Haan: dit dier kraaide drie keer, toen Petrus gezegd had dat hij Jezus niet kende. Daarom wordt Petrus soms ook wel eens afgebeeld met een haan bij zich. Zelfs als je drie keer zegt dat je Jezus niet kent, kun je nog de eerste Paus en....een grote heilige worden. Dat vertelt ons, hoe God ons kan vergeven, je krijgt steeds een nieuwe kans en.....je moet het wel heel erg bont maken, wil Hij niets meer van jou weten.

Habijt: het , meestal, lange gewaad, dat iemand die in het klooster is, draagt. Een habijt is voor een hele orde van de zelfde kleur; franciscanen dragen een bruin habijt, dominicanen een wit en zo zijn er nog een heleboel variaties mogelijk.

Handel: een bedevaartplaatsje van Maria, waar een wonderbaarlijk beeldje vereerd wordt. In de kerk van Handel is nog iets bijzonders te zien: daar hangen schilderijen waarop de wonderen, die er gebeurd zijn, afgebeeld staan. Mensen die dat wonder meegemaakt hebben en daar reuze dankbaar voor waren, hebben die schilderijen als dank aan Maria laten maken. Dit zijn dus ex-voto's.

Handelingen van de Apostelen: het boek waarin beschreven staat wat er na Pasen gebeurde en....hoe het verder ging met de apostelen. Dit boek hoort bij de boeken van het Nieuwe Testament.

Hanna: in de bijbelse verhalen zijn er twee bekende vrouwen die Hanna heten. De eerste was de vrouw van Elkana in de tijd van de profeet Eli. Na vurig bidden werd zij toch moeder van een zoon, Samuël geheten, die als religieus leider een belangrijke rol zou spelen in de geschiedenis van het joodse volk. De andere Hanna was een oude vrouw in de tijd van Jezus. Ze wasvaak in de tempel en daar ontmoette zij ook het kind Jezus bij zijn opdracht in de tempel. Zij heeft hem toen herkend als de Verlosser.

Hebreeërs: zo werden de joden in de tijd van Mozes genoemd. Later wordt de naam Israëlieten meer gebruikt.

Hebreeuws: de (oude) taal van Israël. Modern Hebreeuws heet Ivriet.

Heer: zo noemen wij God vaak uit eerbied. Heer betekent dan niet " mijnheer" maar " heerser = baas". In de joodse traditie mocht de naam van God (Jahweh) niet uitgesproken worden, daarom gebruikte men de naam Adonai (=Heer).

Heilige: iemand die door de Paus als " heilige " is erkend. Het is iemand die iets bijzonders voor de Kerk heeft gedaan en....voor ons een voorbeeld is. Meestal heeft een heilige ook nu een taak, hij/zij beschermt en helpt ons en zorgt er voor dat het leven een beetje lichter is.

Heilige Geest: hij is de derde persoon van God. De heilige Geest is zeer actief. Hij helpt ons om op goede ideeën te komen.

Heilige Mis: een wat oudere naam voor de eucharistieviering. Voluit wordt de heilige mis het heilige misoffer genoemd.

Heiligenbeeld: om ons geheugen een beetje te helpen zijn er van heiligen vaak beelden gemaakt, zo vergeten we hen niet.

Heiligenleven: een beschrijving van het leven van een heilige. Vaak staan hierin ook allerlei legendes,vrome verhalen die niet helemaal kloppen, maar wel leuk zijn om te lezen.

Heiligenplaatjes: die zijn er door de eeuwen heen, in alle soorten en maten geweest. Sommigen zijn echte kunstwerken, anderen zijn foeilelijk. In het ganzenbordspel zitten er een heleboel; ben je benieuwd, kijk dan eens.

Heilige Schrift: zo wordt de Bijbel ook wel genoemd.

Heilige Vader: een aanspreektitel voor de paus.

Heilig Land: zo noemt men Israël ook wel.

Hel: dit zou de plaats, of toestand zijn, waar je naar toe gaat als je heel zondig leeft. Vroeger dacht men dat de hel onder de grond zat en dat er een eeuwig vuur brandde. De duivel is daar de baas. Nu gelooft men meer dat de hel een toestand is, waarin je God niet kunt zien en waarin je je heel erg ongelukkig voelt.

Helpen: dat is een opdracht voor ons, om dat te doen waar wij kunnen en......dan niet om er zelf beter vn te worden. Ook niet alleen maar vrienden helpen, maar ook jouw vijanden.

Hemel: een plaats of toestand waarin je helemaal gelukkig bent. Vroeger dacht men dat de hemel ergens boven de wolken was. Nu gelooft men dat het een toestand is waar je iedereen weer ontmoet van wie je gehouden hebt en.....waar je eindelijk eens een keertje weet wie God nu echt is.

Hemelvaart: het feest dat wij veertig dagen na Pasen vieren om te gedenken dat Jezus weer van de aarde wegging en naar de hemel ging.

Herbergier:hij heeft in het kerstverhaal een slechte naam, maar misschien is de herbergier gewoon alleen maar heel praktisch geweest. Een herberg uit die tijd (caravanserai) leek echt niet op een hotel zoals wij dat kennen. Je was er niet alleen en had geen aparte kamers. Het was dus feitelijk geeen situatie die geshikt was voor een vrouw die moeder ging worden.

Herderlijk Schrijven: zo wordt een brief genoemd, die de bisschoppen soms samen schrijven aan alle gelovigen van een land.

