint, tegenwoordig noemen we dat meestal het openingsgebed. Het woord "intrede" slaat op het binnenkomen van de priester.

Intreden: dit doet iemand die naar het klooster gaat om deel uit te maken van een orde of congregatie.

Intredezang: wordt meestal openingszang genoemd, maar als dit lied gezongen wordt terwijl de priester binnenkomt, is intredezang een beter woord.

Intronisatie: de beste bescherming van jouw huis, maar ook van jouw geluk, was vroeger een Heilig Hartbeeld. Het was een beeld van Jezus met op zijn borst een groot hart, met een stralenkrans er omheen. Door zo’n beeld in jouw huis te zetten vroeg je aan Jezus om jou ook een plaatsje in Zijn Hart te geven. Soms kwam daarvoor een pastoor, die dan na een gebed, het beeld op zijn plaats zette. Dit noemde men de intronisatie.

Inquisitie: een kerkelijke rechtbank die veel ellende veroorzaakt heeft. Priesters verbonden aan deze rechtbank joegen op ketters en Joden. Nogal wat van deze paters behoorden tot de dominicanenorde. Bij de verhoren werden de mensen vaak gemarteld en tenslotte ter dood gebracht, meestal werden ze verbrand. Door de Inquisitie zijn Joden uit Spanje verjaagd of ze zijn zogenaamd katholiek geworden en in feite ondergedoken. Ook vanuit Italië en Portugal zijn Joden in die tijd naar het noorden gevlucht en hebben zich in Amsterdam gevestigd. De Katharen ( hier komt het woord ketter vandaan) leefden vooral in Zuid Frankrijk in de uitlopers van de Pyreneeën. Zij geloofden niet in de eucharistie en hadden heel andere vormen van godsdienstigheid. Hierin werden zij niet vrijgelaten, maar hardhandig tot bekering gedwongen. De meeste Katharen weigerden dit en zijn op de brandstapel geeindigd. Hier komt de uitdrukking vandaan: " hij/zij rookt als een ketter!"

Inzegenen: dit hoorde bij de intronisatie, het hele huis werd dan gewijd met wijwater.

Isaak: de zoon van Abraham die, volgens het bijbelsverhaal, van God de opdracht kreegeen offer te brengen op de top van de berg Moria. Hier moest Abraham zijn eigen zoon als offer doden, maar op het laatste moment verhinderde een engel dat en kwam er ineens een schaap uit het struikgewas.

Iskariot: een plaats in Israël waarJudas vandaan kwam, de apostel die Jezus verraden heeft.

Islam: een van de grote wereldgodsdiensten. De Islam is gesticht door de profeet Mohammed. Het heilig boek van de Mohammedanen is de Koran. De Islam ken ook de boeken van het Oude Testament en.....ze erkennen Jezus, maar niet als Zoon van God, maar als een profeet. De heiligste plaats van de Islam is Mekka.

Israël: het Beloofde land voor de Joden. Toen ze na de tocht eraan kwamen heette het Kanaän.Wij noemen het vaak het Heilig land omdat Jezus hier geleefd heeft. Ook nu is het weer een Joodse staat.

Ivriet: de officiële taal van Israël. Het is in feite modern Hebreeuws.