Herders:Jezus nam hen vaak als voorbeeld. Hij zei dat de apostelen net zo voor de mensen moesten zorgen als een herder voor zijn kudde. Een priester die in dienst staat van de gelovigen, wordt dan ook vaak een herder genoemd. De echte herders in de tijd van Jezus waren vaak mensen met weinig opleiding, leren konden ze vaak niet, voor dieren zorgen wel en ze hadden er veel voor over. Aan de herders werd als eerste verteld dat Jezus geboren was. Dat vertelt ons dat Jezus echt voor iedereen gekomen is en.....dat naar de gewone mens, op de eerste plaats zijn hart uitgaat.

Herdersschopje: een herder had altijd een schopje bij zich, hiermee gooide hij kluitjes aarde naar een schaap dat de verkeerde kant op ging. Ook dit symbool heeft in onze kerk een plaats gekregen; bij hun installatie kregen pastoors een herdersschopje. In ieder geval zijn deze schopjes te zien in het museum van de kerk in Gennep.

Herdersstaf: ook de herdersstaf is in de kerk overgenomen : de bisschopsstaf is hiervan afgeleid. Ook de staf die de paus draagt, is een herdersstaf.

Heremiet: een andere naam voor een kluizenaar: iemand die ergens alleen woont om zich helemaal te kunnen wijden aan een leven van gebed.

Heremitage: de behuizing van een kluizenaar, dit hoeft echt niet altijd een woning te zijn, want bijvoorbeeld Sint Savin, woonde jarenlang in een kuil onder de grond.

Herodes: verschillende koningen droegen deze naam. In de tijd van Jezus' geboorte was het Herodes Antipater, die de kinderen rond Betlehem liet vermoorden. Herodes Antipas liet Johannes de Doper vermoorden en bespotte Jezus vlak voor zijn dood. Herodes Agrippa Ivervolgde de jonge kerk in Jeruzalem. En Herodes Agrippa II was aan de macht in de tijd dat Paulus gevangen zat.

's-Hertogenbosch: een bisschopsstad. De Sint Jan is de kathedraal. Deze kathedraal is gebouwd in de middeleeuwen en is schitterend versierd. In de kathedraal wordt de Lieve Vrouw van Den Bosch vereerd. Dit is een wonderbaarlijk beeld en veel mensen zoeken er hun toevlucht.

Hindoeisme: een godsdienst, die meerdere goden kent. Vooral in India vindt deze godsdienst veel aanhangers, maar ook in Suriname is het een van de veel voorkomende geloven.

Hof van Olijven: in deze tuin, waarin een olijvenpers stond, heeft Jezus gebeden op zijn laatste avond voor Hij ging lijden. Daar is Hij ook door Judas met een kus verraden. Deze tuin kun je nu nog bezoeken en er staan eeuwenoude olijfbomen. Om de rots waar Jezus gebeden heeft is een kerk gebouwd.

Hoge Raad: verzameling van Hogepriesters , die oordeelden over een overtreding.Zij waren niet bevoegd om iemand tot de dood te veroordelen, daar hadden ze de Romeinen voor nodig.

Honderdman: een officier in het Romeinse leger die het bevel voerde over honderd soldaten. Hij werd ook wel een centurion genoemd. Bekend is de honderman die naar Jezus ging om genezing voor zijn knecht te vragen en.........zich onderwierp aan een Jood, die dus tot een volk hoorde, dat de Romeinen overheersten.

Hongerdoek: zo'n doek hangt soms in de Vasten in de kerk. Het oorspronkelijke doek is vaak gemaakt in een ontwikkelingsland, waarvoor de vastenactie gevoerd wordt. Op een hongerdoek staan voorvallen uit het leven van Jezus of andere bijbelse taferelen geschilderd.

Hoogtijdagen: dit zijn de belangrijkste kerkelijke feestdagen, bijvoorbeeld Kerstmis en Pasen.

Hosanna: oorspronkelijk een gebed om hulp ("help toch") werd dit later een vreugdekreet. De mensen riepen dit toen Jezus Jeruzalem binnenreed op Palmzondag.

Hostie: het stukje brood dat in de eucharistieviering gebruikt en uitgedeeld wordt. Het wordt het lichaam van Christus genoemd. Het is ongedesemd (ongegist) brood omdat dit ook bij het Laatste Avondmaal gebruikt werd. Heel lang kenden we alleen de ronde ouweltjes, die gemaakt werden van heel fijn tarwebloem, wat meer gedroogd als gebakken werd. Dit werd in slotkloosters gedaan, die daarmee iets bijverdienden. Tegenwoordig lijkt de bruine hostie, die meestal langwerpig is, veel meer op brood. Het lijkt vooral heel veel op een matze, waarin ook geen gist zit.

Houtskool: dit heb je in de kerk nodig om de wierook te laten branden. Eerst wordt het stukje houtskool verhit tot het gloeit en dan worden er wierookkorrels op gestrooid.

Hubertus: bisschop van Tongeren-Maastricht, later van Luik rond 700 . Hij was vooral actief in Zuid-Brabant en de Ardennen. Hij is de patroon van alle jagers. Hij zou zich tot het christendom bekeerd hebben toen hij een hert tegenkwam met een kruis tussen zijn gewei. >

Hulpbisschop: deze bisschop helpt een bisschop in zijn bisdom, vaak is dit een bisdom wat veel te groot is voor één bisschop. Ze hebben dan de taken netjes verdeeld.

Huwelijk: een van de sacramenten. In feite geven de bruid en bruidegom elkaar dit sacrament, de priester geeft daaraan zijn zegen.